Menu

Relatief verval van het klassiek liberalisme

- Klassiek liberalisme blijft wel de dominantie geestesstroming ondanks het onder druk staat

- Het effect van het Liberalisme:Een continue vooruitgang van de basisaspecten

Een verzwakking van de fundamenten waarop het liberalisme rust.

- een aantal dogma’s komen in het gedrang

Individu als rationeel wezen: Onder druk van technologische populaire theorieën

 Economisch vlak: het laissez-faire principe

Door economische depressie (na 2e IR)  meer stemmen voor protectionisme  vrijhandel

Nationalisme in de economie  opeisen van grondstoffen = onderdeel van imperialisme

Sociaal vlak: door verlies van laissez-faire  overheidsinterventie voor bestaanszekerheid

arbeidsbewegingen kunnen meer druk uitoefenen

 Politiek vlak: aanwijzen van vertegenwoordigers door vrije burgers.

Lees meer...

Wetenschap, filosofie, kunst en religie

- De opvatting over mens en wereld is in beweging grote vlucht van wetenschap: nieuwe inzichten.

Maar ook bij een brede laag van de bevolking komen nieuwe inzichten

Impact van de evolutie

- Charles Darwin  evolutie theorie toepassen op mensen

 mens = 1 soort met biologische varianten ( misbruikt door racistische theorieën)

 grote impact  wereldbeeld van mensen gaat veranderen

 ‘Survival of the fittest’+ natuurlijke selectie

- Sociaal Darwinisme: Het toepassen van de evolutietheorie op de maatschappij

 wordt gebruikt door de elite om zich af te schermen tegen de eisen van minderheden

 Hun sociale positie is gewoon het gevolg van een natuurlijk selectie proces

 Soms ook een racistische invulling: soorten tov elkaar gaan plaatsen (superieur)

Was niet het doel van Darwin zelf  theorie wordt gebruikt zoals het hen uitkomt.

Genetica, Antropologie en psychologie

- Gregor Mendel  erfelijkheidsleer

 ook zijn theorie wordt misbruikt als grondslag van racistische theorieën

- Antropologie = het bestuderen van psychische en culturele eigenschappen van de mensheid

 hierdoor wordt de mens meer rassenbewust

 grote impact op religie  ondermijnen van traditioneel religieus geloof.

- Psychologie = een wetenschap over gedrag

grote implicaties over de natuur van de mens, vrijheid en rationaliteit.

De nieuwe geneeskunde

- Albert Einstein: nieuwe Relativiteitstheorie = tijd wordt beschouwd als een 4e dimensie

 niet meteen een praktisch nut maar gaat basis vormen voor nucleaire fysica

Trends in Filosofie en kunst

- agnosticisme = de erkenning van onwetendheid

- Positivisme = het geloof dat enkel wetenschappelijke methode positieve kennis kunnen leveren.

-Kunstenaars gaan de intellectuele ontwikkelingen volgen

 impressionisten: de meest invloedrijke artiesten  representatie van het alledaagse leven

 na WOII: een trend van subjectivisme

De kerk en de moderne jaren

- De ontwikkeling in de wetenschap + de sociaal-politieke omwenteling  impact op de kerk.

- De Pauselijke macht verzwakt al langer (van voor de Frankrijk)  toch nog maatschappelijke invloed uitoefenen via het geloof van de mens en de machtapparaat.

- In Frankrijk is men de grote verliezer  Clerus geen aparte stand meer met privileges

Einde aan de monopolie op geloof

- Kerk = sterkhouder van de restauratiebeweging maar moet toch veranderingen ondergaan.

- Verdwijnen van Pauselijke staten door nationalistische beweging in Italië

 Paus moet dit ondergaan (pas verzoenen met Mussolini in 1922 vaticaan)

 Maar de macht van de Paus is evenredig met deze van de Pauselijke staten

 via het geloof en geweten van mensen macht uitoefenen politieke rol te kunnen spelen

 om hun instrument van macht verzet tegen technologische en wetenschappelijke evolutie

- Paus = kritisch tegen alle vormen van vooruitgang  tegenoffensief = Vaticaans Concilie

 onfeilbaarheid van de paus  katholieken moeten de visie van de paus aanvaarden

Nieuwe reactionaire stroming = Ultramontanisme  geestelijke boven wereldlijke macht

Liberaal-katholieke stroming  scheiding kerk en staat

 Paus wel hoogste woord in geloofszaken

- Kerk gaat zich ook mengen in sociale zaken  Leo XIII: Rerum Novarum

 men is nog behoudsgezind maar pleit voor rechtvaardigheid en sociale correcties

aanknopingspunt voor Christen-democratische beweging en vakbonden

 wijst het socialisme als onderdeel van de katholieke beweging.

