Beschrijf de relatie tussen onderwijs en natie.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Reageer als eerste!
Doordat boeken gelezen worden in een standaardtaal is er nood aan vorming van een natie. Boeken en naties ondersteunen elkaar. Boekdrukkunst zorgde voor nationale begrippen zoals de standaardtaal en de literaire canon. Vroeg enkelvoudige geletterdheid, nu meervoudig.
Maar hoe gaan we nu om met die nationale constructies in het literatuuronderwijs? Conservatieve cultuurfilosofen zeggen dat het essentiële constructies zijn voor de samenleving, terwijl de progressieven ze zien als onnodig en gevaarlijk. Nu worden we geconfronteerd met het inzicht dat Europa slechts een cultuur onder de culturen is en dat naties slechts constructies zijn. Vroeger werd men vooral in de goede dingen van cultuur onderwezen en de slechte van anderen. Robert Musil zei bijvoorbeeld dat Duitse kinderen leerden neerkijken op de Oostenrijkse en Franse kinderen als decadente losbollen.
De enkelvoudige geletterdheid en identiteit wordt gaandeweg vervangen door meervoudig geletterdheden en identiteiten. Doordat mensen hun perspectieven verruimen worden nationale identiteiten steeds meer ervaren als ‘imaginaire gemeenschappen’ (Iedereen zegt erover wat hij wil).
Hoe onderwijs je dan over naties als imaginaire constructies? Begrippen als globalisering, mediatisering en multiculturele evoluties komen dan ter sprake. Nog belangrijker is The virtual community: digitalisering, netwerken die ontstaan buiten de grenzen van een natie.
TOCH: is nationale of culturele identiteit nog niet verdwenen van politieke en culturele agenda. Hoewel de vanzelfsprekendheid van de traditionele cultuuroverdracht in vraag gesteld wordt, blijft ze voorwerp van zorg. Dit blijkt ook uit het debat binnen het moedertaalonderwijs tussen traditie en vernieuwing ….