Plato 428-348 v.C.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 762 keer
Kennisleer volgens de denkwijze van de meetkunde vormenwereld: hierin bestaat het basismodel, het prototype van alle dingen op volmaakte wijze. Onze wereld vertoont slechts benaderende realisaties van deze vormen, die vormen leiden een objectief bestaan in een aparte werkelijkheid. (Allegorie van de grot)
Volgens platonisten is een object mooi of goed, wanneer het meer dan een gewone gelijkenis met de Vormen vertoont. Het lelijke, het immorele, het onrecht is dan een object of een situatie die van de ideale Vorm afwijkt. De Vormen zijn kenbaar DUS is het mogelijk om het goede te kennen (ook toepasbaar op staatsordening).
Plato’s mensbeeld: de redelijke ziel is afkomstig uit de Vormenwereld, ze heeft een goddelijk karakter en is onverwoestbaar. Doordat de ziel in de vormenwereld alle vormen heeft gezien kan ze zich dat tijdens haar aardse bestaan herinneren .