Distributie- en Consumptieverhoudingen.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 967 keer
In de sfeer van distributie-/consumptieverhoudingen of differentiële toe-eigening van welvaart.
1.Ongelijkheid (inequality)
2.Polarisatie (polarization)
3.Armoede (poverty)
4.Extreme armoede (misery)
1. Ongelijkheid.
Welvaart (inkomen en vermogen) is ongelijk verdeeld over individuen en groepen
2. Polarisatie.
Proces van ongelijkheid waarbij op een schaal van inkomens- en vermogensverdeling de top en
onderkant sneller aangroeit dan het midden
terwijl het midden in omvang krimpt, verbreedt de kloof tussen de rijksten en armsten
3. Armoede.
Afgesproken norm inzake beschikbare middelen die in een bepaalde gemeenschap op een
bepaald moment nodig worden geacht om een minimale levensstandaard te halen
Vaak aangeduid als een inkomensniveau per lid van een huishouden
4. Extreme armoede.
Toestand waarbij huishoudens nauwelijks delen in de inkomens-/vermogensverdeling
(VS: inkomen < 50% van de armoedegrens)
deprivation