Schalen en patronen van tijd.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 859 keer
Tijd meet de snelheid van verandering. Elke methode van tijdsbeheersing vertelt zo een verhaal, als een vorm van perceptie en wereldbeeld, maar ook als een poging tijd te integreren in het sociale en culturele leven (sociale tijd). Plaatsen veranderen in de tijd en tijd is ook gebonden aan plaats. Sociale tijd en plaatsvormen mee de sociale realiteit. Ze vormen de zogenaamde Ruimte-Tijd, een SpaceTime.
Elke menselijke samenleving bouwt naast ruimtelijke situering een eigen tijdsbesef op. Dit had lange tijd een mythische inslag. Het tijdsbesef van oudere beschavingen is meestal cyclisch van aard, opgebouwd uit dag en nacht, seizoenen, jaren, generaties, dynastieën. De tijd als een rechte, meestal opgaande lijn is een relatief recente perceptie, gestoeld op een nieuw vooruitgangsgeloof. Dit gaat samen met het idee van ontwikkeling en modernisering. Sommigen stellen echter dat geschiedenis schoksgewijs werkt.
Geschiedenis gaat over verandering door de tijd heen. Elke tijdsperspectief is het gevolg van keuzes, dit geld vooral bij de opstelling van een tijdslijn. Periodisering is een techniek die historici gebruiken om processen van verandering te vatten en te verstaan want ze veronderstellen dat veranderingen zich in fasen en golven voortzet. Periodisering wil begrijpen welke patronen er bestaan en wanneer ze veranderen. In een wereldhistorisch perspectief betekent dit dat veranderingen zich voordoen over geografische en maatschappelijke grenzen heen.
Periodisering:
Tot 8000/5000vgt.
jagers-verzamelaars, minisystemen
5000/ 3500vgt. – 1000/500vgt.
oorsprong beschavingen, landbouwsamenlevingen, vroege complexe maatschappijen
1000/500vgt. – 500n.t
‘klassieke beschavingen’
500 – 1450/1500
postklassieke periode, neergang en herstel, verdeelde regio’s interregionale eeneheid
1500– 1750/1800
Nieuwe moderne wereld, opkomst van het westen, de wereld krimpt, wortels van globale afhankelijkheid
1800 – 2000
19e eeuw: Europese dominantie
20ste eeuw: Globale wereld
3 grote ijkpunten:
Het ontstaan van landbouwsamenlevingen, 5000/3500 vgt.
De breuk met de ‘klassieke beschavingen’, 500 n.t.
Het begin van de ‘rise of the West’ en start van globalisering, 1500 n.t.
De wereldgeschiedenis bevraagt een tijdsdimensie:
Fernand Braudel
Introduceert term ‘longue durée’. Hij heeft de verhouding tussen diverse tijdsschalen geproblematiseerd: verschuivingen, cyclische bewegingen en feiten. Heeft het ook over het schijnbaar snelle en het schijnbaar immobiele.
Jared Daimond
Gaat 10.000 jaar terug om geologische en ecologische factoren te ontleden in het succes of falen van beschavingen.
Johan Goudsblom
Domesticatie van het vuur door Homo Erectus, 400.000 jaar vgt.
David Christians
Een kosmische schaal met de menselijke tijd gemeten in eeuwen. Hi brengt diverse tijdschalen bij elkaar (van de schaal van de kosmos tot de schaal van de microgeschiedenis). Om die glijdende schalen weer te geven introduceert hij de ‘maps of time’. Kaarten comprimeren zo informatie over plaats en tijd en brengen dit samen in één overzicht.
Hierop wordt verder gegaan door Stephen Hawkin en Stephen Jay