Logo
Print deze pagina

De vestiging van het Duitse koninkrijk

Deel dit artikel:

Organisatie

→ enerzijds verkozen keizerschap op basis van beste militaire prestaties anderzijds tendens koningschap erfelijk

→ vier stamhertogdommen, vermoedelijk ontstaan door territoriale verdediging tegen Magyaren en Slaven, met (gedeeltelijk etnische basis);

- Saksen

- Franken

- Zwaben

- Beieren

Geschiedenis

- 911; Karolingische dynastie sterft uit

- 919- 921; Hendrik de Vogelaar (hertog van Saksen) wordt verkozen tot koning in ruil voor verregaande autonomie voor de Beierse hertog in zijn hertogdom

>> Duits koningschap is verzekerd

>> maar; tegengewicht van de hertogdommen

- 929; Hendrik I laat zoon Otto I erkennen als zijn enige troonopvolger om de continuïteit van hun dynastie te waarborgen tegen rivaliserende hertogen en gefrustreerde familieleden

- Otto I (936- 973)

- Otto II (973- 983)

- Otto III (994- 1002); geboren in 983; tijdens zijn elfjarige minderjarigheid hebben de twee weduwen van de twee voorgaanden samen met de aartsbisschop Willigis van Mainz het regentschap

- traditie van verkiezing wordt uitgehold tot zorgvuldige onderhandelingen, maar de belangrijkste rijksvorsten slaagden er toch in het principe van de koningsverkiezing overeind te houden

- Hendrik II (1002- 1024); verwierf nooit werkelijk gezag in Saksen

- Koenraad II (1024- 1039); bekleedde geen vorstenrang alvorens de Salische dynastie

>> bewijs dat het Duist koningschap zelfs los van etnische basis verankerd was

- familiebanden vormden een essentieel element instrument in de consolidatie van de koninklijke macht (bevoorrechte zonen, huwelijksstrategies,...)

>> persoonlijke machtsuitbouw in plaats van trouw aan de vorst

- 944: Otto I lijft vanuit zijn Hausmacht ( = patrimonium van de dynastie) rest Lotharingen in

>> gebiedsuitbreiding richting Westen

- 1034: inlijving koninkrijk Bourgondië

>> westelijke grens langs de lijn Rhône, Saône, Maas en Schelde

Geografisch

- verschillende entiteiten; naast Germaanstalige volkeren ook Romaanstalige, Latijnse en West –Slavische

>> grote communicatieproblemen

>> culturele verschillen aanwezig; maar beperkt ( Magyaren en Slaven)

- het Rijk is onderverdeeld in ‘Marken’ ( = kolonisatiegebieden); vb. Oostmark, Steiermark; Karintië,...

>> doel; terugdringen Slaven, Magyaren en buitenposten van het Byzantium

- voortdurende strijd tegen rivalen tijdens de 10e eeuw

>> zwaarbewapende ruiterij verschafte de militaire stootkracht die bij omringende volkeren veel minder ontwikkeld was

Copyright © 2019. All rights reserved.