Civilisatie als toenemende beheerstheid en nuancering van affecten
Gedrag dat wij nu onder beschaafd verstaan kwam vroeger niet voor.
bv. gebrek aan hygiëne, ruwheid van zeden
Wat is er precies veranderd en wat waren de oorzaken?
Vergelijking van de manierenboekjes: gebruikt door opvoeders aan de hoven om kinderen van hun heer de juiste, voor hun stand gepaste, manieren aan te leren (vanaf 12e eeuw) ~> later ook in burgerlijke kringen = niet zozeer een representatief staal van hoe men zich in feite gedroeg, maar een idee van wat men vond dat hoorde: standaard van goed gedrag (maar verschil tussen sociale groepen).
Twee grote tendenzen:
1 toenemende beheersing van driften en impulsen
ME: men liet in alle opzichten zijn impulsen de vrije loop: directer, met minder hulpmiddelen, ongegeneerder en impulsiever uitvoeren van lichaamsfuncties
met allerlei hulpmiddelen, met toenemend gevoel voor schaamte en gêne werd men beheerster
2 tempering van de beleving van affecten
ME: beleefde zijn affecten extremer en naïever bv. vriend of vijand
minder extreem en appreciatie voor nuanceverschillen in emotionele belevingen
ons innerlijke breidt altijd maar uit ~> gevoeliger voor de minste verandering in affecten