De Staatsmacht Nederlanden
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 850 keer
In hoeverre waren de Nederlanden echt een eenheid, nadat ze een personele unie geworden waren?
De vorsten deden alles om de oude vorstendommen om te vormen naar provincies in een eenheidsstaat, zoals het uitschakelen van externe machtsfactoren en het garanderen van de unie bij de erfopvolging. Ook werden de kerkelijke grenzen van de bisdommen aangepast aan de wereldlijke grenzen van de Nederlanden.
De ambitie tot centralisatie uitte zich vooral in de uitbouw van centrale regeringsorganen, zoals de Raad van State, de Geheime Raad en de Raad van Financiën (collaterale raden). Een belangrijke politieke rol was ook weggelegd voor de landvoogden, die vaak een onafhankelijke status hadden, maar als nauwe bloedverwanten toch aanvaard werden door het volk. De benoeming van de hertog van Alva was hierin een keerpunt en een bijkomende reden tot ergernis.
Naast de uitbouw van centrale organen, wouden de vorsten ook een grotere eenheid doorheen het land, bijvoorbeeld van de rechtsspraak. Daarom werden alle plaatselijke stelsels van gewoonterecht op schrift gesteld (vanaf 1531). Dit was het begin van een samenhangend stelsel van wetten.
Hierdoor waren de lokale schepenbanken wel een deel van hun macht kwijt, zeker toen de hogere overheden zich gingen bemoeien met de gedragsreglementering. De nieuwe wetgeving werd pas echt effectief ingevoerd door de grotere macht van de centrale hoven. Die rechtbanken boden steeds een beroepsmogelijkheid en oordeelden volgens het nieuwe recht. Ze konden ook de lagere rechtbanken die slecht recht hadden gesproken, veroordelen. Daardoor werd de hogere rechtsspraak een zeer effectief middel tot de integratie van de nieuwe staat.