Menu

Gevaren van globalisering (Issues)

 Ongelijkheid
Zowel tussen regio’s, tussen landen, binnen landen als tussen mensen (sociale verhoudingen in een land).
 Onzekerheid
Verschillende dimensies van onzekerheid:
o financiële instabiliteit en economische onzekerheid
o job- en inkomensonzekerheid
o gezondheidsrisico’s: mondiale mobiliteit, ziektes worden wereldwijd overgedragen (vlees, AIDS, SARS, etc.)
o culturele verschraling: culturele identiteit onder druk (Disneyficatie, McDonaldisering)
o onveiligheid: illegale handel, georganiseerde misdaad
o milieuproblemen: biodiversiteit, ontbossing
o politieke en sociale spanningen
 Polarisatie
De manier waarop informatie- en communicatietechnologie verspreid is, kent een zeer ongelijke verdeling. Er zijn geografische verschillen, en ook het inkomen is van belang. Je krijgt een duale verdeling van de samenleving: hierdoor ontstaan digibeten: die niet kunnen omgaan met deze technologie (dit hangt samen met onderwijs en scholing: ook van belang!). Mannen en jongens lijken te domineren, waardoor er dus ook een genderaspect aanwezig is in globalisering. Engels als lingua franca. Polarisering betekent marginalisering: er ontstaan polen van wie zich er naar kan schikken (= clever people, in de zin van handig), en zo vallen er mensen uit de boot.

Lees meer...

Economische ontwikkeling en sociale ongelijkheid

Begrippen
Het vertrekpunt is het begrip globalisering: in welke mate hangt dit samen met groei en ontwikkeling en werkt ze armoede, ongelijkheid en polarisatie in de hand?
Globalisering

Omschrijving
Wat is globalisering? Een mogelijke definitie (= interpretatie): “Globalisering is een proces waarbij personen, kapitaal, goederen, diensten, ideeën in toenemende mate op wereldwijde schaal worden uitgewisseld”. Er zijn verschillende dimensies: sociaal-economisch, politiek en cultureel. Op welke manier wordt globalisering gemeten? Er worden 4 parameters naar voren geschoven om uitspraken over het proces globalisering te doen:
- Uitbreiding van de interacties/verbreding
- Intensifiëring
- Versnelling
- Impact
Deze verwijzen naar een viertal punten in het VN-rapport:
- Nieuwe markten
- Nieuwe media
- Nieuwe actoren
- Nieuwe regels
Bv.: Globaliseringsindex, 2005: impressies van hoe de globaliseringsindex is doorgedrongen in de wereld. Is er een verband tussen globalisering en ontwikkeling? Zo ja, positief of negatief?
Visies

Er worden een drietal visies onderscheiden:
 Hyperglobalisten
Globalisering na WOII en eind 20ste eeuw. Zij zien globalisering aan als een beslissende breuk waardoor je met een heel andere soort samenleving wordt geconfronteerd: “post-moderne samenleving”, maar: het volgt een ander tijdperk niet zomaar op. Ze hechten veel belang aan communicatie- en informatietechnologie (internet). Ze zijn blij dat ze afgeraken van de “oude, achterhaalde banden van de natiestaat”, en dat ze hun identiteit zelf kunnen ontwikkelen: emancipatorisch. De negatieve visie echter ziet de westerse welvaartsstaat
onder druk, een terminale crisis van de kapitalistische wereldorde. Nieuw tijdperk na globalisering.
 Sceptici
Zij doen het hele globaliseringsverhaal af als een mythe en vinden dat er een duidelijke neoliberale ideologie achter zit, namelijk: de wereld opengooien voor westerse producten (en dus een westerse imperialistische ideologie), volgens hen georganiseerd vanuit westerse neoliberalistische hoek. De handelsafspraken worden volgens hen gedomineerd onder meer door Europa, die meer onderhandelingen heeft dan bv. Afrika op de vergaderingen. Ze halen het argument aan dat we pas in de jaren 1970 weer het niveau halen van het einde van de 19de eeuw, en globalisering is dus niet nieuw, globalisering verloopt in golfbewegingen. Ze vinden het vooral relevant voor OESO-landen om een grip te krijgen op de economische wereld. Ze zien het ontstaan van verschillende economische en politieke blokken. De natiestaat wordt gezien als een bijzonder succesvol concept als westers exportproduct, ook eind 20ste eeuw.
 Transformalisten
In hun mening hebben de sceptici een punt. Ze plaatsen globalisering tegen een bredere achtergrond, maar hernemen het niet louter. Globalisering is niet nieuw, maar de golf van de 20ste eeuw heeft een eigen dynamiek, het is een nieuwe vorm van globalisering. Sommige groepen bevinden zich aan de marge, zijn gemarginaliseerd. Er zijn diverse ruimten die naast elkaar functioneren, er ontstaan diverse mondiale bewegingen: handel, migratie, etc., waardoor interacties ontstaan, niet altijd even snel echter. Natiestaten beheersen het globaliseringsproces in beperkte mate, en hebben dus een zeker impact: ze kunnen globalisering versterken. De natiestaten verdwijnen niet per se, maar er is wel een reorganisatie van de macht. Globalisering is relokalisering, verplaatsing van de macht.

