Menu

HANDELSSTROMEN EN NETWERKEN 1500-1800

Deel dit artikel:

 brede waaier aan handelsactiviteiten

  • stedelijke behoeften: boeren uit het omringende platteland
  • grotere centra kregen hun goederen via tussenpersonen
  • stad diende als markt voor goederen die de plattelandsbevolking nodig had
  • marskramers

 grootste gedeelte handelsvolume bestond uit verkeer van basisgoederen zoals graan, hout en baksteen

  • hoge transportkosten zorgden voor grote prijsverschillen tussen lokale producten en geïmporteerde
  • meer intensieve internationale handelscontacten
  • men probeerde zoveel mogelijk zware en volumineuze goederen via zee of waterwegen te vervoeren

 interregionale handel bleef niet beperkt tot luxegoederen:

  • vanaf 15e E importeerden de Nederlanden rogge vanuit de Baltische streken
  • 17e E: graan werd belangrijkste handelsgoed voor Holland
  • in de loop van de Vroegmoderne Tijd sloten Engeland, Frankrijk, Spanje en Italië zich aan bij dit netwerk van de graanmarkt
  • verder ook: ossenhandel, lakens, …
  • Italië exporteerde op grote schaal nijverheidsgoederen naar alle delen van Europa
  • Wijn en zout werden vanuit Frankrijk, Rijnland en MZgebied geëxporteerd
  • Metalen werden dichtbij hun ontginningsgebied bewerkt maar er ontwikkelde zich ook een langeafstandshandel omwille van de grote vraag
    • Duitse handelshuizen Fugger en Welser hebben hun kapitaal aan de koper- en zilverbewerking te danken
    • Vanaf de 17e werd Zweden de hoofdproducent van koper en ijzer, in de 18e E werd dat Engeland

 internationale handel:

  • Venetië en Genua hadden handelscontacten met het Ottomaanse rijk en voorzagen Europa van Aziatische producten als specerijen, zijde en andere luxeproducten
  • Portugese ontdekking vd zeeroute naar de Indische Oceaan verbrak dat monopolie, en later voegden ook de Nederlanden en Engeland zich bij dit circuit
  • Ontdekking vd Nieuwe Wereld
    • 16e E: zilver
    • 17e E: suiker, katoen, tabak
    • havensteden langs Atlantische kust begonnen ook belangrijke rol te spelen

 Europees handelsnetwerk functioneerde als basis van de ontwikkeling vd kapitalistische wereldeconomie

  • beschreven door Braudel: Civilisation matérielle, économie et capitaliste
  • inspireerde Wallerstein: a Modern World: wederzijdse afhankelijkheid kern-periferie in de wereldeconomie
  • één commercieel en financieel centrum in een wereldeconomie:

 16e E: Antwerpen

  • stapel- en distributiecentrum van Engels laken, Centraal-Europese metalen en Portugese specerijen
  • later ook Italiaanse zijde, Spaanse wol en wijn
  • ook belangrijk centrum van nijverheidsgoederen zoals textiel en luxegoederen zoals tapijten en juwelen
  • 1531: oprichting beurs
  • Opstand tegen Spanje was het einde voor de Antwerpse hegemonie (1568)

 17e E: Amsterdam

  • was al in de 16e E de belangrijkste havenstad van Holland
  • veel handelaars vluchtten eind 16e E naar Amsterdam met hun kapitaal, technologische kennis en handelscontacten
  • bloeiperiode tijdens de bloeiperiode vd Republiek
  • 1609: wisselbank – 1613: beurs
  • zetel van zowel de VOIC als de WIC

 18e E: Londen

  • mercantilistische handelspolitiek van Engeland
  • unieke positie als enige Engelse grootstad
  • > 500 000 inwoners

Mercantilisme

 internationale handel is de belangrijkste bron van inkomen, daarom moeten er hoge invoerrechten gehoffen worden op afgewerkte buitenlandse producten en subsidies aan binnenlandse producten van overheidswege

 nationale rijkdom wordt gemeten via een positieve handelsbalans

 bloeitijd; 17E E

  • Engeland 1651: Act of Navigation
  • Frankrijk: colbertisme
  • Pruisen; kameralisme, naar adviseurs vh Kammercollegium

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen