Menu

Almacht van de mediaparadigma

Deel dit artikel:

Uitgangspunten

Eerste periode (eind 19de eeuw – ’30): “almacht van de media”-paradigma:

  • geloof in de sterke effecten van massamedia

-is in staat om grote groep mensen op directe en uniforme wijze te beïnvloeden dmv strategische boodschappen.

  • Publiek = massa, weerloos tegen deze krachten
  • Theorieën gebaseerd op geloofsovertuigingen

-Nadien empirische steun in studies

Figuur 60

Belangrijke studies

Onderzoek naar propaganda

Periode wereldoorlogen: onderzoek naar gebruik propaganda

  • = communicatie strategisch inzetten door strijdende mogenheden om de publieke opinie in welbepaalde richting te beïnvloeden

Laswell (1927): “propaganda technique during World war”

1937: institute for propaganda analysis (olv Alfred McClung Lee)

  • Propagandaonderzoek: nagaan welke technieken gebruiken om volk te beïnvloeden

IPA: 7 onderscheiden

-Name-calling (zwart maken)

  • Negatieve labels gebruiken voor diegenen die ze willen veroordelen

-Glittering generality (mooi maken)

  • Eigen centrale waarden/ ideeën omschrijven met positieve, intense en emotionele termen

-Transfer (prestige verlenen)

  • Propagandisten dragen autoriteit en prestige van iets waar we respect voor hebben over op iets dat ze willen dat we accepteren

= positieve associatie (symbolengebruik)

-Testimonial (getuigenis)

  • Gebruik van bekend persoon die zijn steun geeft aan bepaalde persoon/ideeën

Zekere overdracht

-Plain folks

  • Vetrouwen winnen door aan te tonen dat ze gewone mensen zijn

-Card Stacking

  • Over- en onderbenadruking van aspecten

-Band Wagon

  • Het ‘iedereen-doet-het’-argument
  • Deze 7 zijn synoniem voor de praktijk en de analyse van propaganda

Payne fund studies

= grootshalig onderzoeksprogramma (13 studies) naar effecten van films op kinderen.

  • 1929 – 1932 in VS; gefinancierd door payne fund
  • Onderzoeken hoe films: attitudes kunnen veraderen, emoties kunnen stimuleren, morele standaarden kunnen beïnvloeden, kennis kunnen overbrengen, gedrag kunnen uitlokken, gezondheid kunnen schaden en aanleiding kunnen geven tot delinquentie,..

-Effecten, publiek en inhouden onderzoeken

  • 13 studies

-Verschillende onderzoekers

-Verschillende methoden (psychologische verldexperimenten (peterson & -thurstone) – kwalitatieve interviews)

  • 1 film weinig effect op houdingen kinderen; blootstelling aan 2 of 3 films wel significante veranderingen (bleven op langere periode bestaan)
  • Blumer:

-Gebruiken biografische technieken voor invloed films op dagelijks gedrag kinderen

-Kwalitatieve methoden (kwam niet wetenschappelijk over)

Decenium erna: payne Fund studies in ongenade (tekorten)

- War of the Worlds (1938)

30 oktober 1938

  • P 211 – invasie buitenaardse wizens

-Mensen geloofden het, raakten in paniek, vluchten, politie bellen

  • Bewijs: geldigheid van de mass society theory

Hazek Gaudet, Herta Herzog: studie van paniekgedrag

-Antwoorden vinden op:

  • Omvang van de paniek?
  • Waarom deed deze uitzending mensen panikeren?
  • Waarom sommigen zo angstig en anderen niet?

-Verschillende methodes

  • Diepte-interviews
  • Surveys
  • Analyse krantenartikels, luisteraarsbrieven

-Cijfers verschilden van studie tot studie

-5 elementen die mensen hadden doen panikeren:

  • Dramatische excellentie
  • Geloofwaardigheid van het programma
  • Geloofwaardigheid van het medium radio in die tijd
  • Gebruik ‘experten’ tijdens het luisterspel
  • Gebruik echte plaatsen
  • Feit dat veel mensen aankondiging over fictief hoorspel gemist hadden

-Om verschillende gedragspatronen begrijpen: luisteraars in 4 categorieën:

  • Diegenen die uitzending kritisch onderzochten op waarheidsgehalte

Bleven niet bang gedurende hele uitzending

  • Mensen die externe check deden

Vonden het nieuws verdacht

  • Mensen die externe check deden maar bleven geloven dat het waar was
  • Mensen die op geen enkele manier iets hadden gecheckct
    • Heel bang
    • Enkel personen met bepaald psychologisch profiel bleken erg kwetsbaar voor media-invloeden

Cantril et al.: verschuiving van het machtige media-paradigma naar nieuwe soort; waarbij media niet meer instrument van politieke verdrukking en manipulatie maar als institutie naast zovele anderen.

  • Directe macht media zo gering dat overheidsinmenging niet nodig was

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen