perinatale sterfte
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 945 keer
Probleem I : perinatale sterfte
-Anamnese : het gesprek die je met de dokter uitvoerd en je vertelt wat vr ziekte je hebt en wat de oorzaak daarvan is. De dokter moet bepaalde gegevens hebben : naam , geslacht , adres , burgelijke status Definitie anamnese : "In de geneeskunde is de anamnese de voorgeschiedenis van een patiënt, verkregen door spontane mededelingen van betrokkene en door de beantwoording van gerichte vragen van de onderzoeken arts",
-eerstelijns verloskundige zorg
Wat is verloskundige zorg : zorg die verleend wordt gedurende de zwangerschap, de bevalling en het kraambed.
De zorg omvat drie categorieën:
− Prenatale zorg: de begeleiding en controle van de zwangere vrouw in de periode tussen de vaststelling van de zwangerschap en de bevalling, bestaande uit een intake en spreekuurcontacten (inclusief diagnostische verrichtingen, counseling en voorlichting).
− Natale zorg: de begeleiding van de bevalling.
− Postnatale zorg (thuis): de controle van de kraamvrouw en het kind in de eerste periode na de bevalling, bestaande uit een aantal
kraambedcontroles en nacontrole (een paar weken na de bevalling)
Het nederlands systeem : thuisbevallen is als een natuurlijk gebeuren dat dus thuis kan worden geleid (<-> west landen)
Men spreekt hier van een risicoselectie ..
- Eerste lijn zorg (verloskundigen en verloskundige actieve huisartsen) : voor vrouwen en pasgeborenen met een laag risico op complicaties
- Tweede lijn (klinisch verloskundige , gynaecoloog of derde lijnszorg (academische ziekenhuizen met specifieke zorg : gynaecologen , medische specialisten : vrouwen en pasgeborenen met complicaties of een risico
VIL (verloskundige Indicatie lijst) is een hulpmiddel om risicoselectie in de verloskunde in goede banen te leiden
! Laagrisico patiënten , dus zonder medische indicatie en minder intensieve begeleiding kunnen normaal gezien thuis bevallen
Poliklinische bevalling : laagrisico patiënten die beslissen om in het ziekenhuis te bevallen maar zonder dat er een medische indicatie is.
Levensloopperspectief : beziet het ontstaan van ziekten vanuit verschillende biologische, leefstijl gerelateerde en omgevingsfactoren die gedurende het leven de gezondheid beïnvloeden. De levensloopepidemiologie ontstaat uit de analyse rondom de zwangerschap van de moeder als determinanten van de gezondheid van het kind op latere leeftijd. Men zal dus de levensloop van de baby kunnen inschatten ( bepaalde perspectief hebben) Deze studie kan de door het blootstellen op vroege leeftijd kijken of er later gezondheidsproblemen zullen leiden. Maar het is moeilijk te onderschatten door een verschil in moment , duur , generatie , cumulatie van risicofactoren
-Neonataal sterfte : overlijden kort na de geboorte – eerste vier weken
-Perinataal sterfte : doodgeboorte vanaf 22 weken in zwangerschap of als de baby 7 dagen na de geboorte lijdt (<-> : Ned : 24 weken)
-> Risico’s : Meerlinggeboortes , voor de eerste keer zwangere vrouwen , vrouwen van nt westerse afkomst , roken , obesitas , onvruchtbaarheidsbehandelingen hebben ondergaan , huisartsen zijn terughoudender bij extreme gevallen , anticonceptiemiddelen , geen screening op bep congenitale afwijkingen op te merken, leeftijd van de moeder
-> !! tekortkomingen in registratie -> gn betrouwbare statistieken Om dit te voorkomen , perinatale audits : systematische onderzoek van alle gevallen van perinatale sterfte doel : kwaliteit van perinatale zorg te verbeteren en kijken wat de fouten waren
-Postnataal : meestal 6 weken na de geboorte
-Postneonataal of zuigelingsterfte: einde van de eerste maand tot een jaar na de geboorte
-Primiparae : Een vrouw die haar eerste kind krijgt
- volgorde baby : Embryo (0-8weken) – foetus (vrucht na 8 weken)
- Thuisbevalling is geen oorzaak van een hoge cijfer in perinatale sterfte maar meer om de hoeveelheid zwangeren allochtonen.
Het moeten laag riscico vrouwen zijn en een ziekenhuis moet op 30mn van het huis zijn.
In het ziekenhuis zijn vaak 3 mensen aanwezig : vroedvrouw , gynaecoloog en uw eigen gynaecoloog
- Verloskunde of obstretie : verzamelnaam voor alle kennis rondom zwangerschap , bevalling en kraambed
-Tweedelijns obstetrische zorg :
Eerste en tweedelijns verloskunde
Verloskundigen werken zowel in de eerste lijn als in de tweede lijn. Met de verloskundige in de eerste lijn kan een cliënt zelf contact opnemen, dus zonder verwijzing. De eerste en de tweede lijn
In de Nederlandse gezondheidszorg bestaat een onderscheid tussen de eerste en de tweede lijn. Eerstelijnszorg is makkelijk toegankelijke zorg dicht bij huis. Met de zorgverleners in de eerste lijn kan een cliënt of patiënt zelf contact opnemen, zonder verwijzing. Dat geldt bijvoorbeeld voor de huisarts, de tandarts en de eerstelijns verloskundige. Zij fungeren als poortwachter naar de tweedelijnszorg: de meer specialistische en duurdere zorg in het ziekenhuis. Verloskundigen werken zowel in de eerste lijn als in de tweede lijn.
Verloskundigen in de eerste lijn
Een eerstelijns verloskundige begeleidt zwangere vrouwen zolang alles normaal verloopt. Zij heeft een eigen praktijk of werkt in een praktijk. Wanneer blijkt dat een zwangerschap of baring niet helemaal normaal verloopt, maakt de verloskundige een inschatting van de aard en ernst van de complicaties. Dit wordt risicoselectie genoemd. Ze kijkt of er specialistische zorg nodig is en verwijst de vrouw dan door naar het ziekenhuis.
Verloskundigen in de tweede lijn
Verloskundigen die in het ziekenhuis werken, worden klinisch verloskundigen genoemd. Zij werken in de verloskamer, de polikliniek, de zwangerenafdeling of de kraamafdeling. Daar begeleiden ze zwangerschappen en bevallingen met een verhoogd risico. Ze werken zelfstandig onder verantwoordelijkheid of in samenspraak met de gynaecoloog. Verloskundigen in de derde lijn
De verloskunde kent ook nog een derde lijn: de zeer specialistische zorg die geboden wordt in academische ziekenhuizen, zoals specialistische echo’s en de opvang van zeer vroeggeborenen of zwangeren met een hoog risico indicatie.