- Protestantisme: onderscheid tussen modernisten en fundamentalisten

 Modernisten = aanvaarden wetenschap + veel van de Bijbel interpreteren als metafoor

 Fundamentalisten = gaan de meest onbetwijfelbare wetenschappelijke bevindingen negeren.

- Jodendom: gaan richting emancipatie en assimilatie

 2 nieuwe tendensen:  Cultureel en politiek nationalisme van de joden zelf

 De groei van een nieuw antisemitisme

Lees meer...

Socialisme, vakbonden en feminisme

- Bij de arbeiders klasse krijgen we een sterke beweging voor een ‘sociale’ republiek

- Socialisme = een politieke beweging die streeft naar vooruitgang

 de idee van vooruitgang is zeer sterk aanwezig in de cultuur

 dringt door in brede segmenten van de samenleving dmv technologie (ene doorbraak na de andere)

- Socialisme: 2 acties  laten verdwijnen van de kapitalisten  radicale vormen van socialisme

 onderhandelen met deze kapitalisten  vorming van vakbonden

 een interne contradictie

- Bij de intellectuelen in de middenklasse gaat men het lot van de arbeiders gaan aantrekken(vb: Marx)

De vakbondbeweging en de groei van Britse ‘Labor

- Binnen de sociale arbeidsbeweging: 2 tendensen

 Revolutionairen: in de leer van Marx  gaan de strijd aangaan tegen het kapitalisme

 Reformisten: zijn gebaseerd op concrete verwezenlijking niet op abstracte toekomst

Staan voor onderhandeling + geleidelijke verandering  stakingswapen (als deel van onderhandelingsstrategie).

- Arbeidsbeweging is heel sterk in GB (vroegst IR) gaat organisatie van arbeid buiten de wet stellen.

 MAAR Toename groep van arbeiders  toename van macht  meer ruimte voor organisatie

 GB: vlug ontstaan van vakbonden  Afdwingen stemrecht en organisatie

Gebaseerd op onderhandeling met WG (= werkgevers)

 Start met: ambachtelijke unie  een unie van arbeiders in dezelfde sector.

 Vakbonden gaan uitgroeien tot massaorganisatie maar zal even duren voor men groeit tot politieke partij  ontbreken van de impuls

 Labour = eerder drukkingsgroep op de 2 bestaande partijen  wordt later een politieke partij.

- Op het continent: Prille socialistische bewegingen rond het Utopisch socialisme

 nog geen sprake van georganiseerd socialisme.

Europees socialisme na 1850

- 1864: de 1e Internationale overkoepeling van vakbonden en sociale organisaties over Europa

 In de lijn van internationale klassensolidariteit

 gemodelleerd naar de idee van Marx

- 1871: de Parijse Commune (Na de Frans-Pruissische oorlog)

 Gaat voor Internationale begin zijn van een internationale socialistische arbeidsbeweging

 Maar de Internationale gaat er door doodbloeden  zien wel hun toekomst in de Parijse

Commune

 Krijgt te maken met een zeer zware repressie

- In Europa: gematigde socialistische partijen  verenigen in de 2e Internationale

 Deze is eerder sociaaldemocratisch Marx als ideologie niet afgezworen

 Kiest voor een praktijk van onderhandeling en zo de inkapseling in de burgerlijke-liberaal-kapitalistische staat, via hervorming.  de negatieve integratie

- Ook groei van het socialisme dat Marx formeel verwerpt = Revisionisme

- Dus in veel landen gaat het socialisme in 2 richtingen evolueren.

- In vele landen gaan de arbeiders niet in een revolutionaire stemming zijn

 Omdat het Kapitalisme bewezen heeft dat het werkt

 Omdat in vele landen arbeiders het recht hebben gekregen om te stemmen

 Omdat men politieke partijen en krachtige vakbonden gaat oprichten.

Feminisme

- Olyme des Gouges  ‘Les droîtes des femmes’ (Frankrijk)

 vrouwen worden al in de Frankrijk geweerd uit politieke salons

- In Europa: creëren van Internationale raad van vrouwen  groeiende vraag voor vrouwenstemrecht

 de 1e feministische golf

 Maar het toestaan van het 1e vrouwenstemrecht zal duren tot WOI

Lees meer...

De vooruitgang van de democratie in West-Europa

Algemeen

- Belang stemrecht voor arbeidersklasse

  • § ° massapartijen

- Aandacht voor de sociale en economische problemen van de het industrialisme

De derde Franse Republiek (°1870)

- Na de Frans-Pruisische oorlog

- Door Bismarck georganiseerde verkiezingen in Frankrijk (algemeen mannelijk stemrecht)

- Weinig republikeinen verkozen (1/3e)

- De Parijse Commune weigert het gezag van de verkozen regering te aanvaarden

  • § Burgeroorlog (Commune VS Assemblée Nationale)
  • § De Assemblée Nationale stuurt het leger naar Parijs
  • § Repressie (20.000 )

- De Assemblée Nationale roept opnieuw (de Parijse Commune had dit reeds eerder gedaan)

- Door verdeeldheid onder de monarchisten kon dit

  • § Voorstanders van een restauratie van de Bourbons
  • § Orleanisten

- Tweekamerstelsel (Parlement + Senaat) met de premier en zijn kabinet als sterkste uitvoerende macht

Problemen van de derde Franse Republiek

- Verdeeldheid: monarchisten VS republikeinen

- Republikeinen worden minder radicaal en winnen stemmen

De Deyfus-affaire

- Alfred Dreyfus: joodse kapitein in het Frankrijk leger

- Om anti-semitische redenen uit het leger geweerd (1894)

- De zaak werd lange tijd niet heropend door steun van anti-semieten, royalisten, militaristen.

  • § Gebruiken de zaak om het republikeinse regime is een slecht daglicht te plaatsen

- Uiteindelijk toch vrijgesproken na een grote pro-Dreyfus campagne (1899)

- Oorzaak voor diepe ideologische breuklijn republikeinen VS conservatieven

Voor- en nadelen van de derde Franse Republiek

- Algemeen goede levensomstandigheden (VOORDEEL)

- Vrij lage industriële ontwikkeling (NADEEL)

- Politieke versnippering -> veel kort bestaande regeringen (NADEEL)

De Britse constitutionele monarchie

- (Second) Reform Bill

  • § Uitbreiden electoraat (nog geen algemeen mannelijk stemrecht)

- Stabiel parlementair regime

  • § Whigs (liberaal) en Torries (conservatief)
  • § Respecteren elkaar
  • § In handen van rijken (geen vergoeding)
  • § Toch sociale politiek: stemmen winnen van arbeiders

Britse politieke veranderingen na 1900

- ° Labour

- De liberale partij wordt linkser

  • § Sociale welvaart

 progressieve inkomstenbelasting

  • § Vergoeding voor leden van House of Commons
  • § Pro staatsinterventie (economisch en sociaal)

- De liberalen gaan op in Labour en een minderheid gaat naar de conservatieve zijde

De Ierse Kwestie

- 1801: “Verenigd Koninkrijk van GB en Ierland”

- Slechte omstandigheden voor boeren in Ierland

  • § Kerkelijke tienden betalen
  • § Sterke afhankelijkheid van grootgrondbezitters

- Ieren willen home rule

  • § Gesteund door liberalen in GB
  • § Tegengewerkt door conservatieven in GB

- 1914: home rule

  • § De Ulstermen (N-Ierland) willen geen afgescheiden Ierland
  • § Bijna burgeroorlog

- Na WOI: home rule voor Eire (Ierland zonder het Noorden)

  • § Eire wordt al snel helemaal onafhankelijk
  • § ° Ierse Republiek

- Ulster blijft een deel van GB

  • § Protestants

Bismarck en het Duitse Rijk (1871 – 1890)

- Herhaling

  • § Hervormingen van bovenaf (parlementair systeem)
  • § Alle macht blijft bij keizer en kanselarij (verkozen kamer heeft weinig macht)

- Macht van de Junkers blijft hoog

 zijn heel kritisch t.o.v. Bismarck

- Bismarck gaat steunen op liberalen

  • § Tegen de zin van de katholieken
  • § Zij erkennen bijgevolg een grotere macht: de paus

- Kulturkampf: anti-klerikaal bestuur van Bismarck

  • § Katholieke tegenreactie: °Centraal katholieke partij

 vormt geen bedreiging voor Bismarck

  • § Bismarck gaat met hen samenwerken VS socialisme

- Anti-socialistische wetten (socialistische meetings/kranten verbieden)

- Jaren 1880: Sociaal programma van Bismarck om arbeiders voor zich te winnen

- Paradox

  • § Politiek: Minder democratisch dan andere staten
  • § Sociaal: Meest vooruitstrevend van Europa
  • § (De mensen via welvaart overtuigen)

- Socialisme groeit niet echt

  • § Maar ook nooit verdwenen

Het Duitse Rijk na 1890: William II

- William II als laatse Duitse keizer

- Onenigheid met Bismarck

  • § Bismarck wordt gedwongen uit zijn positie te stappen

- Afschaffen van de anti-socialistische wetten

- Sociaal-democratische partij 

  • § Eisen herziening van de grondwet van 1850

- Agressieverse kolonialistische politiek

Italië

- Constitutionele monarchie (na 1870)

- Onstabiel

  • § Katholieken en paus erkennen Italiaanse eenmaking niet
  • § Kloof arme Zuiden – rijke Noorden
  • § Transformismo: politici zijn niet verankerd in één partij, maar wisselen regelmatig

Oostenrijk-Hongarije

- Grootste probleem: etnische verdeeldheid (Slavische volkeren)

- Oostenrijk: algemeenstemrecht

- Hongarije: streng tegengewerkt door Magyars (angst voor Slavische volkeren)

Vergelijking West-, Centraal-, Oost-Europa

- West: bijna complete parlementaire macht

- Centraal: niet echt een parlementaire macht

- Oost: geen democratie (wel bvb Doema, maar is eigenlijk geen echte verandering)

Lees meer...

De wereldeconomie

De tweede Industriële Revolutie

- Vooral in de Eerste Zone

- Technologische innovaties (elektriciteit, verbrandingsmotor, petrochemie, explosieven, telefoon, radio, uitbreiding sporennet)

- Veranderd consumptiepatroon (ook voor de gewone consument)

- Amerika: pionier ivm bandwerk

- Duitsland: grootste producent van Europa (ipv GB en BE)

Vrijhandel

- GB

- als motor (afschaffen Corn Laws)

- Ook Napoleon III stapt in dit systeem

- Raar want tegen het (toen dominante) nationalisme

  • § Strookt wel met het imperialisme

- Focus op import van ruwe materialen en voedsel

- Export alleen kon de import niet betalen

- “Onzichtbare export”: verscheping, verzekeringen en intrest op uitgeleende bedragen

Export van Europees kapitaal

- Investeren in landen waar expansie mogelijk was (vooral VSA)

  • § Aandelen kopen van bedrijven die daar gevestigd waren
  • § Geld lenen

- Vooral door rijke burgerij

- Grootste kapitaalexport door GB, Frankrijk en DE

De Goudstandaard

- Balans tussen de verschillende munten te stabiliseren (VOORDEEL)

- Universeel aanvaard (VOORDEEL)

- De hoeveelheid goud bepaalt de marktprijs ervan en dus de waarde van geld (NADEEL)

- Goudschaarste was nadelig voor de gewone man (leven wordt duurder)

- GB als eerste dit systeem ingevoerd

  1. § Pond als belangrijkste munt

Gemondialiseerde economie

- Eerste Zone: produceert industriële producten, bezit kapitaal

- Tweede Zone: levert grondstoffen, koopt industriële producten

- Concurrentie  (producenten van dezelfde producten)

§ Druk op de economie 
§ Bij een economische crisis (prijzen ) in een deel van een zone wordt de gehele wereldeconomie verplicht de prijzen te doen dalen

- Zwakheid van het ongereguleerde kapitalsme

§ Werkloosheid  (door besparingen)
§ Afwisselende hoogte- en dieptepunten

- Iedereen wordt dus meer kwetsbaar

  • § Implicaties op de politiek (door economische onrust)
  • § Overheden trachten de vrijhandel steeds meer te reguleren

 protectionisme

Veranderingen in organisatie: kapitaalconcentratie

- ° Grote corporaties

§ Verschillende economische processen onder één bestuur (“Verticale integratie”)

 van ontginning tot afgewerkt product onder één corporatie

- “Horizontale integratie”

§ Verschillende branches onder één “trust” of “kartel”

 zich beschermen tegen fluctuaties van de markt

- Hierdoor: kapitaalconcentratie

- Meer stabiliteit (prijzen, werkgelegenheid)

§ Niet per se betere lonen

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen