Menu

STEDELIJKE NIJVERHEID 1500 – 1800

Deel dit artikel:

 merendeel vd vroegmoderne nijverheid vond plaats in de steden

  • grootste tak: textielnijverheid
  • handelsarbeiders in voedingssector, bouwsector; metaal- en houtbewerking, ..
  • meeste centra hadden ambachtelijke nijverheid voor lokale markt en gestandaardiseerde fabrikaten voor export
    • textielsteden als Brugge, Gent en Leiden
    • metaalverwerkende centra als Nuremberg en Luik, Solingen en Sheffield
    • Venetië en Antwerpen: grotere handelscentra

 glasbewerking

 drukkunst

 ruimtelijke verschuivingen in industrieel landschap van VMT

  • economische macht steden werd aangetast door laatmiddeleeuwse crisis
    • enkel Nederlanden & Italië konden steden stand houden

 werden belangrijke exportcentra voor de buitenlandse afzetmarkt

  • tijdens 16eE: terug stijging productie en tewerkstelling in andere delen Europa
    • grote bevolkingsgroei
    • stijgende vraag vanuit kolonies
    • toenemende handelsactiviteiten
  • einde 16eE: opnieuw crisis
    • einde aan expansiefase
    • stijgende voedselprijzen
    • beperkingen vd agrarische productiviteit
    • achteruitgang vraag naar industriële goederen
    • 17e E: nijverheid gaat nog meer achteruit

 organisatie vd nijverheid ij Europa

  • corporatief
  • niet-corporatief
  • arbeidsstructuren in VMT gekenmerkt door grote diversiteit
  • Catharina Lis & Hugo Soly: ambachtslui en hun gezinnen kwart tot een derde vd totale bevolking

 Gent: 18e E: 50 %

  • ambachtswezen als typisch kenmerk vd stedelijke nijverheid in de
  • VMT

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen