Het neokolonialisme
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 975 keer
De dekolonisatie veranderde in de eerste instantie niet veel in de positie van de perifere gebieden. De afhankelijkheid ten opzichte van het centrum bleef bestaan.
Veel ex-kolonies bleven ruwe agrarische stoffen, mijnbouwproducten en voedsel leveren. De industriële productie bleef tot in de jaren 60 grotendeels voorbehouden aan de landen in het centrum. Sommige (ex-)kolonies specialiseerden zich in één of enkele producten. Aangezien deze landen wel steeds duurder wordende industrieproducten invoeren vanuit het kerngebied, kregen ze te maken met een negatieve handelsbalans vanwege de ongelijke ruil.
De ruilvoetverslechtering, de relatieve prijsdaling van landbouwproducten en mijnbouwproducten ten opzichte van de industriële goederen, bracht de perifere landen in een steeds grotere achterstandspositie. Die landen moesten vanwege de relatieve prijsstijgingen van industrieproducten steeds meer landbouwproducten of mijnbouwproducten exporteren om eenzelfde hoeveelheid industrieproducten te kunnen invoeren.
De afzet van de industrieproducten maakt niet alleen de industrialisatie van perifere landen moeilijk, maar ook de ambachtelijke nijverheid werd voor een groot deel vernietigd.