Menu

Voortplanting vroegmoderne tijd

het restrictieve huwelijkspatroon was het ultieme contraceptieve middel vh Ancien Régime

  • meer dan de helft vd eerstgeborenen binnen het jaar na het huwelijk
  • borstvoeding werd in die tijd heel frequent en heel lang toegepast, en zorgde voor een periodieke steriliteit en pauze tussen de verschillende geboorten
  • geboortecijfer lag veel hoger in vgl met vandaag, maar de kindersterfte was enorm

 het gemiddelde gezin in de vroegmoderne plattelandssamenleving bestond slechts uit de ouders en 2 à 3 kinderen

Lees meer...

KERK EN GEZIN 1800

Seksualiteit

ME & VMT: huwelijk een exclusief kerkelijke aangelegenheid en onaantastbaar sacrament

  • dekens en priesters hielden nauw toezicht op de parochiale seksuele mentaliteit
  • overspel, concubinaat en ongewenste zwangerschap waren ernstige zonden
  • Katholieke Kerk: seks was enkel toegelaten met het oog op het verwekken van kinderen
  • er werd nauwelijks getrouwd tijdens de vasten of de advent: uitbundig feesten was dan immers verboden
  • ‘gehoorzaamheid’ afleesbaar via de prenuptialen
    • 20 % vd kinderen waren prenuptialen
    • na Concilie van Trente werd streng gepreekt tegen voorhuwelijke betrekkingen
    • strengere straffen op kindermoord gaven een extra dwang tot trouwen
    • prenuptialen in geval van geprovoceerde huwelijken werden niet geviseerd
  • omwille van de hoge huwelijksleeftijd was er vaak een periode van 10 jaar dus de seksuele volwassenheid en het legitieme moment van seksuele activiteit
    • voorechtelijke hofmakerij kwam in heel Europa voor
    • Fr: Veillée: ongehuwden komen samen
    • Oost- en Noordzee: Kiltgang of nachtvrijen

 jongens dringen bij meisjes thuis

Lees meer...

Wie is Peter Laslett?

 Engels historisch socioloog: 1 vd grondleggers vd historische demografie

The world we have lost: kerngezin is niet het typische verschijnsel vd pre-industriële samenleving !

 heeft schema vd Franse socioloog Le Play over 3generatie-huishouden als gezinstype van een agrarische maatschappij en het kerngezin van een industriële weerlegd

 stichtte samen met Tony Wringley de Cambridge Group for History op Population and Social Structure

 regio’s met eerstegeboorterecht:

  • andere kinderen secundaire rol
    • werkten als ondergeschikten op familiebedrijf
    • moesten een andere bron van inkomsten zoeken
  • behoud vh familiebezit stond voorop
  • kerngezinnen:
    • verdeling vh erfgoed maakte vorming van nieuwe huishoudens mogelijk en noodzakelijk
    • banden met ouderlijke familie werden niet verbroken
    • pasgehuwden gingen in de buurt vh ouderlijke huis wonen: neo-lokaliteit
    • samenwonen onder één dak gebeurde hoofdzakelijk in tijden v crisis

 huishouden doorloopt vaak verschillende fasen en verandert daarbij geregeld van samenstelling

  • aantal inwonend personeel per gezin vaak 1 à 2 personen
    • huispersoneel bij dorpsnotabelen
    • knechten bij landbouwbedrijven
  • landbouwbedrijven beschikten vaak slechts zolang over personeel tot de kinderen oud genoeg waren om zelf mee te helpen
  • overlevingslandbouw: dagloners die men naargelang de economische conjunctuur kon aannemen of ontslaan

 meisjes in een plattelandssamenleving

  • huwelijk was zo goed als het enige middel om in levensonderhoud te kunnen voorzien
  • indien niet getrouwd was migratie naar de dichtstbijzijnde stad vaak de enige uitweg
  • weduwen weken ook vaak uit naar de stad
  • mannen konden daarentegen gemakkelijk aan werk geraken daar de vraag naar fysieke arbeidskracht groot was
Lees meer...

Erfrechtstelsels 1800

 Huwelijk en gezinsvorming hangen niet enkel samen met de economische conjunctuur, maar ook met erfrechtstelsels

 huwelijk was tot het eind vd 18e E een exclusief kerkelijke aangelegenheid

 erfenis had betrekking tot de grond èn op roerende goederen zoals voedselvoorraden en kapitaal

  • deelbare systeem: gelijke verdeling vd erfenis onder de nog levende kinderen
  • ondeelbare systeem of majoraat: erfenis gaat naar één erfgenaam, doorgaans de oudste zoon
  • common law: oudste zoon erft hele familiebezit; kan echter via testamentaire beschikkingen ook andere zonen bezit toewijzen

 omvang en samenstelling vh huishouden

  • alleenstaanden
  • nucleaire of kerngezinnen (vader-moeder-kinderen)
  • uitgebreide gezinnen (met verwanten, gewoonlijk grootouders)
  • frèrêches (broers en zussen)

 duidelijk overeenkomst met verschillende regionale huishoudstructuren

  • Peter Laslett: vroegmoderne bevolking bestond in West-Europa voor meer dan 80 % uit kerngezinnen
  • Zuid en Centraal- Europa: veel uitgebreide gezinnen

 samenstelling van huishoudens was ook sterk bepaald door het type van economische activiteit:

  • in regio’s met akkerbouw vaker uitgebreide gezinnen dan in regio’s waar veeteelt primeerde
  • in steden groter aantal alleenstaanden en dominantie vh nucleaire gezin
Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen