Menu

Hoofdstuk 10. Early Hypnotitists And The Psychology Of Social Influence (blz 330)

Deel dit artikel:

1775: een commissie onderzoekt de praktijken van Johann Joseph Gassner (1727-1779) die mensen genas door aan Christus te vragen de demonen te verwijderen. Volgens Franz Anton Mesmor (1734-1815) kwam die genezing door magnetische velden. Hij had dingen ontdekt over wat we nu hypnose noemen en hij probeerde het wetenschappelijk te verklaren. Later zorgden zijn ideeën er echter voor dat hij de hele wetenschap tegen zich kreeg.

Mesmer and “Animal Magnetism” (blz 331)

  • 1734: Geboren
  • 1766: studeerde medicijnen af in Vienna.
  • Animal gravitation: planeet heeft direct effect op biologische organismen op Aarde.
  • 1768: zijn latere vriend Mozart (toen 12 jaar) treedt op in een door Mesmer gebouwd theater. Mozart heeft ooit een concert geschreven voor Mesmer omdat hij de glasharmonica speelde.
  • Mesmer deed niets met zijn studie, maar had veel interesse voor ontwikkelingen. Een monnik genaamd Hell werd enthousiast over het magnetisme.
  • 1773: Mesmer behandelde Oesterlin, die aanvallen had, wat Mesmer verweet aan de getijden en dus de stand van de maan. Hij paste toe wat hij van Hell had gehoord. Hij liet haar ijzerpreparaten eten en beïnvloedde haar lichaam met magneten. De vrouw genas volledig.
  • Hij ontdekte bij andere patiënten dat het ook werkte wanneer hij niet met magneten werkte maar gewoon zijn handen boven de persoon hielt.
  • In plaats van denken dat het magnetisme niets te maken heeft met de genezingenbedacht hij dat hij zelf een magnetisch veld was. Ziekte zou ontstaan door een fout in dit veld wat ieder persoon om zich heen heeft.
  • Op dit punt getuigde hij bij Gassner.


Problemen Mesmer:

1. Mesmer bracht een boek uit en Hell claimde de ideeën, uiteraard. Mesmer zei echter al jaren te weten van de krachtvelden, en de claims van Hell werden van de tafel geschoven.

2. Behandelde Pardis, die kon zien tijdens de behandelingen maar daarbuiten was ze blind.

Haar ouders noemde Mesmer een kwakzalver, en hij vluchtte naar Parijs.

Daar had hij veel succes, en hij opende een baquet, voor massa magnetische genezingen. Er werd een magnetische kracht ‘in iets gestopt’. Een groep mensen raakte dit baquet aan en Mesmer speelde in een andere kamer op de glasharmonica voor de sfeer. Hij droeg een lila jurk en raakte verschillende punten aan op het lichaam van de patiënt. Voordelen baquet:

1. meer omzet

2. ‘sociale besmetting’: meer mensen wilde magnetisch genezen worden

1784: Mesmer kreeg geen erkenning van medici en wetenschappers. Hij kwam zelfs onder controle te staan, en kwamen erachter dat er vooral sprake was van een ingebeelde kracht dan van een magnetische kracht die de klachten verbeterde en wegnam. Er was dus geen sprake van magnetische genezing. Animal magnetism werd als kwakzalverij beschouwd. De ‘leer’werd echter wel doorgegeven op kwasi-wetenschappelijke en dure scholen met de naam “Societies of Härmony”. Mesmer verdween langzaam van de kaart maar het magnetisme bleef levend door enthousiaste maar onervaren studenten, zoals: Amand Marie Jacques de Chastenet, de markies van Puységur. (1751-1825)

Puységur’s “Artificial Somnambulism” and Faria’s “Lucid Sleep ” (blz 338)

  • Ontdekte hypnose per ongeluk toen hij iemand wilde magnetiseerde en diegene in slap viel maar wel bleef reageren op zijn stem, maar dit niet kon herinneren
  • Eerst zag hij het als een perfect crisis (perfect genezingsproces)
  • Toen als kunstmatig slaapwandelen
  • Zijn technieken werden al snel door andere magnetisten gekopieerd
  • Suggestibility: je kon mensen makkelijk wat wijsmaken in deze staat
  • Voelden geen pijn
  • Posthypnotic amnesia: kan niets herinneren van de hypnosetijd als je wakker bent
  • Posthypnotic suggestion: mensen krijgen de taak iets te doen zodra ze wakker zijn, maar zijn vergeten dat dat een instructie was en niet hun eigen actie. Freud en andere dynamische psychologen zagen dit later als een bewijs voor onbewuste gedachten en motivaties.
  • Puységur heeft echter ook twee opvattingen over hypnose die niet net als de bovenste twee tegenwoordig gedacht worden:
  • Mensen kunnen in hypnotische toestand dingen doen die ze normaal gesproken niet kunnen doen (niet waar, ze zijn meer ontspannen en presteren dus beter)
  • Mensen kunnen niet tegen hun wil gehypnotiseerd worden, of dingen doen in hypnose ie tegen hun principes ingaan. (niet waar: mensen die niet gehypnotiseerd willen worden, worden dat wel, door te zeggen dat ze NIET in slaap zullen vallen ipv wel)
  • Obedience: soldaten moorden omdat ze daar opdracht voor hebben gekregen etc, mensen doen dingen door te gehoorzamen die ze anders nooit zouden of kunnen doen.
  • Stanley Milgram (1933-1985) ontdekte dat dit heel ver gaat.


José Custodio di Faria (1756-1819)

  • Waarom reageerde niet iedereen hetzelfde op magnetisme/hypnose?
  • Doordat er volgens de magnetisme-theorie geen antwoord op deze vraag was, was de theorie door de commissie verworden
  • Faria dacht dat er wel wat gebeurde tijdens sessies maar niets magnetisch
  • Hij bewees dit door mensen in hypnose te brengen zonder magneten of iets, maar gewoon door ze te bevelen te gaan slapen. (lucid sleep)
  • De staat had niets te maken met de behandeling maar met de persoon zelf
  • Kreeg weinig erkenning doordat zijn Frans slecht was (???)
  • Na zijn dood raakte zijn ideeën in de vergetelheid
  • Magnetisten bleven aan het werk met hun ideeën en doen. De ideeën van Faria werden pas een generatie later her-ontdekt.


Even voor de duidelijkheid, in bovenstaande tijden werd er nog niet gesproken over hypnose. Het boek noemt die term en magnetisme door elkaar en daarom is het soms een beetje onduidelijk. De term hypnose bestond nog niet, hypnose zelf wel. Voor onderstaande: mesmeriseren is hypnotiseren/magnetiseren.

The Founding of “Hypnotism” (blz 343)

  • Geen verdoving bij operaties: vastbinden op bed
  • Liever snelle operatie dan goede
  • De opinie was dat pijn nodig was om te genezen, toch gingen mensen zoeken
  • John Elliotson (1791-1865) stond bekend om zijn nieuwe ideeën. Ontwikkelde de stethoscoop, wat iedereen belachelijk vond omdat je wel naar het hart kon luisteren aar het toch niet beter kon maken
  • 1837: Werd geïnteresseerd in animal magnetism, maar de universiteit zorgde er voor dat er nooit animal magetism op de universiteit gedaan mocht worden
  • 1843: las in een magazine “Zoist” iets over cerebrale fysiologie en mesmerisme
  • 1842: fysologen begonnen met het serieus testen van mesmerisme. W.S. Ward amputeerde een been, en zijn gemesmerismeerde patiënt voelde geen pijn.
  • Reactie van Royal Medical Society: patiënt is een bedrieger. En zelf als het al waar was, werd pijn gezien als iets wijs van de natuur, waardoor patiënten beter genazen.
  • James Esdaile (1808-1859) een schot die in India woonde. Gebruikte mesmerismeren als verdoving bij operaties. Meer patiënten overleefden de operaties dan normaal. Werd alleen nergens geaccepteerd omdat het hier over ‘natives’ ging die natuurlijk verdacht waren, net als de ‘native’ assistenten.
  • 1844: chemicale pijnstiller uitgevonden door de tandarts Wells. Werd door doktoren beter begrepen dan mesmerisme en dus ook beter geaccepteerd.
  • James Braid (1795-1860) ging gecontroleerd mesmerisme onderzoeken. Bepaalde Franse schrijvers rond 1800 hadden de term hypnose en vervoegingen al gebruikt, gebaseerd op het Griekse woord hypnos: slaap.
  • 1843: Braid introduceerde de term neur-hypnology of neurypnology, en later werd dat vereenvoudigd tot de nu gebruikte term hypnose.
  • Hij ontdekte weinig nieuws aan het fenomeen maar zorgde ervoor dat het wetenschappelijk erkend en uiteindelijk geaccepteerd werd.

The Nancy-Scalpêtrière Controversy (blz 346)

Twee hypnose scholen:

1. Nancy school
- Opgericht na de ideen van Auguste Ambroise Liébeault (1823-1904)
- Besloot te experimenteren met hypnose
- Patiënten werden gratis behandeld met hypnose, of zonder hypnose tegen vergoeding
- Zag hypnose als een gewone slaap waarbij contact met de hypnotisist gehouden kon
worden. Schreef er een boek over en verkocht één exemplaar
- Trok de aandacht van Hippolyte Bernheim (1840-1919) (arts)
- 1882: ging naar de kliniek van Liébeault
- Kwam enkele malen terug om het zelf te leren hypnotiseren
- De persoon die je moest hypnotiseren was belangrijker in het proces dan de hypnotiseur
zelf, onderzocht kenmerken van goede en slechte gehypnotiseerde
- 1886: boek met het idee dat mensen uit een lagere klasse beter te hypnotiseren zouden
zijn omdat ze gewend zijn om te gehoorzamen
- Suggestibility: (beïnvloedbaarheid) een persoonlijkheidstrek (goed voor hypnose)

2. Scalpêtrière school (Parijs)
- Jean-Martin Charcot (1825-1893) (directeur ziekenhuis)
- Had hysterie onderzocht
- De mate waarin een persoon gehypnotiseerd kon worden en hysterie waren resultaat van
dezelfde onderliggende abnormale neurologische conditie
- Onderzocht ook: epilepsie, ms, polio en andere neurologische ziekten
- 1882: werd professor van neuropathologie in zijn ziekenhuis (erkenning)
- 1885-1886: Freud studeert bij Charcot
- Type: de vreemde, pure vorm waarin een neurologische ziekte zich openbaard. De
essentie van de ziekte. (Bij een patiënt: Grand mal)
- Forme fruste: een onderdeel of gehele vorm van de uiting van de ziekte. Dit is dus per
persoon verschillend. (Bij een patiënt: Petit mal)
- Hysteria was niet helemaal neurologisch te verklaren (het was niet logisch)
- Volgens Galen (130-200) lag het aan de balans van bepaalde vloeistoffen in het lichaam
(zwarte gal, gele gal, bloed en slijm)
- Tegenwoordig: ziekte met psychologische oorzaak en fysieke klachten
- Weer terug naar toen: werd gedacht dat het een vrouwelijke ziekte was, ontstaan door
een fout in het voortplantingssysteem.
- Charcot ‘ontdekte’ mannen met hysterie. Deze patiënten werden gebruikt bij lezingen en
werden een soort ‘sterren’ in het ziekenhuis
- Ontdekte dat als je op bepaalde gebieden op het lichaam druk de symptomen eerst
onderdruk worden en daarna in alle hevigheid en in vaste volgorde opsteken
- Charcot dacht dat hysterische mensen emoties en herinneringen niet konden verbinden
- Hysterische patiënten hadden veel gemeen met mensen onder hypnose
- Hysterische patiënten kunnen zeer goed gehypnotiseerd worden.
- Op deze manier bedacht Charcot dat hysterie en de mogelijkheid om gehypnotiseerd te
worden de zelfde neurologische oorzaak had
- Drie staten wanneer je een hysterie-patiënt hypnotiseert:
- catalepsy (ontspannen, geen beweging)
- lethargy (een soort sterke stuiptrekkingen)
- somnambulism (complexe bewegingen ontstaan automatisch)
- De grand mal patiënten doorlopen alle stadia, de andere niet
- Hypnotisme werd een legitieme manier om iemand te bestuderen
- Veel commentaar: omdat er maar op een select gezelschap getest was
- Vooral van Alfred Binet (1857-1911) Charles Féré (1852-1907)
- Brachten magneet terug in de hypnose-sessie
- Met de magneet konden ze de emoties van een patiënt beïnvloeden.
- Joseph Belboeuf (1831-1896) Belgische fysioloog
- Ontdekte dat mensen in hypnose met name op verwachtingen etc. reageerde
- Werd aanhanger van de Nancy school en het tij begon in haar voordeel te keren
- 1899: Mensen met andere ideeën namen het ziekenhuis over
- Charot ging ander onderzoek doen: interactie tussen emotionele en fysieke factoren
- Kreeg leerlingen als Binet en Freud

Le Bon and the Psychology of Crowds (blz 358)


- Gustave Le Bon (1841-1931)
- Zag non-Europeanen lag op de evolutie -schaal
- 1890: twee racistische boeken
- de meest fundamentele sociale responsen van een persoon zijn onbewust
- grootste verschillen tussen naties en culturen zitten in het onbewuste’
- vrede onmogelijk: bewuste ideeën kun je bespreken en begrijpen, rest niet
- mensen in een groep verliezen individualiteit en worden collectief
- beschreef groepen mensen altijd negatief (had angst voor groepen)
- positieve groepsprestaties wogen niet op tegen alle negatieve eigenschappen
- Waarom doen mensen in groepen zoals ze doen:
- de kracht van de grootte van de groep, en de anonimiteit
- social contagion: als er een schaap over de dam is…
- suggestibility: mensen makkelijk wat wijs te maken
- Leider: onreflectieve, singleminded, irrationele en fanatieke persoon
- Leiders communiceren met behulp van drie technieken:
- affirmation: positieve benadrukken
- repetition: herhaling van slogans en positieve dingen
- social contagion: een paar trouwe aanhangers, de rest gaat mee
- Legde een verbinding tussen sociale en abnormale psychologie
- Hij gebruikte hypnose om groepen en leiders te beschrijven

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen