Wijsbegeerte als Wetenschappelijke Discipline
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 739 keer
nleiding
Onder filosofen is er geen eenstemmigheid over wat filosofie is. Het wat en hoe ervan is onduidelijk, varieert van plaats tot plaats en is persoonlijk.
Voor de jaren ’60: chronologisch / historisch overzicht
Vanaf de jaren ’60: - meer betrokken op de actualiteit
- maatschappijkritisch karakter
- gericht op de wetenschap
>>> Functie van een overzicht van de filosofie = toehoorders confronteren met problemen en de pogingen tot oplossing die ervoor werden uitgedacht
Stuurloosheid in het denken
“U heeft deze mening, ik heb een andere, we hebben allebei evenveel gelijk”
= voltrekt relativisme
“Deze stelling is correct en geen enkele andere kan de waarheid omvatten”
= dogmatisme
gemeenschappelijk kenmerk: ze doen beiden afstand van het redelijk denken en van de rationele argumentatie
Pogingen tot definities
Filosofie = poging om tot objectieve inzichten te komen daar waar het niet mogelijk is omdat er geen wetenschappelijke methode voor is
= poging om kennis te vergaren zodanig dat men een geargumenteerd antwoord kan vormen op vragen waarvoor we geen wetenschappelijk antwoord hebben
Kennis, Wetenschap en de indeling van de Wetenschappen
Kennis
= elke voorstelling, elk denkbeeld of elke overtuiging waarvan we aannemen dat die met een zekere ‘werkelijkheid’ overeenkomt
overeenkomen laat ons toe voorspellingen te maken en dus handelingen te plannen
Wetenschap
= menselijke bedrijvigheid die erop gericht is tot gesystematiseerde en betrouwbare kennis te komen
OF
= resultaat van die menselijke bedrijvigheid in een bepaald gebied: geheel van uitspraken, wetten of theorieën die aan de volgende eisen beantwoorden:
- Ze kunnen worden gecommuniceerd aan andere mensen
- Ze vertonen een systematisch karakter
- Er bestaat een controle op de betrouwbaarheid ervan
wetenschappen worden vaak gekenmerkt door een eigen methode, zodat een bepaling / definitie niet kan gegeven worden zonder deze methode te verduidelijken
Indeling van de wetenschappen
- Formele of deductieve wetenschappen
= logica en wiskunde: uitspraken en stellingen worden bekomen zonder gebruik te maken van de ervaring
leren ons op zichzelf niets over de werkelijkheid, maar verschaffen symboolsystemen of vormen die bruikbaar zijn om deze werkelijkheid uit te drukken
- Ervaringswetenschappen / empirische of inductieve wetenschappen
- Natuurwetenschappen: bestuderen wetten van de dode materie en van de levende wezens
natuurkunde, scheikunde, biologie en geologie
- Gedrags- of sociale wetenschappen: gedrag van de mens als individu of in groep wordt onderzocht
psychologie, sociologie en economie
- Cultuurwetenschappen: hebben producten van de menselijke creativiteit tot voorwerp zoals kunst en literatuur
filologieën, kunst – en literatuurwetenschap, linguïstiek, rechtswetenschap, archeologie en geschiedenis
- Andere indelingen
Exacte wetenschappen = natuurwetenschappen + wiskunde
(MAAR: benaming is onhoudbaar omdat alle wetenschappen moeten streven naar exactheid)
Toegepaste wetenschappen = technieken waarbij de wetenschappelijke gegevens worden gebruikt om menselijke noden te bevredigen en praktische problemen op te lossen
Positieve wetenschappen = ervaringswetenschappen