Het Renaissancedrama (16e eeuw)
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 892 keer
A. Cultuurhistorische achtergrond
- Voedingsbodem: Engeland en Spanje (zeer rijke gebieden)
- Wortels in de volkscultuur: vernieuwingen komen van onder, ontstaat uit populaire cultuur van de steden.
- Populaire religieuze traditie uit de ME (mysterie- en mirakelspelen) verder uitgewerkt; Spanje: autos sacramentales (stukken die liturgie opluisterden; groot succes)
- ME profane straattoneel → eind 16e eeuw: volwaardig literair genre
- Lope de Vega (1562-1635):
- belangrijkste Spaanse renaissancedramaturg
- biografisch: Latijnse school, militair (val v Armada), opgegroeid in Madrid (bloeiend, permanente toneelgroepen)
- goed vertrouwd met 'mantel en degenstuk' (wreken van de mannelijke eer)
- invloed uit populair burgerlijk theater
- vermenging hoge en lage stijlregisters
- nieuw genre van Comedia: volks + invloed uit Antieke Oudheid
Comedia
- Thema: zeden upper middle class
- Plot: liefde, eer, trouw
- Veel handelingen, complexe plotontwikkeling, misverstanden, …
- Psychologische tekening personages tot eenvoudig schema herleid
- Happy end
- Tragische elementen (huwelijksbedrog) vermengd met komische
- Gracioso: figuur uit volkstheater, dienstknecht die bijdraagt tot intrige, fungeert als spiegel voor affaires burgerlijke protagonisten
- Rol stedelijke instellingen:
- Groei aantal toneelgroepen en auteurs (krijgen vaste plaats in grote steden)
- Verhoogde status acteur (nog niet gerespecteerd)
- Mecenaat: ondersteuning theatergroepen
- Uitbouw (Londen: voor het eerst in stenen gebouw)