SWOT-analyse
 Sterktes (Strengths)
Je krijgt te maken met een indrukwekkende economische groei en ontwikkeling (globaal), een sterke vooruitgang van welvaart en technologie. Interdependentie van regio’s, groepen, etc.
 Zwaktes (Weaknesses)
Het blijft vooral een marktgericht proces: vooral economische belangen, de concentratie van macht en welvaart ligt bij een beperkt aantal spelers, een ongelijke en onbillijke verdeling.
 Kansen (Opportunities)
Economische ontwikkeling kan je zien als een instrument om armoede en ongelijkheid net te bestrijden, maar het moet daarvoor goed aangewend worden. Het verder ontwikkelen van transnationale regels en instellingen die de grenzen overstijgen, wel om een orgaan te ontwikkelen waar men globalisering gaat begeleiden om kansen aan te grijpen.
 Bedreigingen (Threats)
o Ethisch: economische belangen gaan vaak ten koste van de mensenrechten, sociaal-economische rechten, solidariteitsrechten, ecologische rechten.
o Exclusie: zowel op het niveau van regio’s als individuen dreigt het mensen uit te sluiten.
o Veiligheid: het dreigt de stabiliteit te verstoren, door instabiele verhoudingen.
o Duurzaamheid: milieuvervuiling, klimaatproblematiek.

Lees meer...

De lange 20ste eeuw

Situering
Het hoogtepunt ligt net voor de oliecrisis. Open vraag: zitten we nu in een terminale crisis?

Productie
 Tweede Industriële Revolutie
o Gebruik van nieuwe energiebronnen
o Bedrijven gaan in deze periodes kartels vormen
 Nieuwe arbeidsorganisatie
o Taylorisme: het arbeidsproces/productieproces wordt opgesplitst in verschillende zeer kleine stappen in het productieproces, wat tijdswinst oplevert, zowel om het aan te leren als om het te maken. Dit noemt men scientific management, overgenomen door Henry Ford.
o Fordisme: hetzelfde principe wordt toegepast in zijn fabriek, aan de lopende band. Bovendien komt er ook een systeem waarbij arbeiders maar 8u per dag moeten werken voor een vast loon.
o Managerial revolution: dit principe is ontstaan in het middenkader. Er komt een scheiding tussen eigendom en bestuur bij de leiding van het bedrijf: men gaat managers aanwerven om het bedrijf te leiden. Hierdoor ontstaat het logge bedrijfssysteem: dit gaat uiteindelijk ten koste van de efficiëntie, maar aanvankelijk is het een groeisucces.
o Sociaal overleg: de arbeiders bewaren de sociale vrede in ruil voor het delen in de welvaar. Dankzij een hoger inkomen stimuleren ze de vraag. Dit geeft een positieve impuls aan de economie.

Arbeid
Er is een lage participatie: vrouwen en kinderen worden uit de arbeidsmarkt geweerd. Dit komt door de crisis van de jaren 1875: men probeerde mensen uit de arbeidsmarkt te weren opdat er minder werklozen zouden zijn. Daarom voerde men een verbod in op kinderarbeid. Er bestond een formele ongelijkheid tussen man en vrouw: op het vlak van lonen bestaat er een discriminatie. In 1957, bij het Verdrag van Rome wordt in artikel 119 het verschil afgeschaft, maar België weigert akkoord te gaan.
In de jaren 1960 volgt economische emancipatie, bv. de vrouwenstaking in 1966. In 1975 komt er een Europese richtlijn voor de gelijke beloning van man en vrouw, en in 1976 komt er een Europese richtlijn voor de gelijke behandeling van man en vrouw. Men investeert tegelijkertijd in hogere scholing. Het kostwinnersmodel gaf onvoldoende inkomen om te overleven: de overheid moet bijspringen om te kunnen overleven. Kan de overheid dit blijven doen in de 21ste eeuw?

Bevolking en gezin
Er is een lage nataliteit en mortaliteit. Introductie van contraceptiva (jaren 1950: de pil). Er is een meer duurzaam gezinsmodel: ideaalbeeld van huisje, tuintje, kindje. De overheid heeft volop geïnvesteerd in de spoorwegen: men wil mensen thuislaten en door goedkope arbeidersabonnementen naar de steden verboeren. Evolutie van de huwelijksleeftijd: het oud model wordt verlaten. De huwelijksleeftijd gaat dalen, maar op een bepaald moment weer stijgen. Men gaat ook minder kinderen krijgen: de huwelijksleeftijd en de nataliteit worden losgekoppeld van elkaar.

Overheid
De overheid neemt een prominente rol op, en samen daarmee de kosten. Ze gaat vaak aan deficit spending doen (opbouw van een zeer grote staatsschuld).

Lees meer...

De lange 19de eeuw

Situering
Het Britse imperium staat aan het toppunt van zijn macht in het derde kwart van de 19de eeuw.

Productie
De plattelandssamenleving gaat op een grondige manier veranderen: de crisis van de jaren 1840 zorgt ervoor dat het nieuwe model gaat doorbreken. Landbouwers kunnen door de versnippering van het areaal niet meer zelfstandig overleven, waardoor er grote migraties komen van platteland naar industriegebieden. Industrialisering hangt ook samen met de opkomst van de spoorwegen.

Arbeid
In de late 18de eeuw werd de Wet de Chapellier (1791) gestemd: er kwam een verbod op beroepsverenigingen, omdat men vond dat ze de vernieuwing verhinderden, en vrijheid van arbeid. De plaats van consumptie en de plaats van productie werden losgekoppeld van elkaar. Er kwam een hoge arbeidsparticipatie: het inkomen van vrouwen en kinderen was noodzakelijk. Er was echter wel een lage bescherming: via het arbeidsboekje, arbeid was flexibel en goedkoop en dus vervangbaar.

Bevolking en gezin
Er was een hoge bevolkingsgroei (ongeveer 1%), een hoge nataliteit en een hoge mortaliteit (vooral bij jonge kinderen), zo’n 40 à 50% van de kinderen sterft voor hun 10de levensjaar (dit daalt tot 25% in de jaren 1880). Dit was gerelateerd aan de babyvoeding. Er was een restrictieve fertiliteit: mensen huwen vaak zeer laat of blijven celibatair. Dit heeft een invloed op het aantal kinderen die geboren worden. Het gezin is een zeer losse structuur: vaak trouwt men pas wanneer men al zwanger is. Je krijgt op die manier verschillende samenlevingsvormen (vaak onder gedwongen omstandigheden).

Overheid
Er is sprake van een afwezige overheid: laissez faire. De overheid doet bv. maar een minimale
inspanning voor herverdeling. Ze stelt zich vooral op als bewaker van de politieke en sociale belangen van de burger. Er speelt de ideologie van de vrije markt. De overheid grijpt wel degelijk in, maar vooral voor zij die het politiek voor het zeggen hebben. Of in functie van bv. accijnzen op jenever omdat het ongezond is. Er is een ongelijke bescherming van arbeid en kapitaal: de overheid lever maximale inspanningen voor de economische belangen, maar minimale voor de sociale belangen.

Lees meer...

Welke lange eeuwen?

 Lange 19de eeuw
Kernbegrippen die we ermee kunnen associëren:
o Industriële Revolutie
o Eeuw die zich typeert als de economische liberalisering, sociale disciplinering
De kosten worden afgewenteld op de arbeid en het gezin. Zo’n extensief model kan niet op lange termijn blijven functioneren, want dit put de maatschappelijke krachten uit.
 Lange 20ste eeuw
Kenmerken die we ermee associëren:
o Gold van de tweede Industriële Revolutie
o De overheid treedt meer op
o In plaats van een overlevingsmodel komt een patriarchaal model
 Intensief model: men probeert de inspanningen die men draagt voor een stuk te compenseren. Men gaat investeren, niet enkel in economie, maar ook in mensen, bv. in onderwijs. De overheid neemt een steeds grotere rol in, ook financieel: ze zullen een groot deel van de kosten dragen.
 Lange 21ste eeuw?
Kernbegrippen die we ermee kunnen associëren:
o Derde Industriële Revolutie? Digitale revolutie
o We zien nieuwe samenlevingsmodellen ontstaan en een toenemende individualisering.
Hoe zal dit model zich verder gaan ontwikkelen?

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen