Politieke achteruitgang 1702-1751
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 889 keer
In 1702 werd de Republiek nog tot de grote mogendheden gerekend, zo nam zij ook deel aan de laatste oorlog tegen Lodewijk XIV, de Spaanse Successieoorlog. Ze heeft voor de Republiek echter slechts betekenis in zoverre ze heeft bijgedragen tot haar financiële uitputting. Bij de vrede van Utrecht (1713) verkreeg de Republiek een bescheiden territoriale winst, ook zou ze zgn. Barrièretroepen in de Zuidelijke Nederlanden mogen posteren tegen een eventueel nieuw Frans offensief.
De Spaanse Successieoorlog had de Republiek zoveel geld gekost dat ze de gevolgen niet meer te boven kwam. Bovendien moest in 1713 nog een groot deel van de rekening betaald worden.
De vrede nam ook de nood voor eensgezindheid binnen de Republiek zelf weg, de 'ieder voor zich' mentaliteit kenmerkte de politiek van de 18e eeuw.
Verschillende concurrenten drongen de Republiek terug in de Oostzeehandel. Nederlandse kooplieden hielden een behoorlijk aandeel in de internationale handel maar de groei van de goede jaren was al lang voorbij.
Willem III was in 1702 overleden, een nieuw stadhouderloos tijdperk begon. Het was een periode waarin de regering geen welomschreven politieke doelstelling had. De Republiek had het geluk dat de eerste dertig jaar na de vrede van Utrecht zowel Engeland als Frankrijk geen oorlog voerden, zo werd ze nog enkele decenia als grootmacht gezien. De Republiek werd pas ontmaskerd in 1747.