Hellenistische en Romeinse filosofie (III – V)
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 868 keer
- Verlies van contact met staatsinrichting van de stadstaat
- Desinteresse voor politiek
- Gevoel van onmacht tegenover de wereld en gebeurtenissen die zich erin voordoen
- Interesse in de individuele moraal
- Centrale vraag
= Hoe kan het individu in deze wereld stand houden en hoe kan het gelukkig worden?
- Viertal antwoorden
- Stoïcisme
= zich door redelijk inzicht onderwerpen aan de wetten van de kosmos op een toestand van ‘apatheia’ (= onberoerdheid) te bereiken
- Epicurisme
= genieten van het leven, zonder overdaad te doen om de ‘antaraxia‘ (=onverstoorbaarheid) te bekomen
- Scepticisme
= er is geen enkele methode om met zekerheid tot kennis te komen, er bestaan geen positieve zekerheden (=dogmata)
soepel nastreven van doeleinden waarvan de realisatie ‘probabel’ is, met als einddoel een epicuristische antaraxie
- Neoplatonisme
= wereld is een emanatie, een uitstorting van zichzelf van de godheid
door ascese en meditatie de stadia van de emanatie terug doorlopen en zo tot vereniging met God te komen
MAAR: Deze hellenistische filosofieën zijn amper haalbaar en alleen enkelingen van hoog intellectueel gehalte konden deze echt nastreven