Menu

Thermoregulatie

Deel dit artikel:

Het lichaam kan zich ondanks de grote verschillen in omgevingstemperatuur goed op een constante warmte houden. De temperatuur wordt gemeten met thermoreceptoren. Die in de huid meten de omgevingstemperatuur, dit zijn dus de kou en warmtereceptoren. In de hypothalamus meten de thermoreceptoren de temperatuur van het bloed. Ook in de diepe buikholte en de spieren zitten deze receptoren. Vanaf de thermoreceptoren gaat de informatie naar de hypothalamus, waar het regelcentrum ligt. Het anteriore deel van de hypothalamus (nucleus preopticus) is de thermostaat en regelt warmte afgifte. Posterior wordt warmteproductie en -behoud geregeld.

De kerntemperatuur, in het kerngebied met de vitale organen, is hoger dan de schiltemperatuur. Het gradiënt wordt kleiner bij inspanning of wanneer de omgeving warm is, want dan breidt de kern zich uit.

Om de kerntemperatuur binnen de referentiewaarden te houden wordt er warmte geproduceerd en afgegeven. De afgifte gaat via conductie (van lichaam naar vaste omgeving), convectie (van lichaam naar gas/vloeistof), straling (Infra-rood stralen) en verdamping. Verdamping is het effectiefst, want het is een actief proces. Bij hogere omgevingstemperatuur zal er minder straling en conductie zijn. Verdamping speelt dan een grotere rol.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen