Menu

Opmerkelijkere elementen:

  • Portretten van Filips IV van Spanje werden naast die van Karel V geplaatst: relschoppers toonden aan dat ze een “goede” regering wél respecteerden
  • De opstandelingen hadden steun van de stedelijke militie én adviseurs met politieke ervaring

Een “gewone” rel over “gewone” grieven veranderde in een complexe rel gesteund door mensen met uiteenlopende problemen: de crisis werd gegeneraliseerd

  • Zoals overal in Europa was er sociale instabiliteit en frustraties die de emmer snel deden overlopen
  • Eveneens overal in Europa speelden Kerken een centrale rol; Patronage van de kunsten en architectuur maakte deel uit van hun communicatiesysteem, beelden genererend getuigend van triomf en grandeur. Gelijkaardige ideeën zitten achter de persoonlijke bouwprojecten van magnaten en prinsen (zie: Versailles)
  • Het dagelijkse belang van symbolisme word het best geuit in de gedetailleerde wetten die bepaalden hoeveel er aan huwelijken, begrafenissen e.d. mocht uitgegeven worden in relatie tot status & bezit - een poging tot sociale controle die rivaliteit uitnodigde
  • Wat de beschaafde samenleving samenhield was het respect voor autoriteit; en Westerse traditie dicteerde dat deze vaderlijk moest zijn: een koning moest over zijn volk regeren als een vader over zijn familie. Vaderlijk gezag was altijd juist en kon niet uitgedaagd worden.
  • Het eerste en belangrijkste voorrecht van de monarch: macht van beoordeling en vergeving, waarop de legislatieve machten en de legitimiteit van het hele wettelijke systeem gestoeld was
  • Gelijkaardige hiërarchische noties i.v.m autoriteit legitimeerden de priesters en katholieke ord

- Het gebruik van “redelijk geweld” om zo’n patriarchaal systeem te handhaven is wat het meest in strijd is met moderne liberale normen, maar de wet was er wel duidelijk over.

Bv. Deense wet uit 1683 i.v.m. beleid t.o.v. het hoofd van een gezin die kinderen of dienaars strafte

  • In de praktijk hing oplegging van de restricties af van de tolerantie van de lokale gemeenschap
  • We kunnen niet onder de indruk zijn van de afwezigheid van zaken waarin ouders gestraft werden voor geweld t.o.v. hun kinderen of mannen gestraft voor geweld t.o.v. hun vrouw
  • Geweld in in grote mate getolereerd, en soms zelfs aangemoedigd in alle lagen van de bevolking
  • Nergens werden de eisen van de sociale superieuren beperkt
  • Dat het leven niet veel waard was is deels te wijten aan de vele sterftes door ziekte, hongersnood e.d., maar zeker ook aan de intolerantie voor non-conformiteit.
  • De interessen van het individu waren ondergeschikt aan die van de gemeenschap
  • Ordehandhaving was de verantwoordelijkheid van elke gemeenschap, of van de vrijwilligers uit die gemeenschap (vaak jongerenbendes die hun doelen vernederden)

Lees meer...

Napels als kenmerkend voor de rellen doorheen de 17e eeuw

  • Geïnspireerd door voorafgaande rellen in Palermo
  • 1e fase: ceremoniële verbranding van archieven in belastingsbureau
  • 2e fase: gewapende vrouwen (om legimiteit van grieven te bewijzen het poteniele geweld vooraf te gaan)
  • Brood en fruit op stokken: de grieven waar iedereen ze kon zien
  • Tijdens het plunderen van aristocratische huizen: meubels aan de armen

Lees meer...

Verhaal ter inleiding:

  • Juli 1647: Napels geschokt door opstand tegen voedseltekort aan een belasting op fruit
  • Geweld begon op 7 juli; dag van religieuze feesten ter ere van Maagd Maria
  • Visser Masaniello als leider
  • Geweld escaleerde, Masaniello won de steun van een deel van de respectabele stadsmilitie
  • Na een aanslag op Masaniello’s leven werd men nog gewelddadiger
  • Masaniello sterft
  • Andere relschoppers deden nu mee: verarmde textielarbeiders en arbeiders v.h. platteland
  • De revolte werd meer politiek getint, de Spaanse autoriteiten verloren de controle => republiek werd uitgeroepen
  • Pas in april het volgende jaar werd de Spaanse controle over de stad hersteld

Lees meer...

Verhaal ter inleiding:

  • Juli 1647: Napels geschokt door opstand tegen voedseltekort aan een belasting op fruit
  • Geweld begon op 7 juli; dag van religieuze feesten ter ere van Maagd Maria
  • Visser Masaniello als leider
  • Geweld escaleerde, Masaniello won de steun van een deel van de respectabele stadsmilitie
  • Na een aanslag op Masaniello’s leven werd men nog gewelddadiger
  • Masaniello sterft
  • Andere relschoppers deden nu mee: verarmde textielarbeiders en arbeiders v.h. platteland
  • De revolte werd meer politiek getint, de Spaanse autoriteiten verloren de controle => republiek werd uitgeroepen
  • Pas in april het volgende jaar werd de Spaanse controle over de stad hersteld

Lees meer...

Verstedelijking en sociale verandering

  • De 17e-eeuwse stad stonk, was te luid en te druk. Haar cruciale functie als marktcentrum had tot een reeks van speciale economische regelingen voor de handel geleid. Toch verdiende het haar reputatie als een plaats van mogelijkheden en vrijheid
  • In centraal en West-Europa: meeste steden een graad van zelfbestuur
  • Gedurende de 30-jarige oorlog en de periode van geconsolideerd absolutisme na 1660 => vele steden waren naast economische motors ook structurele innovators

Verenigde Provinciën:

  • succesverhaal (op vlak van financiën, specialisatie, handel…), maar ook: inlandse steden groeiden niet gelijkmatig + pauperisatie (bv. In textielstad Haarlem)
  • Het ‘Nederlandse economische mirakel’ vertraagde rond 1675. De verstedelijking besloeg 40 % v.d. bevolking

“bourgeois republiek”

  • De term “bourgeois republiek” heeft enigszins betrekking op de grote maritieme stadsstaten met grote autonomie (bv. Venetië - Hamburg - Amsterdam)
  • Steden leefden op controle van leveringsnetwerken voor voedsel, arbeid en grondstoffen
  • Geen egalitaire gemeenschappen – gerund door oligarchieën van patriciërsfamilies
  • Venetië, Hamburg & Amsterdam: combineerden voordelen van maritieme handel + verwarring in politiek => stabiliteit en voorspoedigheid

Venetië

administratieve efficiëntie en effectief sociaal beleid = langdurige interne stabilitei

Amsterdam

  • snelle groei na 1585
  • nooit echt onafhankelijk, maar domineerde ofwel de gehele politiek of verdedigde haar interesses vurig
  • hoge graad van consensu

Hamburg

  • Opmerkzaam overleven als onafhankelijke stad
  • Een eiland van voorspoedigheid binnen de zee van verwoesting (30-jarige oorlog)
  • Trok muzikanten, vakmannen en scheepvaartsondernemers aan
  • Veilige haven voor religieuze vluchtelingen

ó administratieve centra in natiestaten

  • Madrid als vreemdste vb. van snelle groei enkel gebaseerd op de noden van het koninklijke hof
  • Versailles na 1682 geobsedeerd met sociale status en patronage
  • Normaalgezien gingen economische logica, sociale diversiteit en administratief belang hand in hand => wrijving tussen noden van families werkachtig in de administratieve/militaire sector ó families werkachtig in financiën, handel & nijverheid

à belangrijke groep: administratief, militair en aan het hof gerelateerd personeel

Londen

  • kritieke economische & politieke functies
  • verdubbeld tussen 1600 & 1650
  • bevatte het hele sociale spectrum (hoge adel, rechters, nijverheidswerkers…)
  • eindeloze mogelijkheden voor personen die hun ideeën wilden uiten (religie, vrouwelijke artiesten..)
  • plaats voor criminele activiteiten

Elke stad = spiegel van de gemeenschap => het oosten:

Moskou

  • Stedelingen ontbeerden gezamenlijke autonomie
  • Sterk gebonden door universele diensteise

Oost-Centraal Europa (Polen, Hongarije…)

  • Stedelijke ontwikkelingen had oudere wortels maar werd achteruitgesteld tijdens de 17e eeuw door oorlog en verstrengde controle door de adel

politieke dominantie van de steden door de staat ¹ exclusief Oost-Europees fenomeen

  • pogingen van Lodewijk XIV tot inperken van de onafhankelijkheid van Franse steden, zelfde zien we zelfs in Brandenburg-Pruisen & Frankfurt

De meeste succesvolle Europese steden waren ofwel politieke hoofdsteden die voordeel ondervonden van de effecten van de staatsgroei, of maritieme havens wiens voorspoedigheid hen in de mogelijkheid stelde hun politieke autonomie te beschermen

Armoede, landloperij en criminaliteit

  • Kort na de Revolutie in Engeland van 1683 verdeelde Gregory King een schatting van de gehele bevolking van Engeland en Wales, verdeeld in 25 categorieën, om de sociale piramide van 1688 voor te stellen
    • er was één duidelijke horizontale scheidingslijn, helemaal onderaan: hij splitste de bevolking in degenen die “de rijkdom van het koninkrijk verhoogden” en deze die ze “verlaagden” – betekenend: degenen die rijk genoeg waren om te sparen, en degenen die te arm waren
    • Te arm: arbeiders, zeelui, soldaten, dienaars, armen, landlopers, dorpelingen.
    • De armen: meer dan de helft v.d. bevolking
  • Frankrijk: 10% bedelaars, 50% bijna-bedelaars, 30% zeer slecht gestelden
  • Veel van de vroegmoderne wetgeving verdrong de symptomen van armoede eerder van ze te verhelpen
  • Elk Europees land had een wet tegen landloperij
  • Protestants Europa: aalmoezen waren verboden. Kinderen werden opgeleid om werk te verzekeren; er werd werk gecreëerd voor diegenen die geschikt waren om hun loon te verdienen
    • Dit legislatieve kader bleef gehandhaafd tot de 18e, maar met variaties (Bv: Elizabethaanse armenwet: armenbijdrage geleverd door degenen die zich het konden veroorloven)
    • Ook liefdadigheidsinstellingen
  • Katholiek Europa: Privé-caritasinstellingen bleven dominant
  • Frankrijk: vanaf 1662 in elke stad een armenhuis + andere instellingen => meer dumpplaatsen voor alle soorten vagebonden => gevangenissfeer
  • Er is weinig bewijs dat men toen conjuncturele armoede[1] erkende of dat men de enorme gevolgen van instabiele graanprijzen op de rest van de economie erkende; men gaf de schuld aan armoede en vagebonden

è Het antwoord van de nationale en lokale overheden tijdens de 17e eeuw leidden vaak enkel tot criminalisering van de conjuncturele armoede. Bewijs zijn de vele voorstellen voor het oprichten van arbeidshuizen, ontworpen om bedelaars en vagebonden uit het straatbeeld te verwijderen. Het productieve werk van de geïnterneerden werd gebruikt om financiële zelfvoorziendheid te bereiken.

  • Verslagen over de criminaliteit uit de vroegmoderne tijd vertellen ons waarschijnlijk meer over het gedrag van de autoriteiten dan de eigenlijk aard van de misdaden. Zeker is dat niet alle misdaad verbonden was aan armoede, en niet alle misdaad een vorm van sociaal protest was.
  • Kruimeldiefstallen stonden waarschijnlijk in relatie met de korte termijn economische instabiliteit
  • Diefstal e.d. waren meestal niet-gewelddadig en opportunistisch => vaak werden kruimeldiefstallen niet zwaar berecht
  • Veel van de terugkerende legislatie tegen vagebonden was wss. Een reactie tegen de veronderstelde misdaad van de mobiele armen, die weinig connecties hadden en zo een gemakkelijk doelwit voor vervolging/deportatie/gedwongen arbeid waren.

D. Rellen en sociale controle



[1] Armoede door schommelingen in tewerkstellingen door instabiele economie

Lees meer...

Traditioneel: plattelandsgemeenschap in 2 polen:

Oost en Centraal Europa: exploitatief en repressief op basis van lijfeigenschap ó west Europa: “vrije” boereneconomie

à in werkelijkheid liep het dooreen; schulden en marktinstabiliteit konden legale/contractuele onafhankelijkheid tot een illusie maken

à Wat echt telde was dus eerde de socio-politieke context en economische realiteit

MAAR: interessen van boeren & landeigenaars waren niet onverenigbaar: bv. Bij anti-fiscale revoltes in Frankrijk in jaren 1920 en ’30 verenigden de boeren zich met de landeigenaars, en soms met de clerus.

  • Sociale relaties waren dus afhankelijk van verschillende factoren
    • Boven alles stond de angst bij landeigenaars voor een tekort aan arbeid à op vele plaatsen werden daarom beperkingen op de bewegingsvrijheid van boeren ingesteld
    • Alle leencontracten bevatten een obligatie van gehoorzaamheid en onderdanigheid aan de landeigenaar
    • Landeigenaars probeerden hun winst te verhogen door verplichte landbouw op hun land te vermeerderen
    • Deze arbeidseisen veroorzaakte een van de grootste opstanden: 1680 in Bohemen
  • De Habsburgse regering trachtte beperkingen op te leggen aan de maximumarbeid => de onderdanen aldaar waren gekend als “Erbunterdanen’ – erfonderdanen
  • De vroegmoderne samenleving was niet genoeg uitgerust om plattelandsspanningen op te lossen:
    • Kerken (vooral Lutheranisme) promootten onderdanigheid
    • De kroon was zelf landeigenaar – wilde de heerlijke macht dus niet inperken

Toch: geloof in rechtschapenheid en eerlijkheid van de heerster was een universeel ideaal in Europa

  • Gemeenschappen met klachten hadden vaak geen andere keuze dan onmiddellijk naar de kroon te stappen, maar waren bang voor vergelding
  • Voor velen moet de ‘stabiliteit’ verworven door consolidatie van de natiestaten, een illusie geleken hebben

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen