Logo
Print deze pagina

Onderdanen

Deel dit artikel:

Vorming van staten

  • oude feodale heren, grootgrondbezitters, vorsten, enz. waren degenen die voor de vorming van de staten zorgden, doordat ze die personen en/of instanties meer macht naar zich toe wilden trekken
  • feodale heren die het in de strijd tegen machtiger rivalen moesten afleggen, verbonden zich soms tegen hun overheersers, en zochten daarbij zelfs steun bij hun natuurlijke tegenstanders in de steden of bij kerkelijke instanties
  • vorming van sterkere machtsconcentraties lokte tegenreacties uit waardoor uitgeschakelde partijen coalities vormden die bij de eerste zwakheid van de overheerser het getij konden doen keren.

=> In dat dialectisch proces ontstonden vormen van vertegenwoordiging en kon men stilaan spreken van enige parlementarisme.

Opvolging

De opvolger van een vorst of een feodale heer na diens dood was een veel terugkerende grond van problemen. Doorheen de tijd werden opvolgingsregels (primogenituur – eerstgeborene, toelating van vrouwen aan de macht, enz.) uitgevaardigd, maar die losten niet alle problemen op.

  • Bij één opvolging op twee rezen immers problemen omdat er meer gelijkberechtigden waren, of omdat de wettige opvolger minderjarig was, onbekwaam of een vrouw (hierbij komt nog in landen waarbij de vrouwen erfrecht hadden de keuze van de huwelijkspartner)
  • Door die omstandigheden kregen die onderdanen die geroepen werden om een nieuwe vorst te erkennen, ruimte om hun voorkeur te laten gelden en om voorwaarden te verbinden aan hun instemming.
  • In heel Europa treft men vanaf de twaalfde eeuw bewijzen aan van het optreden van vertegenwoordigers van verschillende standen, inclusief burgers, bij de erkenning van een vorst en het formuleren van de grondregels van zijn bestuur.

In verstedelijkte gebieden

In verstedelijkte gebieden hebben de burgers niet gewacht op de dynastieke moeilijkheden van hun vorsten om op eigen initiatief overlegstructuren op regionale en interregionale schaal tot stand te brengen

  • behartigden op die manier hun handelsbelangen met alle implicaties inzake munt, rechtspraak en veiligheid.
  • Deze staatsapparaten konden blijven bestaan, daar vorsten in die tijd zich nog niet echt bezighielden met economische zaken.
  • Het vergroten van het territorium vanuit die staatsapparaten en de negatieve gevolgen van dynastieke oorlogen zorgden ervoor dat er toch soms wrijvingen waren.

Waar de balans der machten tussen de vorst en de diverse standen noodzaakte tot geregelde onderhandelingen, bleken de vertegenwoordigers van de onderdanen een daadwerkelijk territoriaal bewustzijn te ontwikkelen (bv. eigen taal gebruiken in rechtsgang).

Copyright © 2019. All rights reserved.