Norman Geschwind en Albertr Galaburda
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 1144 keer
veronderstelden dat testosteron de groei van de linker hemisfeer verstoorde in de prenatale- en vroege postnatale fase. Dit doet dan de kans op linkshandigheid en taaldominantie in de rechter hersenhelft toenemen. Ook kunnen er storingen optreden in de ontwikkeling van het immuniteitsysteem en andere effecten (zie blz. 384) In dit model hangt linkshandigheid samen met andere bijzonderheden, variërend van dyslexie totwiskundeknobbel en van allergieën tot immunstoornissen.
Toeschrijving aan testosteron zou ook verklaren waarom deze verschijnselen meer bij mannen dan bij vrouwen voorkomen.
Voor deze theorie pleit, dat het een aantal verschijnselen met elkaar in verband brengt en een mechanisme aangeeft dat hen verbindt. Tegen de hypothese pleit de vaagheid en de moeilijkheid om het te testen. Verder veronderstelt de theorie een aanzienlijk verschil tussen mannen en vrouwen in handvoorkeur, hersenlateralisatie enz. terwijl dit in werkelijkheid niet zo is.
Een aantal andere onderzoekers wees er op dat, hoewel de verschillen klein zijn het corpus callosum bij linkshandigen groter is dan bij rechthandigen en bij mannen wat groter dan bij vrouwen. Taalgebieden in de linker hemisfeer zijn bij beide sexes even groot, maar omdat de totale hersenen bij vrouwen wat kleiner zijn het corpus callosum relatief groter. Binnen de taalgebieden hebben vrouwen een grotere dichtheid van neuronen per volume-eenheid dan mannen. Kortom; sexe, handvoorkeur, hersenstructuur en andere variabelen hebben verband met elkaar, maar de links zijn gecompliceerd en zwak. Er moet nog veel onderzoek verricht worden.