T-cel gemedieerde immuniteit
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 1997 keer
Naïve T-cellen zijn T-cellen die in het lichaam circuleren, maar nog niet in contact zijn geweest met hun antigeen. Als zij wel in contact komen met hun antigeen prolifereren en differentiëren zij tot effector T-cellen: cytotoxische T-cellen, Th1- of Th2 cellen. Deze cellen kunnen snel reageren als zij in contact komen met hun antigeen.
Naïve T-cellen worden op de volgende manier de lymfeklier in getrokken:
1. Een lymfocyt rolt over de endotheelcellen de HEV door binding van adhesiemoleculen (L-selectin op lymfocyt).
2. LFA-1 wordt geselectederd doordat chemokines die gebonden zijn aan de endotheelcellen (CCL21) binden aan een chemokinereceptor (CCR7) op de lymfocyt.
3. LFA-1 bindt sterk aan ICAM-1.
4. Het lymfocyt transmigreert, gaat tussen de endotheelcellen door, de lymfeklier in. Lymfocyten worden naar het T-celgebied getrokken door CCL19 en CCL21 dit bindt aan de CCR7 receptor.
Lymfocyten worden naar het B-celgebied getrokken door CXCL13 dit bindt aan de CXCR5 receptor. Na activatie van een B- of T-cel verandert de expressie van receptoren, waardoor zowel B- als T-cellen in het grensgebied tussen B- en T-celgebied terechtkomen.
Voordat DC’en antigenen kunnen presenteren moeten zij deze eerst opnemen en processen. DC’s kunnen verschillende typen pathogeen op verschillende manieren opnemen:
1. receptorgemedieerde endocytose van extracellulaire bacteriën - MHCII
2. macropinocytose van extracellulaire pathogeen(delen) - MHC-II
3. intracellulaire virussen - MHC-I
4. cross-presentatie van extracellulair opgenomen virussen - MHC-I
5. vervoer van virus(delen) van DC naar DC - MHC-I
Een DC die een peptide presenteert aan een naïve T-cel kan zo een naïve T-cel selectedren. Daarvoor zijn twee signalen noodzakelijk:
1. binding TCR en CD4/CD8 aan peptide-gebonden MHC
2. binding B7 (CD80 of CD86; op DC) aan CD28 (op T-cel)
Een geselectederde T-cel gaat zich delen. Ook is een gevolg van de activatie van een T-cel dat deze CTLA-4 tot expressie gaat brengen. CTLA-4 heeft een hogere aviditeit voor B7 dan CD28. Als gevolg van binding van CTLA-4 aan B7 vind inhibitie van de T-cel plaats: de deling van de cel wordt geremd.
In secundaire lymfoïde organen komen drie verschillende APC’en voor.
o Dendritische Cellen (DC’s)
- Bevinden zich in de lymfeklieren in de B-cel follikels.
- Door de activatie (=maturatie) van DC’en komt B7 (nodig voor co-stimulatie) op het celmembraan.
o Macrofagen
- Komen verspreid over de hele lymfeklier voor.
- Door de activatie van MQ’en (bijv. door fagocytose en afbraak van bacteriën) komen MHC-II en B7 (nodig voor co-stimulatie) op het celmembraan.
- Bij een poging tot activatie van een T-cel door een MQ kunnen zich drie situaties voordoen:
> De MQ heeft niet-bacterieel eiwit opgenomen en presenteert dat op MHC-II, de MQ is niet geselectederd, B7 staat niet op het celmembraan, dus de naïve T-cel wordt niet geselectederd.
> De MQ heeft bacterieel eiwit opgenomen en presenteert dat op MHC-II, de MQ is geselectederd, B7 staat op het celmembraan, dus de naïve T-cel wordt geselectederd.
> De MQ heeft zowel bacterieel eiwit als niet-bacterieel eiwit opgenomen en presenteert beide op MHC-II, de MQ is geselectederd, B7 staat op het celmembraan, dus de naïve T-cel wordt geselectederd.
Aan vaccins worden vaak adjuvants toegevoegd. Deze adjuvants induceren costimulatie waardoor naïve T-cellen goed geselectederd kunnen worden. Stuvia.com - The Marketplace to Buy and Sell your Study Material
o B-cellen in de B-cel follikels
- Bevinden zich in de lymfeklieren in de B-cel follikels.
- B-raken geselectederd doordat zij met hun BCR specifiek antigeen binden en internaliseren. De geselectederde B-cel procest het antigen en presenteert het op MHC en B7, wat door de activatie tot expressie komt.
Als een naïve T-cel alleen signaal 1 ontvangt, wordt deze anerg. Om te kunnen signaleren hebben zowel de T- als de B-cel receptor extra moleculen nodig. De BCR heeft CD3 en
twee ζ-ketens nodig. De TCR signaleert met Igα en Igβ. Op deze moleculen bevinden zich ITAM (Immunoreceptor Tyrosine based Activation Motifs) domeinen. Door clustering van TCR en co-receptoren kan signallering optreden. Activatie van tyrosine kinases die tyrosines fosforyleren spelen hierbij een belangrijke rol. Ook Lck en ZAP-70 zijn voor de signalering de cel in erg belangrijk.
Als gevolg van acitvatie gaan T-cellen zich prolifereren en differentiëren. Dit doen zij onder invloed van IL-2, wat zij zelf uitscheiden. Daarnaast produceren zij een domein om van hun laag affine IL-2 receptor (die op naïve
T-cellen zit) een hoog affine IL-2 receptor te maken.
Naast intracellulaire domeinen met selectedrende domeinen zijn er ook intracellulaire domeinen met inhiberende motieven, namelijk de ITIM (Immunoreceptor Tyrosin Based Inhibitory Motifs) domeinen.