Menu

De landsheerlijkheden in het oude Lotharingen 11de – 13de eeuw

Deel dit artikel:

Alle andere landsheerlijkheden (behalve Artesië) die tot de latere Zeventien Provinciën behoorden, vormden oorspronkelijk Lotharingen. In de 11de eeuw kende dit gebied nog volop een wordingsproces. Die achterstand ten opzichte van Vlaanderen was te wijten aan de Duitse koning die nog reële macht uitoefende, met zijn rijksbisschoppen van Luik (= wereldlijk territorium; bleef verbrokkeld en onsamenhangende en bleef buiten de Zeventien Provinciën), Utrecht (= diocees dat ongeveer de huidige Nederlanden beslaat, bisschop kreeg ook een wereldlijk gebied, namelijk het Sticht) en Kamerijk (= wereldlijk gebied, het Kamerijkse).

Het Concordaat van Worms in 1122 bepaalde echter dat de Duitse koning geen bisschoppen meer kon aanstellen en hen geen wereldlijke macht meer kon geven. Dat betekende dat de Duitse vorst minder macht kreeg in de Lage Landen. Soms waren er Duitse vorsten die in onze gebieden macht wilden hebben in de praktijk, zoals ze die in theorie bezaten, vb. Frederik I Barbarossa. In het algemeen echter, waren de Duitse vorsten te veel op Italië gericht en kwamen ze op die manier in conflict met de pausen en met de machtige Noord-Italiaanse steden. Uiteindelijk zou de strijd tussen de Hogenstaufen en de Welfen er voor zorgen dat er volledig een einde kwam aan de macht van de Duitse vorsten in onze gewesten.

De landsheerlijkheden groeiden, net zoals Vlaanderen, vanuit een versterking dat samenging met een commercieel centrum. Zo kwamen ze met elkaar in contact; vaak militair, maar ook via huwelijkspolitiek.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen