Exotische roman ontstaat in koloniale mogendheden: weerspiegelt paternalistische of racistisch-imperialistische visie op koloniale problematiek, dan weer wordt mysterieuze en niet-rationele van exotische culturen benadrukt.
R. Kipling: Kim (1901): pathetische en melodramatische gevoelens centraal
Escapisme bij E.M. Forster (A Passage to India, 1924) en J. Conrad (Lord Jim, 1900)
Ned. literatuur: L. Couperus (De Stille Kracht): neoromantische visie op niet-rationele
Historische romans in traditie R.L. Stevenson
Exotische charme van verleden oproepen
Vooral in Germaanse literatuur (Ned.: A. Van Schendel, A. France)
Werk van H. Hesse: erfgenaam Romantiek (Siddharta, 1922): romantische motieven van zoekende mens en verscheurde individu centraal; voorliefde voor Oosterse wijsheid → exotisme
Bijzondere vorm neoromantiek: streekroman in Vlaanderen (F. Timmermans, E. Claes) en Scandinavië (K. Hamsun): ontspoort soms in Blut und Boden-ideologieën