Typologie van Ferdinand Toennies
- Gepubliceerd in Sociologie
- Reageer als eerste!
Gemeinschaft (gemeenschap) vs. gesellschaft (maatschappij)
= 2 fundamentele vormen van interactiepatronen
=> zie nota’s
Gemeinschaft (gemeenschap) vs. gesellschaft (maatschappij)
= 2 fundamentele vormen van interactiepatronen
=> zie nota’s
- Primaire groepen: groepen die van fundamenteel belang zijn voor de vorming van onze sociale persoonlijkheid
→ interacties hebben betrekking op de gehele persoon
→ betrokkenen benaderen elkaar in een intieme sfeer
→ niet strikt geregelde interacties
→ grote emotionele betrokkenhei
- secundaire groepen: mensen die met elkaar op regelmatige basis interacteren
→ onpersoonlijke relatie
→ geen intieme banden
→ komen samen met oog op praktische doeleinden
- Sociale vereniging: mensen die met elkaar interacteren op regelmatige basis
→ er vormt zich een onderscheiden sociale identiteit met een eigen sociale identiteit
→ gedragsverwachtingen ten aanzien van elkaar en van niet-leden
- Aggregaten: verzameling van mensen die op eenzelfde moment in eenzelfde ruimtelijke omgeving zijn
→ geen bepaalde sociale banden
→ ongerichte interacties
- Sociale categorie: statistische eenheid van mensen die op de grond van een of ander kenmerk samen worden geclassificeerd
→ hoeven niet te interacteren of op dezelfde plaats te zijn
→ belangrijk voor het sociologisch onderzoek
- Dubbele contingentie
→ iedere interactiedeelnemer blijft in het ongewisse over de motieven en streefdoelen andere interactiedeelnemers
=> men weet nooit weten hoe de ander op zijn gedrag of taaluitingen gaat reageren en zij zijn niet zeker over onze reacties
=> met hoe meer we zijn, hoe groter de onzekerheid
- Sociale routine
→ om probleem van dubbele contingentie op te lossen
= we volgen meestal in interactie processen voorgevormde gedragspatronen of rollen 2 redenen:
1. we hebben deze geleerd en ze maken deel uit van onze persoonlijkheid
2. wanneer we deze volgen, moeten we minder inspanning doen om interacties aan te knopen en in stand te houden
=> alleen wanneer interactiedeelnemers rollen spelen kunnen ze het contingentieprobleem oplossen, de onzekerheid verkleinen
- sociale rol
= sociaal vastgelegde gedragsverwachtingen tav individuen die een bepaalde sociale positie bekleden
↓
de plaats die een individu aanneemt ten aanzien van anderen, hoe iemand zich verhoudt tot anderen
→ welke rol men speelt hangt af van de sociale context waarin men zich bevindt
=> geheel van rollen dat iemand vervult, geeft een individu een sociale identiteit
- spelen van verschillende rollen leidt soms tot tegenstellingen
→ extern rolconflict: gedragsverwachtingen die horen bij een rol, kunnen in conflict komen met gedragsverwachtingen van een andere rol
=> rollen afbakenen in tijd en ruimte helpt het conflict te beheersen
→ intern rolconflict: als gedragsverwachtingen die horen bij één rol tegenspraken bevatten
Voorbeeld: de rol van de zieke
- ook sociaal geconstrueerd:
→ geeft ad gezonden een houvast: ze weten wat ze al of niet van de zieke mogen verwachten
→ geeft aan zieke houvast: weet hoe hij zich kan en mag gedragen
- Parsons: omschrijving van rol van de zieke
a) ontslagen van sociale verantwoordelijkheden en vrijgesteld van normale rolverplichtingen
b) recht op verzorging
c) moet ziek zijn als onwenselijk ervaren en moet beter willen worden
d) plicht om bevoegde hulp in te roepen en om met de deskundige mee te werken