Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1870/1880-1918
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 851 keer
De oorlogvoerende landen respecteerden na diverse incidenten de Nederlandse neutraliteit uiteindelijk. Toch moest men 4 jaar lang voor grensbewaking het leger gemobiliseerd houden. De internationale handel was ernstig verstoord en sociaal waren er grote problemen door het in gedrang komen van de voedselaanvoer. De overheid ging over tot voedseldistributie. Ook stroomden vele Belgische vluchtelingen het land binnen. De meeste keerden direct of na de oorlog terug.
Bij het uitbreken van de oorlog schaarden alle politieke partijen zich achter de regering toen ze de mobilisatie afkondigden om de neutraliteit te behouden. Ook de internationalistische SDAP olv Troelstra deed dit. De oorlog zette ook druk om de politieke kwesties op te lossen. Het kabinet van liberaal P.W.A Cort van der Linden was in 1913 al met dit voornemen aangetreden. In ‘de pacificatie van 1917’ werd een compromis gesloten over de school- en kiesrechtstrijd. Er was financiële gelijkstelling voor het openbaar en het bijzonder onderwijs en ook het algemeen kiesrecht was een feit. Zo hadden respectievelijk de confessionelen en de liberalen (en ook sociaal-democraten) een overwinning. Ook het districtenstelsel werd vervangen door evenredige vertegenwoordiging en de opkomstplicht werd ingevoerd.
De sociale kwestie werd minder makkelijk opgelost. De sociale wetgeving stagneerde door de oorlog, maar de samenwerking tussen werkgevers en vakbonden werd intensiever. Na de revolutie in Rusland en de woelingen in Duitsland na 1918 warden de gezagsdragers tot verregaande concessies bereid. Troelstra zelf hoopte even op revolutie, maar hij moest zich terugtrekken. Dit had gevolgen voor de sociaal-democraten die nu als onbetrouwbaar werden afgeschilderd. Ipv revolutie kwam er een demonstratie voor trouw aan koningin Wilhelmina die sinds 1898 op de troon zat.