Automatisch gedrag en zijn determinanten
Determinanten van automatisch gedrag:
- Situationele kenmerken (o.a. het gedrag van anderen);
- Automatisch selectedren van doelen
Gedrag van anderen
Ideomotor gedrag/action: dit principe stelt dat alleen het nadenken over een bepaalde handeling al de kans vergroot dat die handeling wordt verricht.
- Hierbij is géén sprake van stereotypering.
- VB. nadenken over drinken vergroot de kans dat je gaat drinken. Gedrag van anderen neem je automatisch waar en kan je moeilijk negeren. Het waarnemen van het gedrag van anderen, stimuleert ons om na te denken over dat gedrag. Die gedachten verhogen de kans dat wij zelf dat gedrag vertonen.
Onderzoek ideomotor action: grofheid versus beleefdheid (Bargh & Chartrand)
- Eén groep proefpersonen werd geconfronteerd met woorden die gerelateerd waren aan grofheid (bijvoorbeeld grof, onbehouwen en onbeleefd).
- De andere groep met geconfronteerd met woorden die gerelateerd waren aan beleefdheid (bijvoorbeeld respect, begripvol en beleefd).
- Een derde groep vormde de controlegroep, die werden met woorden geconfronteerd die niets met grofheid of beleefdheid te maken hadden.
- Vervolgens gingen de groepen met elkaar in gesprek.
- Uitslag: van de personen die geconfronteerd waren met woorden die gerelateerd waren aan grofheid, onderbrak 67% het gesprek. Van de personen die geconfronteerd waren met woorden die gerelateerd waren aan beleefdheid, onderbrak slechts 16% het gesprek. De controlegroep lag in het midden met 38%.
Priming: het selectedren van concepten of stereotypen door mensen bloot te stellen aan woorden. Het lezen van een aantal woorden kan ervoor zorgen dat je je heel anders gaat gedragen.
- VB. onderzoekers vonden dat mensen beter presteerden bij Triviant spelen als ze vooraf werden geconfronteerd met woorden die sterk gerelateerd waren aan het concept ‘hoogleraar’ dan wanneer die woorden betrekking hadden op ‘voetbalvandaal’.
Subliminaal aanbieden (vorm van priming): het aanbieden van beelden, maar zó kort dat ze onder de grens van de bewuste waarneming liggen, de mensen weten dus niet wát ze zien.
- VB. groep mensen die subliminale beelden krijgt van jonge negers vertoonden daarna meer vijandig gedrag. Dat hoort bij het steoreotype ‘jonge zwarte man’.
- VB. in de bioscoop was net onder de waarnemingsgrens van het beeldscherm het logo van ‘Coca Cola’ geplaatst. Nou bleek dat meer mensen in de pauze coca cola kochten dan wanneer het logo er niet hing.
Automatisch selectedren van doelen
Automatische activatie van doelen: (onbewuste) activatie van doelen kan tot bepaalde gedragingen leiden, zonder dat mensen zich daarvan bewust zijn.
- VB: onderzoekers zeiden tegen groep 1: beoordeel deze man en tegen groep 2: herinner je zoveel mogelijk van deze man. Groep 1 onthield meer.
- De onderzoekers gaven hun proefpersonen niet de expliciete instructie om zich een beeld te vormen of om zo veel mogelijk te onthouden, maar selectederden deze doelen zonder dat de proefpersonen zich daarvan bewust waren.