Logo
Print deze pagina

De Revolutie en de reorganisatie van Frankrijk (= Frankrijk)

Deel dit artikel:

De Financiële crisis

- De Adel en de Clerus onttrok zich van belastingen  ‘statusverlies’

Bij oorlogvoering:verhoging van de belasting  komt op de nek van de boeren.

- De Franse staat = bankroet!

 Callonne’s programma = het taxeren van ALLE landeigenaars

Stuit op weerstand in het parlement  enkel de 3 standen hebben de autoriteit om nieuwe taksen in te voeren.

- De S-G (= de Staten-Generaal) wordt bijeengeroepen door de koning

De ≠ standen moeten vertegenwoordigers kiezen; standen vergaderen gelijktijdig maar apart

Door het samenroepen van de S-G gaat de koning zelf het proces van verandering in gang zetten.

Van S-G tot AN (= Assemblée Nationale)

- Werking = De 3 standen vergaderen in aparte kamers  iedere kamer stemt als een unie.

Gevolg = dat de Derde Stand altijd het onderspit moet delven tegen de Clerus en de Adel.

- De derde stand wilt deze werking veranderen  wordt tegengehouden door de Adel (Parlement)

De adel wilt zelfs dat Frankrijk wordt geregeerd dmv de S-G  De Derde stand wilt dit vermijden.

- De Derde Stand gaat zich geheel keren tegen de Adel. (nadat men hen had gesteund tegen het despotisme van de ministers).

- Mei 1789: S-G komt samen in Versailles  De Derde stand eist echter dat de vertegenwoordigers van alle 3 de standen stemmen als individuen.

 De Derde Stand gaat zichzelf omvormen tot Assemblée Nationale.

‘De Eed van de Kaatsbaan’

 waarbij de Derde Stand bevestigd dat ze niet uiteen gaan tot er een GW (= Grondwet) is gestemd.

 De eerste Revolutionaire daad  de inzet = de oorsprong van politieke macht wordt in vraag gesteld.

 Ook enkele individuen van de Clerus en Adel zijn dit idee geneigd en de Derde stand wil ook in hun naam spreken. Ze willen een belichaming van het Frankrijk volk.

- De Frankrijk koning kies echter de kant van de Adel.  Zorgt voor angst bij de Derde stand.

Ze zijn ervan overtuigd dat nu de adel de regering zal controleren (met de steun van de koning).

De lagere klasse in actie

- 1789 = een jaar van Depressie  zorgt voor veel onrust op het platteland.

- De economische en sociale crisis worden dus politiek ingevuld.

- 14 Juli: De bestorming van de Bastille. leeft door als symbool maar eigenlijk van weinig belang.

De koning aanvaard de nieuwe situatie in Parijs  hij erkent een Burger Comité.

- Ook elders in Frankrijk komen er opstanden van de boeren  misoogsten, hongersnoden, …

Willen komaf maken met het onrechtvaardig economisch systeem.

 ‘La Grande Peur’: plaatselijke kastelen worden aangevallen  De boeren gaan de archieven van

feodale rechten vernietigen.

De oorspronkelijke hervormers van de AN

- Ontstaan van een Nationale vergadering als erkenning van de Derde Stand.

 1e daad = afschaffing van de feodaliteit. (wettelijke privileges worden

vervangen door wettelijke gelijkheid.)

- The Declaration of the Rights of Man and Citizen= nieuwe maatschappij gebaseerd op modern vrijheden en het soevereine volk bestuurt zichzelf.

 Vrijheid = Alles mogen doen dat niemand anders schaad; wat wordt bepaald door de wet.

 De wet = gelijk voor iedereen + de uitdrukking van het algemeen belang dat wordt gemaakt door alle burgers of hun vertegenwoordigers.

 De enige soeverein is de natie zelf

Gaat niet enkel over mannen maar over alle mensen (men gaat zelfs dekolonisatie in zich dragen)

Toch gaan er nog maar weinige wettelijke gelijkheid tussen seksen voorvechten.

- Voorvechtster van de rechten van de vrouw = Olympe de Gouges met haar publicatie  The Rights of Women

- Kort na de opstelling van de Declaration viel de revolutionaire top uit elkaar.

- Sept 1789: AN begint aan de planning van een nieuwe regering = AC (= Assemblée Constituante)

een omvorming van de nationale vergadering tot een GW-vergadering.

 omzetting van de grote principes in fundamentele grondrechten.

 2 strekkingen (Links vs Rechts)   Koning moet veto krijgen + tweekamerstelsel (Rechts-

conservatief)

 Zwakke koning + eenkamerstelsel (Links – progressief)

 De tweede strekking wint  door toedoen van Lod16 (= Lodewijk 16) zelf : hij was het oneens met

de Declaration + met de afschaffing van het feodalisme en wou zich aansluiten bij de adellijke contrarevolutie (verhindert door volksopstand in Parijs  Koning van Versailles naar Parijs)

- De contrarevolutie wint aan kracht  aansluiting van de meer conservatieve revolutionairen die de AC verlaten.

