Menu

RURALE NIJVERHEDEN 16de -18de eeuw

Deel dit artikel:

 nijverheid op het platteland kon zich voor 16e E niet ontwikkelen omwille van de sterke economische en politieke positie vd steden

 politiek centralisatieproces beperkte de stedelijke macht vanaf de 16e en 17e E

 platteland kreeg volop de kans om naast de landbouw ook andere economische activiteiten te ontplooien

 ondernemers hadden voordeel bij het verplaatsen vd productie naar het platteland

  • inschakeling van goedkopere arbeidskrachten
    • dalende concurrentiële prijzen
    • grotere winstmogelijkheden
  • afwezigheid van georganiseerde vormen van arbeid
    • flexibiliteit met vraag en aanbod
    • meer bewegingsruimte en mogelijkheden bij onderhandelingen
  • platteland : vooral productie van goedkopere producten waarvoor weinig technische vaardigheid vereist was
  • stad: duurdere en gecompliceerdere goederen

+ verkoop, distributie en afwerking van plattelandsgoederen

 Twee organisatievormen in rurale industrie

  • Verlag-systeem
    • putting-out systeem
    • organisatie productie gedirigeerd door stedelijke ondernemers
    • kapitaal, werktuigen en grondstoffen in ruil voor het gewenste product te produceren
    • vnl. In nabijheid van stedelijke centra : grotere controle en lagere transportkosten
  • Kaufsysteem
    • rurale huishoudens namen zelf productie in handen
    • grondstoffen werden gekocht voor eigen rekening, verwerkt en eindproduct doorverkocht
    • goedkopere grondstoffen en lokale productie: vb. Linnen

 17e en 18e E: hoogtepunt vd rurale industrieën in Europa

  • steeds meer plattelandshuishoudens legden zich toe op de productie van industriële goederen
    • Vlaanderen: aantal huishoudens met weefgetouw en spinnewiel van 40-50 % naar 70-80% eind 18e E
    • Totale productie van lijnwaad verdubbelde tusen 1610 en 1760

 Proto-industrie

  • wordt op niveau vd huishoudens gecombineerd met landbouwactiviteiten
  • voordelen voor plattelandsbevolking
    • mogelijkheid tot aanvullend inkomen in wintermaanden
    • stijgende belastingen kon men blijven betalen dankzij de extra inkomsten
    • ook vrouwen en kinderen in het arbeidsproces
    • economische activiteiten die weinig of niet afhankelijk waren van natuurlijke omstandigheden

 regio’s met slechte bodemkwaliteit of bereikbaarheid werden minder benadeeld

  • effecten vd proto-industrie
    • kortstondige stijging v welvaart
    • bedrijfsversnippering
    • stimuleren vd bevolkingsgroei
    • kinderarbeid en creatie v permanente arbeidsvraag stimuleerden de overgang naar een industriële arbeidsklasse
    • leidt niet noodzakelijk tot industrialisering !!

 bleven soms naast elkaar bestaan

 metaal- en steenkoolnijverheid

  • sterk toegenomen vraag naar metaal en goedkope brandstof
  • 16eE: belangrijke technische vernieuwingen
    • intensievere, diepere en langere mijnontginning
    • eerste industriële revolutie ?
  • hoge kapitaalintensiteit
  • productie in haden v overhedne, adel en ondernemers zoals de Fuggers
  • geografisch eerder beperkt

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen