Menu

Verloop Eerste Wereldoorlog

Wereldoorlog, want mondialisering zorgde ervoor dat zowat de hele wereld er bij betrokken

was, en gaf deze oorlog zo een wereldwijde dimensie

 naast de ‘gewone’ oorlog speelt zich intussen ook de Armeense genocide af in het Ott.

Rijk + wordt in Rusland een oorlog tussen roden & witten uitgevochten (zie verder)

• we kunnen WO I opdelen in een vijftal fases:
Fase 1: het begin van de oorlog
• in WO I spelen twee partijen mee: de Geallieerden en de Centrale mogendheden:
- Geallieerden: Frankrijk, G.B., Rusland, België, Roemenië, Griekenland, Japan en nog vele niet-europese staten
 daarnaast tekenden de Triple Entente-mogendheden het Akkoord v. Londen (1914)
om geen afzonderlijke vrede met de Centralen af te sluiten. Het revolutionaire
Rusland zou zich later echter niet aan deze afspraak gebonden voelen…
- Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Ottomanen, Bulgarije
 in 1915 zou Italië aansluiten bij de geallieerden (ondanks dat het lid was van de Triple
Alliantie) omdat het in het geheim Verdrag van London uitzicht kreeg op gebieds-
uitbreiding, wat O-H niet wou bieden.
• de Duitse inval in België maakte deel uit van de geplande Duitse strategie, het “Von-
Schlieffenplan”, waarbij men door een zijdelingse opmars doorheen België hoopte het
Franse leger tot een snelle nederlaag te dwingen. Als men doorstootte tot Calais kon men
immers de Franse hoofdstad isoleren van haar Britse bondgenoot. Na de overwinning op
Fr. zou het volgens de Duitsers dan al veel makkelijker zijn om eerst Rusland en
vervolgens G.B. tot een vredesverdrag te overhalen. Zo zou de oorlog tot een ‘Derde
Balkanoorlog’ worden beperkt…
Fase 2: mislukking Duitse strategie & overgang van bewegingsoorlog naar loopgravenoorlog
• helaas voor Duitsland mislukt haar strategie: het Duitse leger slaagt er niet in voorbij
Verdun te breken en krijgt zelfs een succesvol Frans tegenoffensief aan de Marne te
verwerken. Hierop trachten de Duitsers in een boogbeweging doorheen België te trekken,
maar uiteindelijk moeten zij halt houden aan de Ijzer
 stabilisatie westfront, einde bewegingsoorlog & start loopgravenoorlog/uitputtingsoorlog
Fase 3: de uitputtingsoorlog
• nu krijgen we te maken met een uitputtingsoorlog, waarbij alle sectoren v.h maatschappelijk
bestel werden betrokken  men zet alles op een doorbraakstrategie
 1916: Slag om Verdun & de Slag aan de Somme  elk miljoen doden, maar geen effect
 oorlogsmoeheid komt op, maar de eerste onderhandelingspogingen halen niets uit
(onverenigbare standpunten) + beide zijden blijven hopen op een positieve wending
Fase 4: de interventie v.d. V.S. en de Russische verandering van kamp

• V.S. wil aanvankelijk neutraal blijven, en pleit zelfs na de keldering v.h. passagierschip

Lusitania nog voor een “vrede zonder overwinnaar”  Maar vanaf 1917 starten de Duitsers

echter met een onbeperkte duikbotenoorlog om bevoorrading van G.B. te verhinderen,

zodat ook neutrale schepen het risico lopen aangevallen te worden. De V.S. pikt deze
aantasting van de vrije scheepvaart niet, en besluit na de keldering v.e. 2e Amerikaans

passagierschip tot interventie  is van cruciale betekenis voor het oorlogsverloop!
 doel = democratie & rechten van vrije staten veilig stellen

 Wilson stelt zijn 14-puntenprogramma op, dat streefde naar een betere internationale

orde, waarbij nationalistische doelstellingen meer naar de achtergrond verdwenen

 bevat onder meer:

- afschaffing geheime diplomatie

- vrije zeevaart

- beperkte bewapening

- einde koloniale uitbuiting

- afschaffing tolgrenzen (vrijhandel)

- Volkenbond

- zelfbeschikkingsrecht voor alle volkeren

- visie v.d. V.S. op de toekomstige politieke grenzen in Europa

• in 1917 laten de Duitsers de Russische revolutionaire leiders toe om doorheen bezet

gebied naar hun thuisland te reizen en de Oktoberrevolutie in gang te zetten. Zo wordt er

als het ware een revolutionaire tijdsbom achter de Duits-Russische gevechtslinies gedropt.

 de Oktoberrevolutie maakt een einde aan het voorlopige Kerenski-regime en er wordt
een raad van volkscommissarissen o.l.v. Lenin opgericht. Het nieuwe regime sluit
vervolgens de Vrede van Brest-Litovsk met Duitsland, zodat het zich op de
revolutionaire situatie in Rusland zelf zou kunnen concentreren
 vrede is nadelig voor Rusl. want verliest Poolse & Baltische gebieden aan Duitsland
 geallieerden zien dit als een eenzijdige opzegging van het Akkoord van Londen, en
sturen het ‘witte leger’ op het nieuwe regime af. (vervolg zie verder: anti-Russische
blokvorming)
Fase 5: einde van de oorlog en overwinning geallieerden
• door het wegvallen van het oostfront hoopten de Duitsers nu op een doorbraak aan het
westfront, nog voor de Amerikaanse interventie toekwam.
 1918: offensief o.l.v. Luddendorff tegen Amiens
 geallieerden geven Foch het bevel en hij weet Amiens te redden en de Duitse
aanvallen op Ieper, aan de Marne en rond Reims te weerstaan.
 Foch start een tegenoffensief en weet de Duitsers na de tweede slag aan de Marne
terug te drijven. Toch weigert de Duitse keizer voorlopig te onderhandelen.
 de geallieerden slagen erin de Balkanlinie te doorbreken en ook op het westfront wordt
de Hindenburghlinie gepenetreerd. Het Duitse verlies lijkt onvermijdelijk, en Ludendorff
wil enkel nog de eer van het Duitse leger redden, door een burgerlijk regime de
verantwoordelijkheid te laten nemen voor de aanvraag v.e. wapenstilstand (verklaart
verhaal van de dolksteek in de rug door dat regime achteraf!)
 september 1918: wapenstilstand met Bulgarije en een maand later met Turkije. De
Kroaten, Tsjechen & Slovenen roepen een groot-slavische staat uit. Italië en Oostenrijk
sluiten een wapenstilstand waarop It. de gebieden bezet die de regering had opgeëist.
 intussen breekt in Duitsland de socialistische Spartakistenopstand uit. Men poogt deze
af te wenden door de keizer troonsafstand te laten doen en een Democratische
Republiek op te richten, maar uiteindelijk moet de opstand onderdrukt worden. Op 11
november geeft Duitsland zich over en start de wapenstilstand  directe eisen:
- binnen de twee weken alle bezette gebieden verlaten
- uitlevering van alle militaire infrastructuur aan de geallieerden
Lees meer...

Fase III: 1896-1914: De helse spiraal van 1914: Weltpolitik & machtsevenwicht

drie sleutels om te begrijpen:

- Oorzaken zijn geen aanleidingen:

aanleiding = moord op Frans-Ferdinand, de kroonprins van O-H. Dit gaf een vonk

en veroorzaakte een kettingreactie, die gebaseerd is op de echte oorzaken
oorzaken:

  • toenemend economisch en politiek nationalisme, een toenemende rivaliteit, mede gestimuleerd door het Imperialisme
  • Onaangepaste beheersmechanismen: men had enkel het mechanisme van het machtsevenwicht ( nu ook organisaties zoals VN, IAEA, …)

- Perceptie: het ging niet om een automatisme, alles hangt ook deels af van de perceptie op de feiten, waar reacties op gebouwd zijn (zie Thomas-theorama). De gedachte dat iets niet zal escaleren kan een vergissing zijn!

- de mens wikt én beslist: oorlogen zijn geen automatismen maar ook het resultaat van bewuste handelingen en persoonlijke rationele afwegingen. De reactie van één actor kan het verschil maken. Eens een oorlog echter in gang wordt gezet hebben we te maken met een mechanisme dat niet meer te controleren valt, en altijd gepaard gaat met ongewenste consequenties.

1. Toenemende rivaliteiten en vorming ententes: men gaat pogingen doen om de rivaliteiten

te beheersen, want men ziet het gevaar ervan in.

Grand Deal tussen U.K. en Duitsland (1898-1901): pogen samen de wereld te verdelen

en enkele concurrenten (Fr., Jap., Rusland) het hoofd te bieden, om de eigen machts-

positie veilig te stellen  deal springt af! Tegenstellingen kunnen niet opzijgezet worden,

en Rusland was aan het stoken tussen beide partijen

 einde splendid isolationism en U.K. gaat andere ententes zoeken, regionale ententes

met hetzelfde doel, de eigen machtspositie veilig stellen:

- in Azië met Japan (1902): afspraak gericht tegen concurrenten in deze regio, Duitsland & Rusland. Leverde G.B. een stevigere positie in Azië & de Pacific op + gaf Japan de waarborg dat G.B. neutraal zou blijven in een mogelijke oorlog met Rusland

- in Europa met Frankrijk de Entente Cordiale (1904), een afspraak om de onderlinge

rivaliteiten te beëindigen[1] en zich samen tegen Duitsland & Rusland te verweren.

rivaliteit in Europa:

Duitse reactie op Entente Cordiale: Duitsland voelt zich bedreigd & geïsoleerd, en

doet er alles aan om deze entente te breken.

 zet Fr. onder druk om de E.C. op te geven, door op wereldvlak er overal alles aan

te doen om Fr. te dwarsbomen als ze weigert  zal echter niet lukken!

