Menu

Cellen hebben altijd honger

Deel dit artikel:

Stoffen hebben continue een aanvoer van voedingsstoffen, en dan vooral brandstoffen, nodig. Als je voor lange tijd niet eet, gaan de celprocessen door. Eerst gebruiken ze het glycogeenrantsoen van je lever en spieren (0,5 kg), maar dit is na een dag op. Daarna beginnen je cellen aan het vetrantsoen (gem. man 12 kg, gem. vrouw 17 kg.). Door deze noodvoorraden blijft je bloedsuikerspiegel nog enige tijd constant.

Bij vetverbranding hebben je hersencellen/rode bloedcellen een probleem omdat deze alleen glucose kunnen verbranden. De lever lost dit op door uit eiwit en glycerol glucose te maken. Levercellen verwijderen de aminogroep van aminozuren en zo kunnen ze het resterende omzetten in glucose. De overtollige schadelijke aminogroepen worden omgezet in onschadelijk ureum. 100 gram eiwit lever 55 gram glucose op. Als eerste worden orden actieve eiwitten als enzymen afgebroken, als laatste eet je je spieren op.

Er zijn cellen die zelf eten en verteren, zoals je schildklier en nieren. Deze nemen voedsel tot zich door endocytose. Het voedseldeelte wordt omsloten door een stukje celmembraam, dat zich afsnoert en een voedselvacuole vormt. Deze versmelt met een lysosoom en zo begint de vertering. Door actief transport gaan de verteringsproducten naar het grondplasma, onverteerde resten verlaten de cel dmv exocytose.

Bij cellen die zichzelf gedeeltelijk opeten (autofagie) vormt het ER een membraan rond verouderde/beschadigde organellen. De ontstane blaasjes versmelten met een lysosoom en de stoffen worden verteerd. De verteringsproducten worden gebruikt om nieuwe celonderdelen op te bouwen.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen