‘Geloof niet wat de geschiedschrijvers zeggen, geloof vooral niet dat ze het zonder reden zeggen’
distilleerde boeiende variaties uit de verstarde versie van de marxistische geschiedschrijving van de oostbloklanden
ontwierp de formule van het algemeen menselijk patroon
polemiseerde rond de thesis van Toynbee
stelde dat er toonaangevende plaatsen en bepaalde periodes waren die bepalend zijn voor versnellingsprocessen in de geschiedenis, zoals Europa in
Het inzoomen op zo’n fase noemde hij ‘integrale geschiedenis’
meent in ‘De Europese geschiedenis als afwijking van het algemeen menselijk patroon’ (1954) dat de mens in West-Europa in de Middeleeuwen, en in Azië, Afrika en Amerika vóór de kolonisatie dezelfde levenshouding had en dat deze houding in Europa pas na 1500 verandert, waarna men deze verandering aan de rest van de wereld wil opdringen
de historicus moet geëngageerd zijn: ‘men moet marxistisch denken om het dialectisch proces van de klassenstrijd te kunnen opmerken’