1e Marokkaanse crisis (1905-06): aanleiding was een bezoek van Duitse keizer

Willem II aan Marokko, waarop een felle reactie vanwege Frankrijk volgde wegens

de Duitse bemoeizucht  V.S. bemiddelt om erger te vermijden

Conferentie & Akkoord van Algeciras (1906): zorgt voor ontlading van de

groeiende Fr.-Duitse spanning, en er wordt een deal gemaakt. Marokko zou

politiek onder Fr. blijven, maar economisch opengesteld worden voor Duitsland.

Het akkoord werd echter nooit uitgevoerd omwillen van het Britse verzet tegen

verdere Duitse infiltratie in Noord-Afrika.

 E.C. blijft bestaan, en de Britten zien in dat Duitsland een groot probleem is, een

probleem dat in vergelijking met Rusland veel groter is (wegens de Bagdadspoorlijn

en de vlootrivaliteit)  toenadering U.K. & Rusl.

 uit vrees voor een grotere gezamenlijke vijand, Duitsland, wordt de klassieke

rivaliteit omgevormd tot een toenadering, tegen deze vijand gericht

 Marokkaanse crisis bezorgde Duitsland dus meer nadeel dan voordeel. De E.C.

werd hechter i.p.v. dat ze uiteenviel. Ook de 2e Marokkaanse crisis zal zo uitvallen.

rivaliteit in Azië:

Japan voelde zich na de Break-up of China beroofd v.d. resultaten v.d. militaire

krachtmeting met China en eist van Rusland dat het Mantsjoerije, dat het in de
Japans-Chinese oorlog had ingenomen, ontruimt. Rusland weigert echter

Russisch-Japanse oorlog (1904-05), waarbij Japan overwint

 voor het eerst overwint een niet-blanke beschaving een Europese grootmacht

 oorlog was wel bemoeilijkt voor Rusland, door de Winterrevolutie van 1905,

toen overal parallelle machtsstructuren, sovjets, uit de grond schoten

Verdrag van Portsmouth (1905) waarbij V.S. bemiddelt: erkenning v.d. overname

van bepaalde gebieden (Mantsjoerije, Port Arthur, Z-Sakhalin) door Japan +

Korea wordt een Japans protectoraat (annexatie volgt echter in 1910)

 Ook Rusland beseft nu dat het gevaar niet bij U.K., maar bij Japan ligt!
toenadering Rusland tot U.K., het bezwaarde verleden wordt opzijgeschoven

Brits-Russische entente inzake invloedszones in Azië (1907)
 nog enkele pogingen tot toenadering G.B. – Duitsl. Maar mislukken allemaal doordat

G.B. de overeenkomst met Fr. niet wil opzeggen. Een conflict tussen Duitsland & Fr.

zou immers hoogstwaarschijnlijk tot een Duitse overwinning, en zo destabilisering

v.h. machtsevenwicht leiden.

2. Blokvorming: de facto opdeling van Europa in 2 blokken:

- Triple Entente (U.K., Fr., Rusl.)  optelling van de Entente Cordiale (U.K.-Fr.), Fr.-Russisch verdrag v. 1894, en de Brits-Russische Entente

- Triple Alliantie (Driebond: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italië)

 iedereen is nu ± even sterk, maar toch zijn er geen regels afgesproken  problemen!

3. Interactie imperialisme en Europees machtsevenwicht:

Duitsland voelt zich geïsoleerd en oefent druk uit op:

- Groot-Brittannië: via vlootrivaliteit (uit angst hiervoor was Bismarck nooit aan imperialisme begonnen!)  even lijkt een diplomatieke oplossing mogelijk, waarbij Duitsland de uitbouw v. haar vloot zou stopzetten in ruil voor Britse neutraliteit in een mogelijke Fr.-Duitse oorlog. Dit mislukt echter en eindigt in een verhoogde rivaliteit

- Frankrijk:

Tweede Marokkaanse crisis (1911): Duitsland stuurt een slagschip naar Agadir,

om te tonen dat het een grootmacht is waar rekening mee moet gehouden worden,

en dat het ontevreden is met de Entente Cordiale. Aangezien het Akkoord van

Algeciras na de vorige crisis nooit was toegepast eist Duitsland nu compensaties  compromis: i.d. rivaliteit m.b.t. Afrika krijgt Duitsland Kameroen toegewezen, op

voorwaarde dat het de Fr. protectoraatsrechten op Marokko erkent.

 lost weinig op: Duitsland is nog altijd ontevreden, en Frankrijk wordt alleen maar

banger voor de groeiende invloed van Duitsland in centraal-Afrika.

 toegenomen Duits-Britse spanningen & grotere toenadering G.B.-Fr.

onvoorzien conflict: Rusl. & Oostenrijk-Hongarije.

 wegens alle crises ontstaat een soort

gewenningseffect waardoor men het gevoel
kreeg dat het perfect mogelijk was door te

gaan met af en toe eens een crisis
 O-H ziet de zwakte v. Rusland in haar neder-

laag tegen Japan, en maakt daarvan gebruik

om haar territoriale ambities in de Balkan

waar de maken  annexatie Bosnië (1908)

 Rusland protesteert – net zoals Turkije & de

Servische nationalisten – maar moet in-
binden aangezien O-H meer steun kreeg v.

Duitsland, dan Rusl. van G.B. of Fr. kreeg.

Balkanoorlogen (1912-1913): Balkanlanden maken ook van de situatie gebruik:

- Eerste Balkanoorlog: Servië, Bulgarije & Griekenland sluiten een Verbond v. Balkan-volkeren en pogen Macedonië te bevrijden van het Ottomaanse juk, wat uitstekend lukt. De Ottomanen worden zelfs van Europees grondgebied verdreven (buiten Constantinopel & de kuststrook aan de zee-engten)

- Tweede Balkanoorlog: conflict tussen Balkanlanden over de verdeling van Macedonië. Bulgarije wil zich niet aan Russische arbitrage onderwerpen, maar raakt snel geïsoleerd t.o.v. Griekenland, Servië & Roemenië zodat het verliest

 vredesakkoord van Boekarest (1913): Macedonië verdeeld tussen Servië & Gr.;

Albanië onafhankelijk & Bulgarije moet Adrianopel terug aan de Turken afstaan.

 gaat om lokale conflicten, maar het is duidelijk dat de grootmachten deze niet meer in

het keurslijf van het machtsevenwicht kunnen dwingen…

 eindigen met vele frustraties: Servië omdat het Bosnië niet wist aan te hechten,

Bulgarije en de Ottomanen zoeken toenadering tot Duitsland, ook Rusland is

ontevreden wegens de daden van Oostenrijk-Hongarije in de Balkan …

= directe omgeving voor de neerwaartse spiraal richting WO I …

4. Neerwaartse spiraal:

28 juni 1914: moord op Frans-Ferdinand door een Bosnisch nationalist, die tevens

geheim lid is van een Servisch genootschap (dat een Groot-Servië wil)

 rest Europa denkt dat het weer een lokaal conflictje is, maar O-H wil van de situatie

gebruik maken om af te rekenen met het Servisch nationalisme, en Servië een lesje

te leren. Het had echter niet gedacht dat de gevolgen zo verregaand zouden zijn…

Spiraal van ultimatums en mobiliseringen, in gang gezet door ingebouwde solidariteiten:

 O-H stuurt ultimatum naar Servië, dat echter gesteund wordt door Rusland & weigert
O-H wordt gesteund door Duitsland en valt Servië aan, waarop Rusland mobiliseert

 Duitsland mobiliseert ook & waarschuwt Rusl. om te stoppen, maar het luistert niet

 Frankrijk steunt Rusland en mobiliseert ook ondanks de eis van Duitsland te stoppen

 Duitsland valt België binnen om Fr. onder druk te zetten (Von-Schlieffen plan), maar

G.B. gaat nu ook meedoen omdat het vroeger haar steun aan België had toegezegd.

 het gaat hier dus om een uit de hand gelopen blufpoker, geëscaleerd door de
ingebouwde onderlinge steunbetuigingen en ingebouwde solidariteiten (één voor

één via domino-effect in de oorlog gesleurd)

Interne overwegingen om door te gaan: het idee dat de oorlog snel voorbij zou zijn en in

het eigen voordeel zou spelen. Men dacht het in de hand te kunnen houden, maar

kreeg uiteindelijk een onvoorzien langdurig, bloedig conflict…

Duitsland: Stahlbad tegen SPD: de SPD was de opkomende socialistische partij, die

tegenstander was van de keizer en zijn entourage. Door de oorlog dachten de

rechtsen de bevolking rond de keizer te kunnen verenigen, en zo met de SPD te

kunnen afrekenen.

Rusland: nationaal elan tegen bolsjevieken: Men dacht door de oorlog het volk te

kunnen mobiliseren rond de tsaar, tegen het bolsjevisme in.

Frankrijk: nationalisme, ingevuld door xenofobie, extreem-rechts en revanchisme
(wegens Elz.-Loth), en geïnstrumentaliseerd door rechtse conservatieve krachten.

 1917: voor het eerst militaire inmenging van de V.S. in een Europees conflict

tijdgenoten over hun tijd?

‘Raadsels i.p.v. eenvoudige politieke waarheden’ (Barbara Tuchman)
Grote complexiteit: vervaging grenzen binnen- en buitenlandse politiek

- Binnenlands

Nieuwe klassen, nieuwe bewegingen

Dualisering samenleving

- Buitenlands

Mondialisering

Wijzigende machtsverhoudingen

Lees meer...

Fase 2: 1896-1914

 1896: aankondiging deelname Duitsland aan imp.

nieuwe imperialistische mogendheden – Duitsland
(Weltpolitik), V.S., Japan, Italië, Leopold II
stappen ook in deze beweging van territoriale

vraatzucht en zorgen voor een langzame toename

van de rivaliteit, wat zal uitmonden in de helse

spiraal die zou leiden tot WO I

Afrika:

Boerenoorlogen: de opmars van U.K. in Z-Afrika stuit op verzet van de inlandse oud-

Nederlandse kolonisten (Boeren) van de Oranjevrijstaat en Transvaal
 oorlog over controle Z-Afrika  U.K. wint, wat echter heel negatief was voor de

publieke opinie, die solidair was met de Boeren (~ V.S. & Irak nu: toont arrogantie

grote imperialistische mogendheid, en de aversie van oorlog van de p.o.)

Voltooiing opdeling Afrika: tegen 1914 worden de definitieve grenzen vastgelegd, die

er nu nog altijd zijn

  • Italië: Eritrea
  • Duitsland: Tanzania, Kameroen
  • Leopold II: Congo Vrijstaat

Break-up of China / Wedren of China :

Japans-Chinese oorlog (1894-1895):
 oorzaak: oorlogen zijn regulatoren van

gewijzigde machtsverhoudingen, en

Japan wil haar grotere macht verzilveren

en haar leidersrol in Azië opnemen.

 aanleiding: controle over Korea, dat

Japan in de eigen invloedszone wil krijgen

 Japan wint, wat leidt tot de wedren op
China, want alle grote westerse

mogendheden springen op China als

aasgieren op een lijk  Westen vormt

een coalitie om een deel van de Japanse

claims, verworven bij het verdrag van

Sjimonoseki, over te nemen[1] (zie kaart:

Liau Toeng & P.A. zouden echter toch

naar Rusland gaan na het Russisch-

Chinees verdrag in 1896)

 geen invloedszones! Er worden echte concessies gedaan waardoor stukken

gebied uit de Chinese soevereiniteit geplukt worden en onder Westerse

bevoegdheid worden geplaatst.

 doordat G.B. schrik krijgt wegens de Russische expansie, zal het in reactie op het

Russisch-Chinees verdrag van 1896, een verdrag met Japan afsluiten (1902)

Break-up of China loopt echter slecht af: 1900: Bokseropstand, xenofobe opstand

gericht tegen de groeiende westerse penetratie van China
 breekt de dynamiek v.d. wedren op China
 Chinese regering kan wegens zwakte niet ingrijpen, & een internationaal hulp-

leger slaat de opstand neer. Na de vraag van wat er nu zou gebeuren zal men

uiteindelijk in 1910 de 1e nationale verkiezingen houden (stichting republiek +

opkomst v. bv. Sun Yatsen)  deels te maken met V.S. die ook invloed in China

wou, en ijverde voor een open door policy (zie verder)

V.S.: in 1890 is de expansie in N-Am. compleet en is het gebied eengemaakt en

geconsolideerd (einde indianenoorlogen, …)
Intern debat over hoe het nu verder moet: Annexionisten VS. anti-imperialisten

  • Annexionisten: willen verder gaan dan het vooralsnog gevoerde commercieel-financeel penetratiebeleid, en willen de invloed blijven vergroten
  • anti-imperialisten: vinden dat de V.S. anders en beter is dan Europa, en niet moet deelnemen aan het Imperialisme (~ nu nog steeds Messiaanse visie)

 Annexionisten winnen, mede dankzij de economische crisis die zorgde voor een

nood aan overzeese afzetmarkten en investeringsplaatsen om deze op te lossen.

 Theodore Roosevelt (≠ Roosevelt v.d. New Deal!): snelle inschakeling in Imperialisme

 stap 1: versteviging v.d. aanwezigheid in de Atlantische oceaan: Amerikaans-

Spaanse oorlog (1898) n.a.v. een explosie op een Amerikaanse kruiser in Havana.
V.S. wint, & na de Vrede van Parijs verliest Spanje haar kolonies in het Caribische

gebied, t.v.v. de V.S. die haar invloed in o.a. Puerto Rico & Cuba vestigt

 stap 2: aanwezigheidspolitiek i.d. Stille Oceaan: Filippijnen, Hawaï, …
= stepstones richting Azië en China
 als laatkomer in China, verdedigt de V.S. een open door policy t.o.v. China, &

vraagt de V.S. het recht op vrijhandel & vestiging t.o.v. iedereen in China te
eerbiedigen. Zo zal de dynamiek v.d. wedren op China inderdaad gebroken

worden na de repressie v.d. Bokseropstand (en de deelname v.d. V.S. daaraan)

 door grote omweg vloot naar Stille Oceaan echter nood aan het Panamakanaal

 Akkoord met Colombia wordt door de Colombiaanse senaat verworpen, zodat

de V.S. het Panamese separatisme gaat steunen, Panama als onafhankelijke

staat zal erkennen, en een nieuwe afspraak voor een kanaal zal maken.

Roosevelt-corollary (1904): is een aanhangsel aan de Monroedoctrine, die zegt

dat de veiligheid van de V.S. enkel gegarandeerd wordt als de V.S. gewapend

mag ingrijpen in het Caraïbische gebied en in Midden-Amerika. Dit werd ook

opgenomen in akkoorden met Caribische staten zoals Panama, Cuba (legitimatie!)

Toenemende rivaliteit en climax, iedereen wil steeds meer gebied controleren

 zou uitmonden in WO I, maar de evolutie naar WO I is geen automatisme en zit

ingewikkelder in elkaar + meerdere oorzaken spelen mee waarvan imperialisme

slechts één tak is.

• conclusies:

 tot 1914 is Europa het centrum v.d. wereldpolitiek.
 Maar: toch organisatie globalisering, wegens de groeiende behoefte om de overzeese

koloniale rijkdommen veilig te stellen. Globalisering is geen automatisch proces, maar

een gevolg van politieke en economische doelstellingen en behoeften!

wereldmarkt & wereldhandel: maar niet in de vorm van wereldwijde vrijhandel zoals

we die vandaag kennen, maar via een opdeling in neo-mercantillistische blokken, die

gezien worden als uitbreidingen v.d. eigen nationale markt, en als dusdanig

afgeschermd worden van andere mogendheden[2]. De hele wereld is nu betrokken in

het raderwerk van een wereldeconomie bestuurd door Europa
 maar: geen centrale planning! Of geen orgaan dat alles regelt (zoals WTO nu)

Lees meer...

Wat is imperialisme?

Imperialisme is een complex fenomeen, en er zijn veel verklaringen voor, maar alles is

terug te brengen tot 2 archetypes:

- economisch (< Marxistisch geïnspireerd: Lenin): imperialisme is de overtreffende trap van het kapitalisme, en de neiging tot expansie zit in het kapitalisme ingebakken

 eens de nationale economieën tekort schieten, is er nood aan expansie naar

gebieden waar nog geen stevige politieke regering geïnstalleerd is
 eens alles verdeeld is: conflict & botsing tussen de koloniale mogendheden

- politiek: imperialisme bevat een streven naar prestige van mogendheden

 men wil de invloedszones uitbreiden en de politieke invloed vergroten in de vorm

van prestige  concurrentie om zo groot mogelijke invloedszone

imperialisme is niet nieuw:

 geen alleenstaand proces, maar langdurig proces dat deel uitmaakt van de
‘Mondialisering’, van de groeiende toenadering van volken & staten en hun groeiende

interdependentie. Deel van een permanente evolutie naar het steeds kleiner worden

van de wereld.

 toch ook specifieke vorm v. mondialisering, met eigen specifieke kenmerken, die niet

overeenkomen met de kenmerken van het vroegere kolonialisme:

- Kolonialisme: vanaf de 15de eeuwdrijvende kracht = Vorsten/handelaars

= pol. beweging, gedreven door vorsten, waarbij deze het streven naar overzeese

machtsuitbreiding gebruiken om de eigen macht te vergroten (mercantillisme!)
 men is niet geïnteresseerd in de verovering v. grote gebieden, maar enkel in de

koloniale waren. Daarom wordt de koloniale aanwezigheid beperkt tot de

kustgebieden (geen interesse in binnenland)  enkel economische penetratie!
 geen nood aan grote expeditielegers, grensposten zijn voldoende

- Imperialisme (1881-1914): gekenmerkt door koloniale & territoriale vraatzucht

economische penetratie én politieke controle over grote gebieden
 voor het eerst wordt de wereld in het economische raderwerk v.h. Westen

opgenomen. Deze keer zijn niet de overheden, maar de ondernemers

(ondersteund door de overheden) de drijvende kracht van de beweging

19de eeuw: antikoloniaal intermezzo

• redenen waarom men geen behoefte heeft aan kolonies?

- economische redenen: vrijhandel (= liberale visie, gedragen door de ondernemers)

 probleem met het mercantillisme was dat de vorsten beslag legden op grote delen

van de winst van handelaars  anti-kolonialisme, men ziet het als iets dat beslag

legt op de rijkdom van de ondernemer

- politieke redenen:

versterking macht & rijkdom vorst: is net wat de liberalen/ondernemers níet willen.

= Anti-kolonialisme om de vorst te verzwakken, en zichzelf zo te versterken

oorzaak oorlogen: kolonialisme lijkt enkel tot conflict en oorlog  anti-kolonialisme

- ideologische redenen: ‘Alle mensen zijn gelijk’

 de liberalen zijn eigenlijk vrij hypocriet … (enkel gelijkheid als het goed uitkomt)

 concreet: er is geen behoefte aan + de opkomende klasse, de burgerij, is er tegen

opkomst imperialisme

• tegen 1881 is er wel weer een draagvlak voor kolonialisme: waarom?

- diplomatieke behoeften: Bismarck had Frankrijk aangezet tot buiteneuropese expansie, opdat het zich binnen Europa niet zou revancheren…

- economische behoeften:

gestegen koopkracht middenklassen (door I.R. & gestegen welvaart). De gestegen

behoefte naar koloniale waren vereist een intensievere aanvoer van deze waren,

want het aanbod kan de gestegen vraag niet langer bijhouden

 men gaat de aanvoer verzekeren door infrastructuur & bedrijven op te richten in

de koloniale landen, en gaat zich ook politiek inmengen om de greep op en

controle over de overzeese gebieden te versterken & verzekeren
 extra stimulans: Depressie 1873-1893: vrijhandel is niet langer evident
+ opnieuw een opkomst van economisch nationalisme

- politieke behoeften:

bevolkingsdruk opvangen  overheid stimuleert migratiegolven richting kolonies

prestige: politiek nationalisme

verloop imperialisme:

• indeling in fases is symbolisch, in realiteit gaan veranderingen

over veel grotere periodes gespreid.

Fase 1 (1881-1896):
 tegen 1881 heeft Fr. een sterke agressieve koloniale

dynamiek ontwikkeld, & tracht het de pol. energie die het in

Elzas-Loth. niet kwijt kan, buiten Europa te verzilveren.

Frans-Britse rivaliteit in:

- Afrika: Scramble for Africa
 Fr. wil N & W-Afrika controleren (als reactie op Britse

imperialisme i.h. Midden-Oosten) & breidt langzaam

uit naar Z & Midden-Afrika  U.K. installeert zich in

Egypte en Z-Afrika, om vervolgens ‘n N-Z verbinding

te maken en ook naar het centrum uit te breiden
 gaat dus om een prestigestrijd en Bismarck vreest

een botsing in centraal-Afrika (Congo = grondstofrijk

gebied!) die ook wel eens naar Europa zou kunnen

komen & het status-quo zou kunnen bedreigen.

 Bismarck roept Conferentie Berlijn (84-85) samen: geen verdeling van
Afrika! Enkel afspreken van spelregels:

  • wie een gebied claimt, moet het ook effectief bezetten
  • Congo gaat naar Leopold II (≠ België!), zodat het een bufferzone tussen de Britse & Franse gebieden in Afrika vormt. Dit is enkel aanvaardt omdat Leopold beloofde dat het gebied openbleef voor handel zonder toltarieven, maar dat hij zelf volledig zou opdraaien voor het bestuur (ook al geloofden weinigen in de mogelijkheid hiervan) + omdat anderen dachten dat hij weinig ambities had (maar hij bleek uiteindelijk zelf ook een O-W-verbinding te willen verwezenlijken, wat mislukte)[1]

- Azië: U.K. controleert volledig Indië  Frankrijk installeert zich in Indochina

Brits-Russische rivaliteit in Azië: The Great Game

 prestigeslag om controle over Centraal-Azië

 conflict over Afghanistan  oplossing:
onafhankelijk Afghanistan als bufferzone

Lees meer...

Tweede Bismarck-systeem (1879-1890)

1879: Tweebond tussen Oostenrijk & Duitsland: tegen Rusland gericht, wederzijds

geheim engagement om elkaar te steunen tegen Rusland in geval van een aanval

 Rusland voelt zich geïsoleerd, en mede door binnenlandse opkomst v. anarchisme

(Tsaar Alex. II † in aanslag) gaat Rusland terug toenadering zoeken (wat Bism.

gehoopt had)

1881: Hernieuwing Driekeizersentente: Rusland & O-H zouden neutraal blijven in een

mogelijke Frans-Duitse oorlog, en Duitsland & Oostenrijk zouden neutraal blijven in een

mogelijke oorlog tussen Rusland & U.K.

1882: Triple Alliantie of Driebond: tweebond + Italië, dat zich gedwarsboomd voelde

door Fr. kolonisatiepolitiek in Tunesië en Fr. zo ook als een bedreiging zag.
= basis van 1 van beide allianties tijdens WO I (maar dit was toen nog niet voorzien)

Sleet op Bismarck-systeem, omwille van redenen van binnenlandse én buitenlandse aard

Binnenlandse kritiek op autoritair status-quo beleid: Bismarck bespeelt de binnenlandse

zoals de buitenlandse politiek en gaat willende allianties met ≠ partijen aan. Hij maakt

het de partijen dus erg moeilijk, en men is ook ontevreden omwille van de repressie v.d.

socialisten  1888: aantreden Wilhelm II, die voorgaande mening deelt en een sterke

natie wil, zonder repressieve aanpak  wrevel!

incompatibele doelstellingen: de constante coalitiewissels van Bismarck keren zich

tegen hem & gaan zich wreken, want Bismarck gaat teveel allianties met tegengestelde

belangen aan. Elk nieuw akkoord creëert wantrouwen bij een andere geallieerde.

tegenstelling Rusland Oostenrijk:

  • 1887: hernieuwing Triple Alliantie
  • 1887: Herverzekeringsverdrag, want Rusland begon te wantrouwen wegens de vernieuwing van de anti-Russische Triple Alliantie

 hierna mislukt een toenadering tot U.K. (tegen Rusland gericht), en gaat Bismarck

terug toenadering zoeken tot Rusland

1890: ontslag Bismarck: het is genoeg geweest voor Wilhelm II, die helemaal niet pro-

Russisch is en zoals U.K. “een plek onder de zon” wil. Hij beschouwt zichzelf ook als

een W-Europese vorst, i.p.v. een slavische  Wilhelm II voelt de lokroep van het

Imperialisme, vele Duitse machtsgroepen willen ook deelnemen aan de wereldhandel

heroriëntering beleid: legt andere accenten die het klassieke Bismarck-beleid verlaten

verwaarlozing Rusland, met een Frans-Russisch akkoord tot gevolg

 1891: wederzijdsbijstandverdrag / 1893: geheim defensief militair akkoord

= definitief einde Bismarck-systeem

1896: Weltpolitik: wereldpolitiek als opdracht, wereldmacht als doel, Duitse vloot als

instrument (Wilhelm II)  kondigt Duitsland aan als een nieuwe medespeler in de

buiten-Europese nationale politiek, Wilhelm II wil een plek onder de zon en deelnemen

aan de uitbreiding v.d. Westerse invloed in de koloniale wereld.

 uitbouw vloot betekent echter een bedreiging voor U.K. als zeemacht…

Lees meer...

Eerste Bismarck-systeem (1872-1878)

= eerste fase van het Europese machtsevenwicht met Berlijn als ‘arbiter’

 Bismarck wil Oostenrijk & Rusland in een coalitie samenkrijgen, met als doel Fr. isoleren

1872: Driekeizersentente: Russische Tsaar, Duitse keizer & keizer v. O-H

 bestaat uit 2 verdragen:

- 1873: Duits-Russische Conventie: wederzijds bijstandsverdrag, als één van beide aangevallen wordt komt de andere te hulp

- Russisch-Oostenrijkse Conventie: minder sterk dan bovenstaand verdrag, een afgezwakt solidariteitsverdrag. Een politiek engagement dat men elkaar de duvel niet zal aandoen, en zal steunen als men problemen ondervindt.

1875: Balkancrisis: = nieuwe fase in de Oosterse kwestie (die nog tot WO I doorloopt)

opstanden in Servië: men wil Ottomaanse juk afwerpen  Servisch-Turkse oorlog

 Rusland gaat onder het mom van pan-slavisme (steun aan onafhankelijkheid voor de

slavische volkeren) de oorlog verklaren aan het Ottomaanse Rijk en zo gebruik

maken van de situatie om haar controle over de zee-engten te verstevigen[1]

Turks-Russische oorlog, waarbij een Groot-Bulgarije ontstaat

 voordelig verdrag v. San Stefano waardoor controle v. Rusland over de zee-engten

en haar zo steviger geworden geopolitieke aanwezigheid voor ongerustheid bij

Oostenrijk & U.K. zorgt Rusland vormt nu bedreiging voor Britse vloot, en er dreigt

oorlog tussen Rusland & U.K. te komen…

 Bism. vreest oorlog & komt om dit te vermijden & de situatie te stabiliseren

tussenbeide  roept de grootmachten samen op Conferentie v. Berlijn (1878):

  • Groot-Bulgarije geamputeerd en onder soevereiniteit Ottomaanse Rijk (= maatregel tegen Rusland)
  • Roemenië, Montenegro: formeel onafhankelijk (= maatregel pro-Rusland, want betekent eigenlijk dat beide in de Russische invloedssfeer vallen)
  • Bosnië-Herzegovina: protectoraat onder Oostenrijk-Hongarije (pro-O-H)
  • Servië blijft onafhankelijk (= maatregel pro-Rusland)

 toch frustraties:

 Bismarck beseft dat de basis van zijn stabiliteitspolitiek wankel is

 Rusland voelt zich benadeeld & vindt dat Bismarck teveel aantrok voor

Oostenrijk & U.K.  trekt zich terug uit de Driekeizersentente

 probleem! Mogelijkheid dat Rusland & Fr. een anti-Duitse coalitie vormen!
 Bismarck tracht Rusland weer tevreden te maken & zijn systeem weer

stevig op zijn poten te zetten in zijn tweede Bismarck-systeem

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen