Logo
Print deze pagina

Italiaans fascisme

Deel dit artikel:

Noties

- Dictatuur

  • § Oud historisch fenomeen
  • § Tijdelijk in noodgevallen

- Totalitarisme

  • § Nieuw (na WOI)
  • § Niet enkel politiek, ook een theorie over mens en leven
  • § Permanente vorm (niet tijdelijk)

Mussolini en de Fascistische staatsgreep

- Na WOI verdwijnt de democratie

  • § Raar want Italië stond aan de zijde van de overwinnaars
  • § Maar was in de oorlog gelokt met grote beloften ivm gebiedsuitbreiding
  • § Teleurgesteld op de vredesverdragen van Parijs

- Mussolini

  • § Was eerst socialist
  • § Tijdens de oorlog wordt hij nationalistisch
  • § Streefde voor het herstel van het Italia Irredenta (= het niet teruggewonnen deel waar Italianen leven (vooral in Oostenrijk))

- Fascio di combattimento

  • § 1919: ° door Mussolini
  • § Frustraties na vredesverdragen van Parijs

 slechts een klein stuk van de beloofde expansie gekregen

 oa geen mandaatgebieden die van Turkije of Duitsland waren geweest

- Na-oorlogse depressie

  • § Werkloosheid Ý
  • § Sociale onrust Ý
  • § Stakingen Ý

 afgekeurd door gematigde socialisten

 gesteund door communisten (3e Internationale)

- Fascisten

  • § VS communisten en stakers
  • § Zogezegd om onrust te vermijden
  • § Maar ze zijn zelf een factor van onrust

- Overheid

  • § Doet weinig aan het optreden van de fascisten
  • § Respect voor de parlementaire democratie Þ

- 1919: socialisten en christelijk socialisten verkozen

- 1921: “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “ “

- Fascisten waren bij deze verkiezingen nog niet machtig in parlementaire zin

  • § Hun macht groeide vooral buiten het systeem

- Mussolini besluit opportunistisch pro wetgeving, orde en bezit

  • § De welgestelde klasse gaf hem veel (financiële) steun

- Fascisten VS socialisten, christelijk socialisten, communisten

  • § Intimidatie-technieken

 moord, bedreigingen, castorolie, fysiek geweld

- 1922: Mars op Rome

  • § Zwarthemden van Mussolini dreigen met een coup
  • § De liberaal-democratische coalitie was tevreden dat de linkse zijde verdrongen werd

 maar niet akkoord met de manier waarop (maar hier: het doel heiligt de middelen?)

  • § Ze willen een krijswet inschakelen (het leger neemt de macht tijdelijk over)
  • § De koning weigert dit
  • § Het kabinet treedt af en Mussolini wordt premier met speciale bevoegdheden

- Mussolini duidelijk als machtigste man

- Elke vorm van oppositie wordt onmogelijk gemaakt

- Uit protest trekken linkse en centrale partijen zich terug uit het parlement

  • § Miscalculatie: Mussolini kan nu zijn dictatuur vestigen
  • § Schaft alle politieke partijen af, behalve zijn fascistische

De Fascistische staat

- Fascisme als een alternatief voor democratie

  • § Mussolini pleit voor actie onder één leider (duce)
  • § Tegen liberalisme, vrijhandel (laissez-faire), kapitalisme, marxisme, socialisme
  • § Voor nationale solidariteit, staats- en economisch beleid onder één leider

- Italiaans corporatisme

  • § Anders dan voorgaande corporatistische systemen (links en rechts)
  • § De staat beïnvloed de economie door corporaties (corporaties als instrument)
  • § De economie wordt ingedeeld in 22 sectoren
  • § Deze sectoren worden door de staat ingevuld (lonen, prijzen, werkomstandigheden)
  • § Rol van de overheid is belangrijk

 cf. afschaffing van het parlement en ° Corporatieve kamer

  • § Doel: verdwijnen van klassenconflicten

 gebeurt: verbieden van stakingen, afschaffing van (onafhankelijke) vakbonden

- Depressie

  • § Sociale extremen blijven bestaan (arm/rijk)
  • § Geen grote economische successen

- Desondanks toch een Italiaans superioriteitsgevoel Ý

  • § Mussolini versterkt dit door militarisme en imperialisme

- Fascisme vond aanhang in sommige delen van Europa

  • § Vooral bij de rijkeren (angst voor Bolsjewisme)
Copyright © 2019. All rights reserved.