Logo
Print deze pagina

DNA en RNA

Deel dit artikel:

DNA

  • Desoxyribosesuiker
  • Dubbelstrengig
  • Ruggengraatsysteem met 2 strengen (complementair) : ruggengraat = verbindingen van
    suikermoleculen.
  • aaneenschakeling van suikermoleculen met daartss fosfaatgroep die hydroxilgroep (OH)
    koppelt aan CN3  streng van suiker + fosfaat. Hierop liggen basen.
  • Basen :
    • Purines : adenosine (A), guanine (G)
    • Pyrimidines : cytosine (C), thymine (T)
      • 4 basen, telkens verbinding van 1 purine en 1 pyrimidine
  • DNA-strengen zijn complementair
  • 5 koolstofatomen in dioxiribosesuiker
    • op 5e zit fosfaatgroep ( ) = 5’
    • op 3e hangt hydroxylgroep (OH) = 3’


-> strengen bevatten 6 miljard nucleotiden, 1 nucleotide = basenpaar + suiker + fosfaat

-> DUBBELSTRENGIG, COMPLEMENTAIR EN ANTI-PARALLEL

RNA

  • = ribosesuiker
  • enkelstrengig
  • U ipv T
  • 5’ en 3’ uiteindes

Genetische code

= code voor aanmaak van eiwitten

eiwit opgebouwd uit aminozuren

20 verschillende aminozuren

1 nucleotidetriplet (3 basen per DNA-streng) bepaalt 1 aminozuur

WANT:

- stel 4 = basen op 2 = plaatsen
= 4x4 MH = 16MH
- stel 4 = basen op 3 = plaatsen
= 4x4x4 MH = 64 MH

Teveel MH = sommige tripletten coderen voor zelfde aminozuur
vb. Valine = CAA ; CAG ; CAT ; CAC
Meestal is 3e positie niet altijd even kritisch, maar KAN wel belangrijk zijn.

Copyright © 2019. All rights reserved.