- Echter blijven er nog veel revolutionairen over die verder wouden en deze vormen zich in clubs.

 Jacobijnen= zijn de meest radicale leden van de AC. Ze gebruiken de club om te debatteren.

Constitutionele Veranderingen

- AC: Regeert het land, bereid een geschreven GW voor + vernietigd alle instituties van het AR

- De oude provincies worden vervangen door ‘Departementen’

- Lokale bestuurders worden lokaal verkozen

- Administratieve Decentralisatie  reactie tegen de bureaucratie van het AR.

- GW van 1791:De soevereine macht wordt beoefend door een unicameeraal verkozen assemblee

AL (Assemblée Legislative).

De koning = zwak + wordt gedwongen in zijn statuut als constitutionele monarch

- AC maakte in de GW een onderscheid tussen ‘Actieven’ en ‘Passieven’

 Beiden hebben dezelfde burgerlijke rechten maar enkel de actieve burgers hadden het recht om te stemmen. 

Zij kiezen de ‘kiesmannen’ voor de departementen.

Deze kiezen op hun buurt de lokale bestuurders en de vertegenwoordigers voor de AL.

Economische en Cultureel beleid

- Het economisch beleid gaat eerder de middenklassen dan de lagere klassen favoriseren.

- Men zit nog steeds met een enorme schuld van het AR.

AC gaat alle bezittingen van de kerk confisqueren ter compensatie = assignaten

- De Revolutionairen promoten het vrij economische individualisme

Overheidsregulering van het AR.

 Alle prijzen en lonen worden bepaald door het spel van vraag en aanbod.

AC: afschaffen van alle beroepssystemen, gilden, … hadden eigen regels en wetten over het productieproces  ≠ van streek tot streek + waren monopolistische organisaties.

 afschaffing zorgt voor uniformisering.

- Frankrijk: was georganiseerde arbeidsbeweging aanwezig = Compagnonnages

 Deze vakbonden worden echter verboden  Wet Le Chapelier

- Farbrieks- en landsarbeiders voelen zich bekocht door de GW en het Parlement

Deze hadden gehoopt op vooruitgang na de Revolutie: we kunnen spreken van enige verbetering maar niet zo vooruitstrevend als men had gehoopt.

De ontwikkeling van een nieuwe Politieke Cultuur  nationale soevereiniteit en vrijheid vervangen de koning en de kerk als het centrum van het Franse politieke leven.

 Door de nieuwe politieke ideeën en symbolen te promoten in elke sfeer van het dagelijkse leven creëert de Franse Revolutie een nieuwe nationale identiteit.

Het conflict met de kerk

- De AC startte een twist met de Katholieke kerk.

Door de in beslagname van alle bezittingen van de Katholieke kerk = een schok voor de Clerus.

 In ruil gaat de staat de clerus wel bezoldigen  ze zorgen voor werk en betalen hen daarbij gaat de staat de taken van de kerk gaan overnemen, vb. opnemen van registers, welzijn, onderwijs, …

- De kerk wordt door de staat wel nog beschouwd als een vorm van publieke autoriteit.

Ze zijn echter wel ondergeschikt aan de soevereine macht van het volk.

 De staat gaat er gewoon van uit dat de arme bevolking religie nodig heeft om het bezit van de rijkere te kunnen legitimeren en respecteren.

- Het nieuwe programma wordt voor de Clerus beschreven in De Burgerlijke GW van de Clerus

Vb: aartsbisschoppen worden afgeschaft,…

Het Vaticaan bekijkt het echter als een moedwillige toe-eigening van de macht van de kerk.

 De AC eist ook van de Franse Clerus om te zweren op de GW + GW van de Clerus.

- We krijgen dus het ontstaan van 2 kerken in Frankrijk   Officiële Kerk (gefinancierd door de staat)

 Clandestiene Kerk (vrijwillige offers)

 De officiële kerk stond op zwakke fundamenten, hun volgelingen gingen na verloop van tijd zich keren tegen het Christendom zelf.

 Goede Katholieke favoriseerden de Clandestiene kerk vb: De koning zelf.

 De GW van de clerus = grootste blunder van de Revolutie

- 1791: Nieuw regime = Constitutionele monarchie waarin de eenkamerlijke AL de koning, die niet was bekeert tot het nieuwe regime, gaat confronteren.

- Een fractie van de Jacobijnen  Girodijnen werd de Linkse,progressieve partij van de Revolutie en in de AL + gaat Frankrijk in een oorlog doen sukkelen.

Copyright © 2019. All rights reserved.