RELIGIEUZE TOLERANTIE IN DE REPUBLIEK De vroegmoderne tijd
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 869 keer
meeste regio’s gold slechts één confessie als de officiële en religieuze minderheden werd er streng vervolgd – de Republiek vormde hier als enige een uitzondering op
- officiële of publieke Kerk was de gereformeerde
- overheid betaalde calvinistische predikanten in ruil voor preken en het voltrekken van dopen en huwelijken
- ! enkel leden vd gereformeerde kerk konden een publieke functie opnemen !
- slechts 20 % vd bevolking officieel lid in 1620
- groot deel vd bevolking woonde als liefhebber de gereformeerde diensten bij (ontrekken aan de strenge calvinistische discipline)
- 1579: Unie van Utrecht: erkenning principe van gewetensvrijheid
- geen vrijheid van eredienst! (katholieke of lutherse diensten waren dus in theorie illegaal)
- schuilkerken en synagogen werden toch oogluikend toegestaan
- wereldlijke overheid stelde de concordia of sociale harmonie boven het ‘monopolie van de waarheid’
positief voor de handel
atheïsme of de radicale filosofie van Spinoza werden niet geduld