Logo
Print deze pagina

Staten en het inter-statensysteem.

Deel dit artikel:

Politieke grenzen zijn geen etnische grenzen en/of economische grenzen

Vanaf 15de/16de eeuw: ‘moderne’, territoriale staat

Staten bestaan uit een set van instituties die een soevereine macht uitoefenen over een welbepaald gebied

Staat bouwt zijn controle uit binnen een afgebakend territorium

Via administratie kan men de centralisatie van kennis, middelen en mensen mobiliseren

Kan hierdoor de staat voorzien in publieke goederen

protectie, fysiek (transport), sociale infrastructuur (onderwijs, zorg)

Via een sociaaljuridisch systeem regelt het de verhoudingen tussen sociale groepen en tussen het individu en de staat

Burgerschap wordt centrale legitimering van de staat

Is exclusief, geen papier = illigaal

Groei van een staat na 1600 is geen rechtlijnig verhaal.

Territoriale staten: grenzen

Natiestaat: identiteit, taal, geschiedenis

Sociale of welvaartsstaat: bescherming, rechten

Neoliberale staat: markt

Nationale revoluties (van Ottomaans rijk naar Turkse staat)

Het succes van een staat hangt af van:

Economische vooruitgang: in internationaal competitief systeem (kapitalisme)

Militaire kracht: mobilisatiekracht

Politieke macht: burgerschap, bewustwording en revoluties

Het ontstaan van een inter-statensysteem

Staten groeien in internationaal systeem

politiek (conflict en machtsbalans) en economisch (kapitalistisch wereldsysteem)

Internationaal systeem niet afhankelijk van op- en neergang van een staat

De machtsverhoudingen tussen de staten zijn ongelijk

Sterke staten bevinden zich in de economisch welvarende delen, zwakkere staten in de periferie

Na 1945 wordt inter-statensysteem geconsolideerd in een formele internationale organisatie, de Verenigde Naties.

Copyright © 2019. All rights reserved.