Zijn de geesteszieken meer risico op verslaving aan nicotine?

Er zijn geen sekseverschillen tussen de geesteszieken in termen van het percentage rokers. Roken onder psychiatrische patiënten onevenredig hoog is in vergelijking met de algemene bevolking. Mensen die lijden aan een psychische aandoening rook meer dan 44% van het gekocht in de Verenigde Staten sigaretten. Ze zijn twee keer zoveel kans om te roken als degenen die niet geestesziek. Een zeer hoog percentage van de geesteszieken zal sterven van een tabak-gerelateerde ziekte.

Roken van sigaretten kan een vorm van zelfmedicatie, omdat nicotine heeft een krachtige invloed op de stemming en cognitie. (Vragen 83 en 91 hebben meer informatie over nicotine mogelijke voordelen voor de gezondheid en impact op geestesziekten.) Tabaksproducten kunnen de behandeling van zowel de psychiatrische symptomen en de bijwerkingen van de medicijnen die worden gebruikt om het behandelen van psychiatrische stoornissen. Antipsychotica, in het bijzonder die worden gebruikt voor de behandeling van schizofrenie, doelbewust richten dopamine in de hersenen door het blokkeren van de receptoren. Dit heeft het ongelukkige effect van negatieve invloed dopamine transmissie door de hersenen, met inbegrip van de gebieden met betrekking tot aandacht en cognitie. Roken, die dopamine verhoogt, kan een manier voor patiënten die deze medicijnen om sommige van die negatieve effecten te keren. Dit is de reden waarom psychiatrische eenheden in ziekenhuizen waren de laatste ziekenhuis eenheden om het roken te verbieden.

Meer patiënten met depressie rook ook, en er zijn aanwijzingen dat nicotine-receptoren een belangrijke rol bij depressie kunnen spelen. Een kleine studie in 2006 aan de Duke University ontdekte dat rokers die lijden aan depressie had verbetering in sommige van hun depressieve symptomen na toediening van een nicotinepleister. Tenslotte is goed bekend dat patiënten met ADHD zijn gevoelig voor verslaving wanneer ze volwassen zijn. De meest voorkomende verslaving nicotine, die (zoals besproken in de vragen 10, 32 en 91) is een krachtige stimulans. Roken verbetert aandacht bij deze patiënten en anderen die lijden aan soortgelijke cognitieve problemen.