Sociale spanningen 14e- 16e eeuw
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 906 keer
In 1300 bereikte de grote Vlaamse steden het hoogtepunt van de bevolkingsgroei, dat pas in de 18e eeuw opnieuw overschreden zal worden. Een halve eeuw later was de bevolking sterk afgenomen als gevolg van hongersnoden, pestepidemieën, oorlogen en migraties.
Er was een sterke urbanisatie in de Nederlanden, deze hing nauw samen met de industrialisatie. Textielnijverheid bood de helft tot twee derde van het beroepsvolk werk in de meeste steden. De Vlaamse lakennijverheid, die in handen was van ondernemers die de groothandel controleerden, bood ongeëvenaarde kwaliteit en variëteit die overal gekend was.
Pas vanaf 1280 kon de graaf de grote steden dwingen tot het aanleggen van een boekhouding die de financiën controleerde.
De graaf probeerde het machtsmonopolie van de patriciërs/ rijke burgerij aan banden te leggen. Er groeide een coalitie tussen de graaf, de hoge adel en de hervormingsgezinden en tussen de koning en de burgerij. De tegenstellingen werden op een spits gedreven door de Franse bezetting.