De universitaire wetenschapsbeoefening in crisis
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1062 keer
Aristoteles in de universitaire curricula te merken. Vooral zijn niet-logische werken (over o.a. metafysica) bevatten opvattingen die onverenigbaar leken met het katholieke geloof.
Voorbeeld:
Aristoteles | Joods-christelijke opvattingen |
Universum is eeuwig, geen begin of einde | Scheppingsverhaal |
Geen onsterfelijkheid van de individuele ziel | Wederopstanding |
‘anti-aristotelianen’
- vooral talrijk aan de universiteit van Parijs
- belangrijkste was Bonaventura (of Giovanni Fidanza) => theoloog en franciscaan wees Aristoteles zeker niet af, maar verzette zich tegen overmatig gebruik er van in de theologie omdat Aristoteles slechts beperkte mogelijkheid zou verschaffen om tot diepere kennis van God te komen.
aanhangers van Aristoteles
- zeker geen overmoedige rationalisten
- weigerden gewoon een conflict te zien tussen Aristoteles en de christelijke dogmatiek omdat het niet tot hun vakgebied behoorde.
- Deze scheiding tussen rede en geloof was al eerder geopperd, maar nu werd die pas echt als een grens in de wetenschapsbeoefening gezien. Toch zou het in de jaren 1270 tot een botsing komen, waarbij het radicale aristotelianisme het onderspit zou delven.