niet – marxistisch historicus, maar wel beïnvloed door Marx
definieerde, samen met G. Espinas, op basis van Webers ‘ideaaltypen’, de kapitalisten als sociale groep, die niet noodzakelijk voortkwam uit een vorige generatie kapitalisten in hun studie van individuele kooplieden – ondernemers in de Late ME
poneerde dat elke opgaande fase in de economie haar eigen nieuwe generatie van ondernemers creëert
‘Histoire de Belgique’ (1900 – 1932) bevat de tendens om de realiteit zo ver mogelijk in het verleden terug te projecteren
Wees op de afwisseling van periodes van vrijheid en periodes van strenge reglementering in de economische geschiedenis en zag dit niet als een wetmatigheid, maar als een feitelijkheid
Wordt beschuldigd van teleologisch determinisme
Poneert dat België het eindpunt is van een eeuwenlange culturele evolutie van éénwording sinds de ME
Bleef geschiedenis doceren tijdens zijn gevangenschap tijdens WO I
Hoogleraar in Gent, studeerde aan de Ecole des Chartes (Parijs) en bij Lamprecht, bracht de eruditie van het historisme binnen aan de Belgische universiteiten, kwam tot ‘Histoire économique et sociale du moyen âge’ (1933) o.i.v. Lamrecht
Was liberaal, kwam uit een zakenfamilie
In ‘Les étapes de l’histoire social du capitalisme’ (1914) verklaart hij de economische revolutie door de rol van opeenvolgende generaties van kapitalistische families en hun interne dynamiek