ontwikkelde samen met P. Gardiner een ‘covering-law model’ dat stelt dat elke losse handeling moet worden verklaard binnen een bredere basisstructuur of model
erfgenaam van het Marxisme en het structuralisme: toeval is iets subjectiefs en relatiefs, de mens is gedetermineerd en zijn handelen is in zekere mate wetmatig/voorspelbaar. De methode is hier nomothetische en generaliserend. Hempels overkoepelende-wettenthesis is in de praktijk vaak onhoudbaar