organisatie
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Reageer als eerste!
informatie wordt mentaal op zo’n manier in categorieën geschikt, dat het makkelijker wordt om de informatie terug te halen.
informatie wordt mentaal op zo’n manier in categorieën geschikt, dat het makkelijker wordt om de informatie terug te halen.
onthouden van bijvoorbeeld een telefoonnummer komt tot stand door het herhaaldelijk in het hoofd op te zeggen.
een persoon wordt aan iets herinnerd door cues die buiten zichzelf liggen, zoals wekker of notities.
de vrijwillige onderdrukking van bepaalde reacties. Door de ontwikkeling van de frontale kwab zijn processen als metageheugen en metacognitie mogelijk. Metageheugen houdt in dat een kind de manier waarop het geheugen werkt gaat begrijpen. Met de term metacognitie wordt het denken over denken bedoeld.
kinderen van deze leeftijd kunnen gedachten, emoties en acties om doelen te bereiken of problemen op te lossen bewust controleren. Dit komt met name door de ontwikkeling van de prefrontale cortex, die plannen, beoordelen en besluitvorming mogelijk maakt.
Piaget: volgens Piaget bereiken kinderen rond zeven jaar de fase van het concreet operationeel denken. Een kenmerk hiervan is dat zij in staat zijn mentale operaties, zoals redeneren gebruiken om problemen op te lossen. Zij zijn in staat om logische na te denken doordat zij minder vanuit zichzelf denken. Desalniettemin wordt het denkvermogen nog beperkt tot echte situaties in het hier en nu. Het gebruik van kaarten en modellen en de vaardigheid om te communiceren over ruimtelijke informatie verbeterd naarmate de leeftijd toeneemt. Daarnaast zijn kinderen nu beter in staat om oorzaak en gevolg te beoordelen.
Kinderen in de middenkindertijd zijn in staat om bepaalde informatie te sorteren binnen een bepaalde dimensie, wat aangeeft dat zij in staat zijn tot categorisatie ( helpt bij logisch denken). Kinderen ontwikkelen de vaardigheid om een bepaald verschil of overeenkomst tussen twee objecten vast te stellen, op basis van de relatie van elk object met een derde object. Dit heet overdrachtsinferentie. Ook hebben ze nu het vermogen om de realtie tussen een geheel en zijn delen te zien; klasseninclusie.
Volgens Piaget maken kinderen die zich in de concrete operationele fase bevinden enkel gebruik van inductief rederen. Hierbij gaat het om een manier van logisch redeneren, waarbij een bepaalde observatie van een lid van een bepaalde klasse zich ontwikkelt tot een algemene conclusie over de gehele klasse. Pas in de adolescentie ontwikkelen kinderen volgens Piaget het vermogen om deductief te redeneren hierbij werkt de redenering de andere kant op en wordt begonnen met een algemene constatering over een bepaalde groep, die uiteindelijk leidt tot specifieke opvattingen over een lid van die groep (later onderzoek heeft aangewezen dat deze vaardigheid al eerder aanwezig is).
Kinderen in de concreet operationele fase begrijpen het principe van identiteit, omkeerbaarheid en kunnen zich richten op meerdere eigenschappen van een voorwerp. Zij hebben hierdoor een beter begrip van conservatie. De rekenkundige vaardigheden van kinderen verbeteren in deze fase. De varanderingen in de manier van denken worden voor een deel beïnvloed door neurologische ontwikkelingen. Onderzoek heeft uitgewezen dat oudere kinderen een ander patroon van hersenactiviteit laten zien. Daarnaast is de toename van capaciteit in het werkgeheugen eveneens van invloed op de verbetering van het logisch redeneren.
Piaget concludeerde dat onvolwassen morele beoordelingen zich richten op de mate van schade, terwijl meer volwassen morele beoordeling zich richt op de intentie. Volgens Piaget ontwikkelt morele beoordeling zich langs drie verschillende fasen:
- de eerste fase loopt van twee tot zeven jaar en is gebaseerd op gehoorzamen aan autoriteit.
- de tweede fase loopt van acht tot elf jaar en wordt gekenmerkt door een toename van flexibiliteit en een bepaalde mate van autonomie welke is gebaseerd op wederzijds respect en samenwerking.
- de derde fase ontwikkelt zich rond de leeftijd van elf á twaalf, wanneer kinderen beter in staat zijn formeel te redeneren. Kidneren ontwikkelen het idee dat iedereen gelijk behandeld moet worden, maar dat hierbij bepaalde omstandigheden in acht genomen dienen te worden.