De vorming van de nieuwe staat België sinds 1830
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1122 keer
Het nieuwe België werd een grondwettelijke rechtsstaat met een groot vrijheidsklimaat en ontwikkelingskansen voor individuele burgers en opiniegroepen. De katholieke werd dus ook bevrijd van ieder staatstoezicht en mocht vrij haar onderwijs, congregaties en organisatie ontwikkelen.
De grondwet garandeerde echter wel de scheiding van kerk en staat en dat alle macht uitging van de natie via een verkozen Kamer en Senaat. Een voorwaarde voor het toekennen van het stemrecht was een kiescijns. Door de latere differentiële kiescijns lag die op het platteland lager lag dan in de steden. Amper een op zeventig van de inwoners had daardoor stemrecht. Dit systeem werd gecombineerd met het meerderheidsstelsel wat de slagkracht van minderheidsgroepen bemoeilijkte.
Het Nationaal Congres verkoos in Leopold van Saksen-Coburg een vorst die een compromisfiguur was. Hij zou het gezag een sterk monarch worden en rekening houden met zowel de burgerij, adel als kerk.