Het Griekse wereld en mensbeeld
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1729 keer
Verandering denken over ontstaan wereld:
- Eerst mythologische verklaring;
- Later kwam natuurwetenschappelijk wereldbeeld;
- Vooral dankzij: Filosoof Aristoteles, wiskundige en astronoom Ptolemaeus;
- Hun waren de eersten die dachten dat de aarde rond was;
- Hier gebruikten ze ook al berekeningen voor;
- Dit beeld drong echter nog maar bij weinig mensen door.
Verandering denken over ontstaan mens:
- Eerst ook mythologische verklaring;
- Geleerden gingen vanaf de 6e eeuw voor Chr. mensen zien als zelfstandig wezen;
- In het begin de gemeenschap belangrijk, niet het individu. Later andersom.
Vragen en zoeken naar nieuwe kennis:
- Onderzoekers gingen onderzoeken hoe de wereld echt in elkaar zat;
- Ze geloofden niet dat natuurrampen door goden werden veroorzaakt;
- Dat was het gevolg van bepaalde krachten in de natuur;
- Hierdoor kwam de wetenschap in Griekenland in hoog aanzien te staan.
Geneeskunde: Hippocrates zocht de verklaring voor het ziek zijn in de natuur zelf. Hij schreef het verloop van de ziekte op. Zo probeerde hij erachter te komen hoe de ziekte ontstond en hoe die genezen kon worden.
Geschiedenis: Herodotus was de eerste geschiedschrijver. Hij beschreef niet alleen de gebeurtenissen maar probeerde ze ook te verklaren en gaf zijn eigen mening eraan.
Filosofie: Dit houdt zich bezig met de diepe levensvragen, zoals over geluk en ongeluk.
Socrates (beroemd filosoof) meende dat mensen alleen slechte dingen deden omdat ze te weinig nadachten. Het theater was de belangrijkste plaats waar de filosofische vragen aan de orde werden gesteld.
Wedstrijd: Voor de Grieken was het leven, net zoals voor de goden n-> grote wedstrijd om rijk en succesvol te worden.
Onderwijs: De ideale Griek moest niet alleen handel kunnen drijven, maar ook goed kunnen deelnemen aan de democratie en goed zijn in sport en muziek.
Sport: Het belang hiervan kwam tot uiting d.m.v. veel sportwedstrijden (de Olympische Spelen bijvoorbeeld).
Politiek: Alle burgers moesten volgens de Grieken deelnemen aan het bestuur. Zoals de volksvergadering.
Kunst: Kunstwerken moesten aan een maatgetal, een grondregel/canon beantwoorden.
Anders was het geen kunst. Kunstwerken moesten dus dezelfde verhouding hebben.
Bouwkunst: Tempels en theaters het belangrijkst. Omdat tempels huizen waren voor goden. Het altaar diende voor offers om de goden gunstig te stemmen. Het belangrijkste
kenmerk van een tempel waren de zuilen (ook in perfecte verhouding).