Logo
Print deze pagina

Oost- en West – Frankische rijken

Deel dit artikel:

Ontwikkeling staatsmacht relatief vroeg

- ontzaglijk territorium

>> invloed op aangrenzende gebieden ( gezien de centrale ligging van het Duitse rijk; grootste deel Europa!)

- ontwikkeling staatsmacht d.m.v. unieke en complexe structuur

- tijdens late ME: onafhankelijke steden worden staatsrechterlijke eenheden binnen Duitse rijk

=> zwaartepunt Karolingisch rijk ligt westelijk; gebied Loire –Rijn

Karel de Grote

vindt ontwikkeling in minst ontwikkelende, minst gekerstende delen; gebied Rijn –Donau

à minder ontwikkeld dan Zuid –en West –Europa omdat zij de effecten van de Romeinse kolonisatie gemist hebben

>> geringe dichtheid bewoning, steden, bisschopszetels en gebaande wegen

Voortdurende beschikbaarheid van krachtige leiders van wezenlijk belang:

- Hendrik I ( 919 – 936): breekt met Frankische traditie van erfdeling (regnum Teutonicorum)

- Ottonen ( 919 – 1024)

- Saliërs ( 1024 – 1125)

- Hohenstaufen ( 1132 – 1254)

Duitse koningen

slagen erin de Karolingische expansie te stoppen, in tegenstelling tot hun West –Frankische tegenhangers:

- Duitse koningen konden rekenen op de overdracht van het keizerrijk (translatio imperii)

- West –Frankische Karolingers missen stevige machtsbasis door feodale machstverbrokkeling

Vanaf XII

heerschappij van de Franse kroon breidt zich uit in alle windstreken

>>> effectieve beheersing van een aanzienlijk territorium die eenheidsstructuur echter blijkt op termijn veel minde diep in de samenleving door te dringen

Copyright © 2019. All rights reserved.