Demografische transities.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1083 keer
Fundamentele wijziging van het demografisch gedrag (fertiliteit) door externe beperkingen en interne keuzes.
Externe beperkingen
Klimaat, aanbod van land, energie en voedsel
Deze factoren zijn structureel en veranderen langzaam
Interne keuzes
Gezinsvorming, geboortes, migraties
De keuzes stemmen het eigen reproductieve gedrag af op de externe beperkingen
Indien de verhouding tussen de interne keuzes en externe beperkingen verandert spreken we van een demografische transitie.
De belangrijkste transities zijn de neolithische en de hedendaagse.
Neolithische demografische transitie.
Bevolkingsdruk zorgt voor uitputting van natuurlijke hulpbronnen. De mens gaat gaan domesticeren om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien.
Er komt een bevolkingsgroei
1) Er zijn meer middelen om mensen op een klein opp. te kunnen onderhouden
2) Er is meer onzekerheid
Afhankelijkheid van voedsel, grotere kans op ziektes, meer interactie tussen mens en dier
Mortaliteitsgraad neemt, ook bij kinderen, voornamelijk toe, maar wordt gecompenseerd door de vele geboortes.
Er wordt niet goed naar de opvoeding van het kind gekeken, en dit wordt ook al snel ingezet in de economische activiteiten.
Hedendaagse demografische transitie.
Er is zowel een daling van de mortaliteit als van de fertiliteit. De demografische transitie evolueert van een hoog niveau naar een laag niveau. Geleidelijker in het Westen als in het niet-Westen. Men gaat het kind met zorg opvoeden. (economisch nut valt weg). Er komt een daling van de kindersterfte.