Hechting
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 1020 keer
- John Bowlby de grondlegger van de hechtingstheorie, ontdekte dat het hebben van een primaire persoon om aan te hechten van groot belang is voor een normale ontwikkeling. De verklaring hiervoor is volgen Bowlby evolutionair bepaald en helpt bij het overleven. Het zoeken naar een gehecht persoon wordt geselectederd op het moment dat het overleven in gevaar komt. Dit gedrag is onafhankelijk van de leeftijd.
- De fase van gerichte hechting wordt aangekondigd door verlatingsangst, vlak daarna ontwikkeld het kind angst voor vreemden. De paniekreacties die hierbij ontstaan (verzorger verlaat ruimte/ vreemde komt binnen) bereiken hun hoogtepunt wanneer het kind tussen de één en twee jaar oud is.
- Kinderen in de leeftijd tot twee jaar spelen vaak in een bepaalde afstand van hun verzorger, de zogenaamde comfort zone. Tijdens hun spel controleren ze regelmatig of hun verzorger nog in de buurt is en goedkeurt waar het mee bezig is, dit proces wordt sociale referentie genoemd.
- Vanaf ongeveer de leeftijd van drie jaar verlaten peuters de fase van gerichte hechting. Volgens Bowlby gebeurt dit doordat zij cognitieve vaardigheden hebben ontwikkelt om een interne representatie van hun gehechte persoon vast te houden. De kritieke periode van hechting ontwikkelt zich dus tijdens de meest kwetsbare periode van het leven, wanneer kinderen zich gaan voortbewegen in de wereld.
- Mary Ainsworth heeft onderzocht in hoeverre kinderen verschillen in hun manier van hechten. Dit deed zij door middel van het experiment “strange situation”.